Driekwart van de volwassen Nederlanders maakt zich zorgen over de gevolgen die de klimaatverandering heeft voor toekomstige generaties. Dat geldt het meest voor het vaker voorkomen van droge zomers en overstromingen.
Dit blijkt uit de vandaag verschenen publicatie Klimaatverandering en energietransitie: opvattingen en gedrag van Nederlanders in 2023 van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieraan hebben 18.327 mensen van achttien jaar of ouder meegedaan. In het algemeen denkt 93 procent dat het klimaat aan het veranderen is. Volgens 60 procent komt dit geheel of vooral door de mens. Ook vindt 73 procent van de volwassenen dat de mens nog iets tegen klimaatverandering kan doen.
Tegelijkertijd zien veel mensen het als een groot probleem voor nu en in de toekomst en maken zij zich veel of enige zorgen over de gevolgen van het veranderende klimaat voor toekomstige generaties (76 procent). Deze uitkomsten zijn vergelijkbaar met die bij het vorige onderzoek van het CBS in 2020. Wel maken nu wat meer Nederlanders zich veel zorgen: 34 procent tegen 31 procent drie jaar geleden.
Bezorgdheid over diverse ontwikkelingen
Volwassenen noemen vooral twee ontwikkelingen: meer droge zomers (76 procent) en een toename van overstromingen in Nederland (71 procent). Hoog op de lijst staan verder het uitsterven van dier- en plantensoorten, meer zware regen- en hagelbuien, meer hete zomers en het ontstaan van een kleiner woongebied door de stijging van de zeespiegel (zie grafiek).
De deelnemers aan het onderzoek zijn van mening dat vooral grote bedrijven en industrie, luchtvaart en landen buiten de Europese Unie te weinig doen tegen klimaatverandering. De bijdrage van boeren wordt het vaakst positief beoordeeld.
Klimaatbeleid van overheid belangrijk gevonden
Een grote meerderheid (82 procent) vindt het belangrijk dat de overheid zich bezighoudt met klimaatbeleid. Dat beleid gaat volgens 44 procent niet ver genoeg, terwijl 23 procent een tegenovergestelde mening is toegedaan. Veel mensen (58 procent) zijn wel bezorgd over de kosten.
Vooral hoogopgeleiden, vrouwen en stedelingen zien klimaatverandering als een groot probleem, maken zich er zorgen over en vinden klimaatbeleid belangrijk. Mannen, laagopgeleiden en personen uit huishoudens met een lage welvaart hebben relatief vaak zorgen over de kosten van het klimaatbeleid.
NEDERLANDSE BIJDRAGE AAN KLIMAATTOP
Aanstaande donderdag 30 november gaat COP28 van start. De klimaatconferentie van de Verenigde Naties duurt tot en met 12 december en vindt plaats in Dubai, de grootste stad van de Verenigde Arabische Emiraten. Centraal op COP28 staat de ‘Global Stocktake’: de eerste evaluatie van wereldwijde klimaatactie sinds het akkoord van Parijs in 2015 om de opwarming van de aarde te beperken. Hierbij is ook water een thema.
Een flinke afvaardiging van het demissionaire kabinet gaat naar Dubai. Minister-president Mark Rutte is aanstaande vrijdag aanwezig bij de officiële opening van de klimaattop. Ook ontmoet Rutte die dag regeringsleiders en neemt hij deel aan een aantal bijeenkomsten en werksessies. Verder zijn op verschillende dagen andere kabinetsleden aanwezig, zoals minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie en minister Mark Harbers en staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat.
Om de in Parijs afgesproken doelen in zicht te houden, streeft Nederland in EU-verband naar concrete stappen op het gebied van mitigatie, adaptatie en financiering. Ons land wil tijdens COP28 ook bouwen aan een internationale kopgroep voor de afbouw van fossiele subsidies. Tevens wordt ingezet op een Schade- en Verliesfonds met een brede financieringsbasis voor de meest kwetsbare landen.