Boeren realiseren dit jaar 465 hectare aan plasdras voor weidevogels. Dat is 30 procent meer dan drie jaar geleden. Weidevogels zoeken de plasdrasgebieden op om te rusten en te eten.
Dit nat maken van de weilanden gebeurt in het kader van het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Veel bij agrarische collectieven aangesloten boeren hebben de pompen aangezet, nu de weidevogels terugkeren uit hun Afrikaanse overwinteringsgebieden. De weilanden staan tot aan de zomer onder water. Hiervan profiteren onder meer grutto's, kievieten, kluten en scholeksters.
“Zij zoeken de natte plekken op dit moment op om uit te rusten, aan te sterken en te eten”, vertelt adviseur Willemien Geertsema van BoerenNatuur, de landelijke vereniging van agrarische collectieven. “Tijdens het broedseizoen trekken de gebieden oudere weidevogels met hun kuikens. In de slikrandjes zitten allerlei insectjes en andere beestjes die opgroeiende kuikens goed kunnen eten.”
Mozaïek van graslanden
Bij 34 van de 40 agrarische collectieven doen boeren mee aan deze vorm van weidevogelbeheer. De hoeveelheid plasdras in Nederland neemt elk jaar toe. Werd in 2016 een kleine 350 hectare aan nat grasland gerealiseerd via ANLb, dit jaar gaat het om 465 hectare. De meeste plasdrasgebieden liggen in Zuid-Holland en Friesland. Zeer actief is het Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, dat binnenkort de honderdste plasdraslocatie realiseert.
De uitbreiding van de oppervlakte aan plasdrasgebieden is volgens Geertsema welkom, maar staat niet op zichzelf. “Er gebeurt meer in het agrarisch natuurbeheer. Een plasdras moet altijd deel uitmaken van een mozaïek van graslanden met voldoende voedsel en broedplekken voor weidevogels. Om de plasdras heen ligt vrijwel altijd kruidenrijk grasland, met niet al te dichte vegetatie. Hier kunnen vogels zich zowel goed verstoppen als doorheen rennen. De bloemen zorgen voor insecten, onmisbaar als voedsel voor de vogels. Ook wordt het maaien uitgesteld tot het einde van het broedseizoen.”
Een agrarisch collectief heeft geen vergunning van het waterschap nodig voor de aanleg van een plasdras. Er wordt bij de aanleg wel rekening gehouden met doelen voor waterkwaliteit. Geertsema: “Het is belangrijk om met beleid te kijken naar het oppompen van water en later naar het laten leeglopen van de plasdras. Dat laatste vindt plaats als het broedseizoen is afgelopen. Dan heb je het over half juni of begin juli.”
Initiatieven met water
De agrarische collectieven voeren het subsidiestelsel voor Agrarisch natuur- en landschapsbeheer uit. Daarnaast zijn ze betrokken bij allerlei projecten, zegt Geertsema. “De laatste tijd zijn er steeds meer initiatieven met water in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Dat valt niet onder het ANLb, maar is daarmee wel goed te combineren. Dan gaan maatregelen voor weidevogels hand in hand met maatregelen voor betere waterkwaliteit in het agrarisch gebied.”
Geertsema wijst er tot slot op dat er meer nodig is dan agrarisch natuurbeheer om echt duurzame populaties van weidevogels te creëren. “Dit is een aspect van de hele discussie over verduurzaming van de landbouw.”
MEER INFORMATIE
Bericht van BoerenNatuur