Nederlandse bedrijven hebben het afgelopen jaar 85 miljoen euro gestoken in investeringen voor een betere waterkwaliteit. Dat is een beperkt deel van hun milieu-investeringen. Die bedragen ruim 2,1 miljard euro, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Daarmee maken milieu-investeringen 14,4 procent uit van de totale investeringen van het bedrijfsleven. Volgens het CBS-onderzoek gaat bijna 94 procent van het bedrag naar voorzieningen die bedoeld zijn voor een betere luchtkwaliteit en een schonere energievoorziening, zoals luchtfilters, katalysators, windmolens en zonneparken.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de energiebedrijven worden meegerekend. Die zijn dan ook meteen verreweg de grootste investeerders in het milieu. Verder doen de chemie, de aardolie- en de voedingsmiddelenindustrie een flinke duit in het zakje.
Het CBS meldt dat bedrijven in 2020 85 miljoen euro hebben uitgegeven aan voorzieningen voor een betere waterkwaliteit. Het statistiekbureau geeft als voorbeeld installaties voor het zuiveren van afvalwater. Verder ging 32 miljoen euro naar tegengaan van bodemverontreiniging, 9 miljoen euro naar beperken van geluidhinder en voorkomen of beperken van aantasting van natuur en landschap en 4 miljoen euro naar verwerken van afval.
De milieu-investeringen kunnen van jaar tot jaar aanzienlijk schommelen, omdat het wel of niet afronden van grote projecten – zoals windmolenparken op zee – in een bepaald jaar sterk meeweegt. Zo was in zowel 2015 en 2016 sprake van ongeveer 2 miljard euro, niet veel onder het bedrag in 2020. Vorig jaar daarentegen bleven de milieu-investeringen steken op 1,2 miljard euro. Wel is er door de jaren heen een duidelijke stijgende lijn te zien: het milieuaandeel in de investeringen van bedrijven is van minder dan 3 procent in 1975 gegaan naar 14,4 procent in 2020.
MEER INFORMATIE
Toelichting door het CBS