De gevolgen van de klimaatverandering leiden tot aanzienlijk hogere kosten voor wonen. Daarom is betrouwbare informatie op het niveau van de woning nodig, vinden ABN AMRO, ING en Rabobank. Een verplicht uniform klimaatlabel zorgt ervoor dat klimaatrisico’s beter in de woningwaarde worden weerspiegeld.
Hiervoor pleiten de drie banken in een vandaag gepubliceerd rapport. Wonen wordt volgens hen de komende jaren flink duurder door de klimaatverandering en het klimaatbeleid. De kosten zijn tot 2100 beheersbaar voor Nederland als geheel, op basis van de meest recente KNMI-klimaatscenario’s. Voor getroffen individuen en regio’s ligt dit echter anders.
De gevolgen van de klimaatverandering - zoals zeespiegelstijging, extreme wateroverlast en hittestress - voor de woningmarkt vragen dringend om actie, aldus ABN AMRO, ING en Rabobank. Klimaatadaptief bouwen moet de norm worden. Tevens is het zaak om lasten eerlijk te verdelen.
Zij kijken ook al ver vooruit. De onzekerheid is groot na de eeuwwisseling, wordt gesteld. Om na 2100 weerbaar te zijn in meer extreme klimaatscenario’s, moeten nu al plannen worden gemaakt en maatregelen genomen voor een klimaatbestendig leven.
Energiezuiniger maken van woningen grootste kostenpost
Volgens het advies is het energiezuiniger maken van alle koop- en huurwoningen de verreweg grootste kostenpost. Het gaat tot 2050 om jaarlijks zo’n 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), wat neerkomt op ruim 10 miljard euro per jaar.
Uitgaven van woningeigenaren hiervoor verdienen zich vaak terug via de energierekening en een hogere woningwaarde, zegt Marieke Blom, hoofdeconoom van ING. “Maar dat doorzien is een hele kluif en mensen zien op tegen het gedoe. En een woning helemaal energieneutraal maken, is vaak niet rendabel.”
Ook het aanpassen van de stedelijke openbare ruimte aan wateroverlast, droogte en hitte gaat heel wat geld kosten (ongeveer 0,2 procent van het bbp per jaar tot 2050). Kostenpost nummer drie is het repareren van funderingen die verzakken of rotten door droogte en bodemdaling (minder dan 0,2 procent). De geplande dijkversterkingen tegen overstromingen zijn het minst kostbaar (ongeveer 0,1 procent), in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht.
Zonder ingrijpen toenemende ongelijkheden
De woningwaarde kan dalen door de klimaatrisico’s maar ook stijgen door klimaatadaptief bouwen. Op bepaalde locaties dreigt er een stapeling van problemen. Volgens de banken kunnen de kosten van verduurzaming en van herstel na schade leiden tot een tweedeling tussen huishoudens met en zonder financiële draagkracht, als er niet wordt ingegrepen.
Ester Barendregt, hoofdeconoom van Rabobank, licht toe: “Dat komt doordat woningzoekenden die minder te besteden hebben eerder een woning kopen in een wijk waar de prijzen lager liggen, misschien zonder zich te realiseren dat wateroverlast of funderingsschade er vaker voorkomen. Of doordat buurten waarin huiseigenaren méér te besteden hebben maatregelen treffen, waardoor de woningwaarde juist stijgt. Zo worden bestaande ongelijkheden op de woningmarkt verder versterkt.”
Daarom is op korte termijn actie nodig om de lasten eerlijk te verdelen. Dit geldt zowel tussen huidige eigenaren en toekomstige kopers als tussen hoge en lage inkomens.
Meenemen van klimaatrisico’s bevorderd door klimaatlabel
ABN AMRO, ING en Rabobank komen met een aantal aanbevelingen voor het klimaatbestendig maken van de woningmarkt. Hoofdeconoom Sandra Philippen van ABN AMRO: “Voor het op de korte termijn betaalbaar houden van wonen voor iedereen komt het neer op 1) de juiste prijs, 2) steun waar nodig en 3) liever normeren dan beprijzen, zodat de energierekening niet oploopt. Daarnaast is het zaak om te voorkomen dat al deze aanpassingen ertoe leiden dat kwetsbare huishoudens op kwetsbare locaties eindigen, zoals in veel andere landen gebeurt.”
Belangrijk is dat overheid, hypotheekverstrekkers, verzekeraars en taxateurs informatie ontwikkelen en delen over klimaatrisico’s en -kosten op het niveau van de woning. Dan kan er een uniform klimaatlabel worden ontwikkeld.
De banken willen het klimaatlabel verplicht stellen. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat potentiële huizenkopers klimaatrisico’s meenemen in hun aankoopbeslissing. Dit voorkomt dat mensen een kat in de zak kopen. Woningen en gebouwen met grote funderingsrisico’s zullen in waarde dalen, wat kopers kan helpen om het herstel te financieren.
Normeren in plaats van beprijzen geadviseerd
Een andere aanbeveling is het uitbreiden van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. Dan kunnen eigenaren waar nodig hulp krijgen bij het herstellen van hun pand bij klimaatschade.
De banken zijn ook voorstander van normeren in plaats van beprijzen. Volgens hen heeft de overheid een belangrijke taak om normen te stellen over hoe nieuwe en bestaande woningen klimaatbestendig en energieneutraal kunnen worden gemaakt. Een verduurzamingsplicht bij woningaankoop verhoogt de energierekening niet. Tevens zorgt de plicht ervoor dat de betreffende kosten beter worden gereflecteerd in de aanschafprijs.
Ontwikkeling van systematische aanpak
In het rapport staan ook enkele aanbevelingen richting waterschappen. ABN AMRO, ING en Rabobank raden waterschappen en andere overheden aan om een systemische aanpak te ontwikkelen. Hierbij wordt het planningsproces voorafgegaan door monitoring en inspecties van de gebouwde omgeving, zoals huizen, wegen en riolering.
Verder is het van belang om duidelijk te communiceren over welke huizen kwetsbaar zijn. Het gaat dan om overstromingen of situaties van wateroverlast die worden veroorzaakt door storingen in primaire en secundaire verdedigingssystemen.