Waterschappen kondigden ze met de nodige tamtam aan: energiefabrieken. Het is een benaming die verwachtingen wekt, een framewoord. Volgens de definitie is een energiefabriek ‘een rwzi die energieneutraal is of energieleverend werkt’. Dat is bij lang niet alle ‘energiefabrieken’ het geval, het zijn in feite slibvergistingsinstallaties en leveren nog altijd minder energie dan de rioolwaterzuivering zelf verbruikt.
door Bert Westenbrink
Potentie hebben ze genoeg. Een geoptimaliseerde rwzi kan naar verwachting 1,5 keer meer energie produceren dan de installatie zelf nodig heeft voor het zuiveringsproces, schrijft kenniscentrum Stowa in het document ‘Energie en waterbeheer’. En nog een uit dat boekje: ‘Als alle rwzi’s worden omgebouwd tot Energiefabrieken kunnen de waterschappen in theorie uiteindelijk zo’n 100.000 huishoudens van biogas voorzien’.
Dat is een flinke stad.
Maar ja, het is theorie. De praktijk is nog niet zover, want die is weerbarstig. Dat blijkt in een gesprek over de energiefabriek dat H2O organiseerde. Aan tafel drie deskundigen die uit eigen ervaringen de ontwikkeling van rwzi tot energiefabriek schetsen en duiden. De afspraak is: het eerlijke verhaal. Het levert een relaas op over de uitdagingen die het lastig maken om van een rwzi een energiefabriek te maken.
De druk staat op de ketel, want waterschappen zetten in hun circulaire ambities - in 2020 40 procent van de benodigde energie zelf opwekken - nadrukkelijk in op de energiefabriek. Er wordt onderzoek gedaan, er komen nieuwe technologieën, er zijn pilots. Alle met de focus op optimalisering van het proces om energie te produceren.
Allemaal prima, maar hoe zit met het energieverbruik op de zuiveringen? Siert Wiersema, manager van Aerzen, producent van blowers en compressoren, weet het antwoord wel: dat is te hoog. Hij verwijst daarbij naar Duitsland, waar met slimme aansturing in de waterzuivering een flinke daling van het energieverbruik wordt gerealiseerd.
Die slimme aansturing heeft een naam: Water 4.0, gebaseerd op het begrip ‘Industrie 4.0’, de vierde industriële revolutie. Op basis van een vloed aan data wordt het energievretende beluchtingsproces in de Duitse waterzuivering precies en real time aangestuurd, een optimaliseringsslag die een energie-efficiëntie oplevert tot wel 55 procent.
Water 4.0, die slag moeten de duurzaam gedreven waterschappen in Nederland maken, betoogt Wiersema in deze H2O, want regel 1 in het door TU Delft ontwikkelde duurzaamheidsprincipe Trias Energetica luidt: gebruik zo min mogelijk energie. Met dit beginsel kom je uit bij de optimale energiefabriek: met zo weinig mogelijk energieverbruik zo veel mogelijk energie produceren.
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O en schrijft in het vakblad het redactioneel
MEER INFORMATIE
Energiefabriek: top of flop?
Deze maand in H2O