Roelof Kruize gelooft nog altijd heilig in het concept van Waternet, zo leest u in H2O april. Hij stond in 2005 aan de wieg van het Amsterdamse watercyclusbedrijf dat de watertaken van de gemeente Amsterdam en waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) ging uitvoeren. Kruize, die op 1 maart afscheid nam als algemeen directeur, verwachtte dat het waterketenmodel dominant zou worden. Zover kwam het niet, het concept kreeg geen navolging in Nederland. Het bleef een Amsterdamse exercitie.
door Bert Westenbrink
Maar niet zonder succes. Het doel om doelmatiger en efficiënter te opereren is gerealiseerd; in de periode 2007 tot en met 2021 werd er structureel 45 miljoen euro per jaar bespaard, aldus een externe evaluatie. Kijk naar andere grote steden en Amsterdam heeft de laagste waterkosten per huishouden (in 2006 had Amsterdam nog het duurste drinkwater van Nederland). Waternet heeft voorts ‘een groot innovatief vermogen’ ontwikkeld met een internationale reputatie.
Maar de stichting kon ook ongehinderd haar gang gaan. De bestuurlijke samenwerking en de gekozen stichtingsvorm werden nooit geëvalueerd, waardoor de uitvoeringsorganisatie evolueerde zonder periodieke kritische toetsing en bijsturing. Een bestuurlijke nalatigheid, die niet zonder gevolgen is gebleven.
Er ontstonden problemen. Over de aansturing, ‘dubbele petten’ en de onzichtbaarheid van AGV. En er kwam gedoe met de drinkwaterfacturatie, belastinginning en digitale beveiliging, met als gevolg kritische beoordelingen door de Rekenkamer Metropool Amsterdam en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Zij eisten versterking van de governance van Waternet, die onder toezicht kwam te staan.
De bestuurlijke samenwerking en de gekozen stichtingsvorm werden nooit geëvalueerd, waardoor de uitvoeringsorganisatie evolueerde zonder periodieke kritische toetsing en bijsturing
Het was de opmaat tot een herbezinning op de samenwerking. Die herijking werd december vorig jaar afgerond, met als uitkomst: we gaan samen verder. Dat besluit ziet Kruize als erkenning van de meerwaarde van het waterketenmodel, zegt hij in deze H2O. Een opluchting, de bestuurlijke innovatie die bij uitstek geschikt wordt geacht om invulling te geven aan sectoroverstijgende en integrale aanpak van maatschappelijke ontwikkelingen als klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie, wordt voortgezet.
Maar wel in aangepaste vorm. Er komt een nieuw samenwerkingsconcept. Dit voorjaar wordt uitgezocht welk model het beste past en dan moeten in de zomer knopen worden doorgehakt. Er ligt een voorkeursvariant op tafel: de stichting wordt ingeruild voor een publiekrechtelijke bedrijfsvoeringsorganisatie, de meest lichte vorm van een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast krijgen gemeente en waterschap een eigen bestuursdienst.
Daarmee kan het waterschap invulling geven aan zijn doelstelling om ‘een sterke, zichtbare en herkenbare overheid’ te worden met een eigen identiteit. Die ambitie is nodig om uit de schaduw van Waternet te stappen en een volwaardige inbreng te leveren in het nieuwe samenwerkingsmodel, dat na de doorstart wellicht wél navolging krijgt, als het een succesvol concept blijkt te zijn in de aanpak van genoemde maatschappelijke opgaven die overal in Nederland spelen.
Bert Westenbrink is hoofdredacteur van H2O media en schrijft het redactioneel in het vakblad
LEES OOK
Roelof Kruize gelooft nog heilig in het watercyclusmodel
Governance Waternet is risicovolle balanceeract