Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) wil opgeslagen zuiveringsslib naar Groot-Brittannië exporteren, waar het moet worden verwerkt. Er is een exportvergunning aangevraagd voor maximaal 27.000 ton slib. De kosten zijn geraamd op circa 3,5 miljoen euro. Het waterschap werkt tegelijk aan structurele oplossingen voor de slibverwerking en laat daartoe drie opties onderzoeken.
Het zuiveringsslib dat in Groot-Brittannië verwerkt gaat worden, ligt opgeslagen in Terneuzen. Daar heeft AGV het slib vorig jaar naartoe gereden in de maanden dat de verwerking bij de Amsterdamse vuilverbrander Afval Energie Bedrijf (AEB) stil kwam te liggen.
AGV schat de kans hoog in dat de vergunning wordt verstrekt voor de export. “Deze aanvraag voldoet aan alle Europese normen en de eisen die het Verenigd Koninkrijk hieraan stelt. Dit is gebaseerd op de normen en eisen die Waterbedrijven in het VK hebben aangenomen volgens de HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Point) procedures voor het beheer van de slibstromen”, laat AGV-woordvoerder Tim Leeuwerke weten.
In Delfzijl ligt ook nog zuiveringsslib van AGV, maar het is niet de bedoeling dat dat ook verwerkt gaat worden in Groot-Brittannië, stelt Leeuwerke. “Het idee is dat dit slib deels wordt verwerkt bij afvalverwerker EEW in Delfzijl en mogelijk nog via andere verwerkingsroutes.”
Structurele oplossingen
Los van de ad-hoc-oplossingen die het Amsterdamse waterschap zoekt voor het inderhaast opgeslagen slib, moet het ook op zoek naar structurele oplossingen voor het slib dat wekelijks wordt geproduceerd. Dat is gemiddeld 1.800 ton per week. Daarvan verwerkt het weer opgestarte AEB 1.700 ton.
Het aanbod is dus groter dan de vuilverbrander kan verwerken. En dat gat wordt nog groter, omdat AEB heeft aangegeven dat het op jaarbasis gedurende de contracperiode maximaal 60.000 ton slib kan gaan verwerken (nu 87.000 ton).
De oplossing om het overschot aan slib weg te kunnen werken zoekt het waterschap in een samenwerking met afzetorganisatie AquaMinerals, die als slibmakelaar alternatieve verwerking van het slib moet zoeken. Voor de korte en mogelijk ook middellange termijn.
Drie opties
Voor de langere termijn moet AGV ook op zoek naar andere oplossingen, omdat het contract met AEB eindig is en afloopt. In dit traject trekt het waterschap samen op met Waterschap Zuiderzeeland (ZZL). Beide waterschappen tekenden 25 september vorig jaar een overeenkomst waarin ze afspraken samen naar oplossingen te zoeken.
Daarbij werd ingezet op de bouw van een slibdrooginstallatie of een alternatieve verwerking. Uit een toelichting van het dagelijks bestuur aan het Algemeen Bestuur van het AGV blijkt dat nieuwe ontwikkelingen bij AEB, intern beraad en bestuurlijk overleg met ZZL ertoe hebben geleid dat de dagelijkse besturen van beide waterschappen drie opties laten onderzoeken:
a. slibdroging bij en door afvalbedrijf HVC in Alkmaar
b. verwerking via aanbesteding op de markt
c. verwerking met de MID-MIX-technologie (slibverwerking met ongebluste kalk), waar AEB eventueel op de lange termijn op wil inzetten als alternatieve slibverwerking.
HVC
Van de drie opties lijkt slibdroging bij HVC een serieuze mogelijkheid. HVC heeft in Alkmaar een afvalverbrandingsinstallatie waar restwarmte beschikbaar is voor het drogen van zuiveringsslib. Nu dezelfde optie bij AEB lijkt te komen vervallen (de vuilverbrander kan geen zekerheid geven dat restwarmte beschikbaar komt), komt HVC in beeld. AGV en ZZL zouden kunnen aanhaken bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) dat al inzet op slibdrogen in Alkmaar.
De kans dat beide waterschappen hun slib na 2022 laten verwerken door slibverwerkers is afhankelijk van de marktverkenning die wordt uitgevoerd. Tijdens de slibcrisis van vorig jaar hebben zich nieuwe bedrijven gemeld voor slibverwerking, aldus de toelichting van AGV voor het AB, maar het is maar de vraag in hoeverre die signalen serieus zijn.
Bij de laatste optie komt AEB weer in beeld. De vuilverbrander denkt erover om in de MID-MIX-technologie te investeren, aldus AGV. Het slib wordt in dit nieuwe proces bewerkt met chemische oxidatie. Er ontstaat een reststroom die als bouwstof gebruikt zou kunnen worden. De technologie is veelbelovend, stelde onderzoeksinstituut Stowa onlangs op basis van onderzoek. Het proces is evenwel alleen in een pilot getest.
Volgens de planning moeten de onderzoeken eind januari, begin februari zijn afgerond, maar Leeuwerke laat weten dat het nog niet zover is.
MEER INFORMATIE
Stowa onderzoekt veelbelovend slibverwerkingsalternatief MID MIX
AGV kan zuiveringsslib weer kwijt: crisis voorbij, zorgen niet