Brabant Water is tevreden over het terugwinnen van spoelwater met keramische membranen. Het Brabantse drinkwaterbedrijf heeft de terugwinunits met de membranen op de productielokaties in Loosbroek en Tilburg geinstalleerd en is daarmee de eerste in de drinkwatersector die deze 'duurzame zuiveringstechniek' toepast. De terugwinresultaten zijn dermate goed dat het bedrijf de techniek ook gaat toepassen op de productielokatie in Eindhoven.
In Loosbroek en Tilburg bereikt het drinkwaterbedrijf al ‘een terugwinpercentage’ van respectievelijk 94 en 93 procent, schetste projectleider Rob van Kempen van Brabant Water donderdag in een presentatie op de vakbeurs Aqua Nederland. Dat waren percentages van februari. “Inmiddels zitten we op 95 procent”, liet hij na de presentatie desgevraagd weten.
In een conventionele zuivering van een drinkwaterbedrijf wordt het spoelwater geloosd. Die praktijk is op gespannen voet komen te staan met de noodzaak om zuinig en efficiënt om te gaan met water. En dat geldt zeker voor Brabant Water dat voor de drinkwaterproductie volledig is aangewezen op grondwater, een bron die in Brabant onder grote druk staat, wat al leidt tot aanscherping door de provincie van de gebruiksruimte in verleende vergunningen.
Efficiënt omgaan
Als reactie onderzoekt het drinkwaterbedrijf alternatieve bronnen voor de drinkwaterproductie, zoals brak en zout water. Daarnaast investeert het in het hergebruik van spoelwater. “Daarmee doen we wat we ook van onze afnemers verlangen: efficiënt omgaan met drinkwater”, legde Van Kempen uit op de vakbeurs.
Brabant Water heeft al 7 zogeheten spoelwaterterugwinunits (stu’s). Er zijn er nu 2 bijgekomen die zijn uitgerust met keramische membranen. Het drinkwaterbedrijf kwam niet zomaar uit bij deze voor de drinkwatersector nieuwe zuiveringstechniek.
Van Kempen: “We hebben drie technieken bekeken: de lamellenseparator, ultrafiltratie en keramische membranen. Die laatste techniek is nieuw in de drinkwatersector, dus ook voor ons. Maar dat was geen beletsel om voor deze membranen te kiezen. Ze kennen een hoge terugwinning en dat sluit natuurlijk perfect aan bij hetgeen we willen bereiken: zoveel mogelijk water hergebruiken.”
Na verder onderzoek viel de keuze op de waterproductielocaties Tilburg en Loosbroek om de units te plaatsen. Van Kempen: “Daar waren de beste omstandigheden.”
Vrij compact
De installatie is vrij compact, aldus de projectleider. “En dat scheelt in bouwvolume, waardoor het project beter is in te passen in het bestemmingsplan en we snel konden bouwen. Daarnaast is het een robuuste techniek, die lang meegaat en weinig onderhoud vergt - je hebt weinig kans op lekkages, verstoringen en vervuiling. Daarnaast heb je minder chemicaliën nodig, wat ook scheelt in transport. Al met al vonden wij dit de meest duurzame keuze.”
Het proces werd ‘in eigen huis’ uitgewerkt, zei Van Kempen. “We hebben op elke locatie twee bufferkelders gebouwd in verband met het onderhoud. In de kelder wordt het spoelwater opgevangen, waarna we het door de keramische membranen pompen. Dan is het al schoon genoeg, maar we laten het dan ook nog door UV-desinfectiestap lopen om er zeker van te zijn dat het aan alle kwaliteitseisen voldoet.”
De beide units zijn nagenoeg identiek in de uitvoering, stelde Van Kempen. In Tilburg wordt per jaar 400.000 kuub spoelwater verwerkt in de unit. In Loosbroek is dat 350.000 kuub.
De keramische membranen worden in Tilburg 1 keer per uur hydraulisch gereinigd met water en lucht, in Loosbroek 1 keer per 2 uur. Van Kempen: “Na 10 hydraulische reinigingen volgt een chemische reiniging om de aangroei van organische materialen tegen te gaan.”
Eindhoven
De eerste ervaringen met de keramische membranen zijn zodanig dat Brabant Water de terugwinunits op meer productielocaties wil plaatsen, verklaarde Van Kempen. In Eindhoven zal de unit met keramische membranen worden geplaatst in het kader van de grootschalige renovatie en nieuwbouw die daar wordt uitgevoerd. “We integreren daar de spoelwaterterugwinning met dezelfde functionaliteit en techniek in het nieuwe zuiveringsgebouw dat in aanbouw is.”
In Tilburg en Loosbroek betreft het zelfstandige installaties, die respectievelijk 6,8 miljoen en 6,3 miljoen euro hebben gekost.