Meer schelpdieren en meer verschillende soorten ringwormen ontdekten onderzoekers van Wageningen Marine Research in een stukje Waddenzee waar niet gevist of gevaren wordt. Dat vergde wel het nodige geduld.
Pas na zeven jaar waren de eerste subtiele verschillen met andere, niet afgeschermde stukken zee zichtbaar. In de eerste zes jaar veranderde er weinig in de bodemdiergemeenschap. ''Het tempo van de veranderingen maakt weer eens duidelijk dat voor het meten van natuurherstel ofwel de effecten van menselijk gebruik vaak een lange adem nodig is’’, concluderen ze dan ook.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit monitoren zij de afgelopen vijftien jaar een geulsysteem ten zuiden van Rottumerplaat en Rottumeroog. Sinds 2005 vindt hier als gevolg van afspraken tussen Nederland, Duitsland en Denemarken geen enkele bodemberoerende menselijke activiteit meer plaats.
De Waddenzee, een van de grootste getijdengebieden van de wereld, is voedselrijk en belangrijk voor een groot aantal vissen, bodemdieren, vogels en zeezoogdieren. Om die reden is het gebied in 2009 ook uitgeroepen tot Unesco Werelderfgoed. Toch wordt de Waddenzee nog steeds intensief gebruikt voor visserij, delfstofwinning en recreatie.
Geulen
Door sluiting van een klein deel kan de natuur hier ongestoord zijn gang gaan. Het Nederlandse gesloten gebied bevindt zich ten zuiden van Rottumerplaat en Rottumeroog en beslaat zo'n 7400 hectare, circa 3 procent van de Nederlandse Waddenzee. Het bevat een compleet zeegatsysteem inclusief bijbehorende geulen en prielen en is erg dynamisch. In tegenstelling tot de geulen rondom is hier sinds 2005 inderdaad niet meer gevist, zo bleek uit een analyse van satellietgegevens.
In de beide geulen in het gesloten gebied, Boschwad en Schild, was de soortenrijkdom na zeven tot elf jaar toegenomen. Vooral in Boschwad, die in de luwte van Rottumerplaat ligt, was dat het geval. Er waren meer schelpdieren, kokkels en nonnetjes, en meer verschillende soorten ringwormen. De schelpdieren waren ook relatief groot (nonnetjes) en oud (kokkels).
De populatie in Schild, die veel meer last heeft van wind en stroming, kwam meer overeen met de open geulen Zuidoost Lauwers en Spruit buiten het gesloten gebied. Hier troffen de onderzoekers vooral soorten aan die bestand zijn tegen regelmatige verstoring, zoals de zager (worm) en de vlokreeft.
Zandmonsters
De onderzoekers, die jaarlijks zandmonsters analyseerden, benadrukken dat de verschillen tussen de open en gesloten gebieden nog klein zijn. Wel houden ze er rekening mee dat die de komende jaren groter worden en dat er bijvoorbeeld ook mosselbanken ontstaan.
Maar ook is het mogelijk dat de verschillen niet groter worden of zelfs verdwijnen door periodes van hitte, kou of stormen. ''Het is een eerste indicatie van een verandering in soortenrijkdom’’, aldus onderzoeker Sander Glorius. ''En dan alleen nog maar in dit gebied. Om een algemeen beeld te kunnen geven, moeten we veel meer kleine gebiedjes onderzoeken.’’
MEER INFORMATIE
Bericht Wageningen Universiteit + link naar rapport