De Troonrede werd dit jaar uitgesproken in bijzondere omstandigheden in een bijzondere tijd. Jos Peters volgde evenals voorgaande jaren de rede met grote interesse. Hoe vaak zou het woord ‘water’ vallen in dit opnieuw gortdroge jaar? Hij turfde: nul keer. Teleurstellend. Reden voor een open brief aan de Koning.
door Jos Peters
Majesteit,
Dit jaar zou echt alles anders zijn. Geen Gouden Koets, die krijgt 5 jaar lang al een grote beurt. Het mag wat kosten. Ook de Glazen Koets bleef in Uw Koninklijke Stallen. Dit jaar geen festiviteiten, geen rijtoer, geen balkonscéne. De lakeien? Nauwelijks werk voor. De Ridderzaal? Niet groot genoeg voor de voltallige verenigde vergadering van de Staten-Generaal op anderhalve meter afstand. Om Uw verhaal te doen, moest U met Uw gevolg naar de Grote Kerk die geen plaats bood voor de partners van de leden van beide parlementen. Zelfs niet voor de Staatssecretarissen. Veel gedoe. De sessie had natuurlijk prima via Teams of Zoom gekund, wél vanuit de Ridderzaal. Dát was pas innovatief geweest. En de troon had niet hoeven worden versleept.
Tot zover het ceremonieel, het ritueel, het protocol. En de inhoud? Troonredes, U weet het maar al te goed, daarvan zijn er al ruim 200 geweest, sinds 1887 op de derde dinsdag in september. Jaarlijks horen ook wij onderdanen van het Staatshoofd over de plannen van de regering en zien we hoe het nieuwe parlementaire jaar wordt geopend. Wat zeiden Uw voorgangers zoal over water en waterkwesties in hun Troonredes?
Uw Overgrootmoeder Koningin Wilhelmina sprak in 1916 - haar aanhef was nog ‘Mijne Heeren!’- vooral over hoe ons land neutraal te houden in de ‘rampzalige oorlog die Europa verscheurt’. Voor zover ik kon achterhalen liet ze onbesproken de Zuiderzeeramp die begin dat jaar vele tientallen slachtoffers vroeg.
Nee, dan Uw Oma Koningin Juliana, zij blikt in 1953 wél terug op de Watersnoodramp ‘die zoveel leed bracht en zoveel schade aanrichtte’, ‘de heugenis aan het ontroerend medeleven in binnen- en buitenland, de warme spontaniteit waarmede hulp werd geboden’ en ‘de dankbaarheid, dat thans de dijken op één uitzondering na zijn gedicht´. Onder het kopje ´economie´ sprak Uw Moeder Koningin Beatrix in het kurkdroge 1976 over ´de droogte van de afgelopen zomer die veel landbouwbedrijven in moeilijkheden bracht´. Ze zegde toe dat ´waar nodig de regering maatregelen zal treffen om het agrarisch productiepotentieel op een verantwoord peil te houden´.
Voordat U op 30 april 2013 onze Koning werd, had U zich als Kroonprins bijna 15 jaar lang in water verdiept. Wij watermensen waren ‘in onze nopjes’ met Uw ambassadeurschap. En ja, dat schiep verwachtingen. Ik breng in herinnering wat U zoal aansneed in 8 Troonredes tot nu toe. In Uw eerste rede sprak U voor ons watermensen fijne zinnen: ‘het Nederlandse bedrijfsleven heeft veel expertise in waterbeheer. Hiermee helpen we landen in alle delen van de wereld hun waterproblemen op te lossen’. Het jaar daarna vervolgde U vol trots: ‘Deltatechnologie is een innovatieve sector waarin ons land internationaal koploper is. De fysieke bescherming van ons land tegen het water kent een lange traditie. Het Deltaplan maakt ons land veiliger en geeft de Nederlandse watersector een stevige impuls’.
In 2015 blikte U vooruit op het Parijs akkoord: ‘De gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties zijn heel direct en concreet. Dat geldt zeker voor ons land, dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Waterveiligheid heeft daarom hoge prioriteit. Op veel locaties wordt de komende jaren gewerkt aan versterking van dijken en duingebieden. Dat gebeurt vaak op de meest innovatieve manieren. Zo worden bij de vernieuwing van de Afsluitdijk veiligheid, natuurontwikkeling en energieopwekking gecombineerd. Projecten als deze verstevigen de goede internationale reputatie en positie van onze watersector’.
Daarna werd het stil, spijtig. Niets in 2016. Niets in 2017. In 2018 alleen de zin ‘Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen kunnen veel doelen alleen samen bereiken’. Niets over water, niets over waterveiligheid, ook niets over droogte. Wél over klimaat en energietransitie. In 2019 lezen we: ‘De grote veranderingen die nodig zijn, vragen een vooruitziende blik, zoals ooit de ingrijpende besluiten om Nederland veilig te houden met de Afsluitdijk en de Deltawerken. Dat waren investeringen uit noodzaak, die ons de kennis en ervaring hebben opgeleverd om nu in eigen land en wereldwijd te werken aan waterveiligheid voor de 21e eeuw’.
En toen was het 2020 met opnieuw -zoals ook in de twee voorgaande jaren- een gortdroog voorjaar, een onheilspellend oplopend neerslagtekort, droogvallende watergangen, schade aan flora, schade aan fauna, schade voor het landbouwbedrijfsleven en een all time high piekverbruik van drinkwater. Droogte haalde frequent de voorpagina’s en zelfs nationale TV. Dus zat ik verwachtingsvol voor de buis. Hoe ging U stilstaan bij de nieuwe wateropgaven? En zo ja, in welke bewoordingen? Wat zijn de plannen van het kabinet?
Natuurlijk, de Troonrede is een tekst van de Minister-President en van de ministerraad, niet van het staatshoofd. In alle openheid, het deed mij verdriet dat dit jaar het woord water in Uw Troonrede opnieuw niet voorkwam. De noodzakelijke aanpassingen in het waterbeheer, de grote opgave waar we voor staan om te komen tot een nieuwe ruimtelijke inrichting, de onvermijdelijke watertransitie, het bleef allemaal onbesproken. Heeft het kabinet hierop geen visie en hiervoor geen plannen of perste corona al het water uit Uw tekst en zijn we aangaande water enkel aangewezen op het Deltaprogramma?
Afrondend, dit jaar was dus toch niet álles anders. Aangaande water was het als vanouds. Majesteit, mag ik U vragen, hoe kunnen wij watermensen U verleiden om in Uw agenda of in Uw teksten weer enige ruimte te maken voor water wat ooit ook Uw passie was? Wij hebben U gemist.
Jos Peters is adviseur Water (Royal HaskoningDHV)