secundair logo knw 1

De kennis van boeren is hard nodig en dreigt steeds meer te verdwijnen, zegt Chris Stoffer. Daarom maakt hij zich sterk voor het behoud van de geborgde zetels in de waterschapsbesturen. “Zo groot is het aantal van deze zetels nu ook niet.” Stoffer pleit tevens voor meer aandacht voor ruimtelijke aspecten bij maatregelen voor de waterveiligheid. Hij is in 2018 lid van de Tweede Kamer geworden en gaat als nummer twee van de Staatkundige Gereformeerde Partij (SGP) de verkiezingen in. 

door Hans Klip

Logo stemmen voor water kader “Water doordrenkt mijn leven wel een beetje”, introduceert Chris Stoffer zichzelf. “Ik heb lange tijd als ingenieur en leidinggevende gewerkt bij Rijkswaterstaat en was daar de laatste tien jaar volop betrokken bij het natte. Ik werd zelfs nog een van de schaarse waterdirecteuren genoemd. Ook ben ik algemeen bestuurder geweest bij wat op dat moment nog Waterschap Veluwe was.”

Toen Stoffer in 2018 tussentijds aantrad als Kamerlid, nam hij de brede portefeuille over van zijn voorganger Elbert Dijkgraaf. Met één verschil: hij wilde het ontbrekende beleidsterrein van Infrastructuur en Waterstaat onder zijn hoede nemen en kon dat in een uitruil met een collega regelen. “Met het idee dat ik van deze portefeuille in ieder geval een beetje verstand heb. Ik zie het als de taak van de politiek om goede randvoorwaarden voor het veld te creëren.”

Strijd om water
Voor Stoffer is water een gift van God waarmee mensen op een zorgvuldige manier moeten omgaan. “We hebben in ons land eeuwenlang de strijd tegen water gevoerd en zetten onze knowhow tevens op andere plekken in de wereld in. Sinds kort moeten wij vanwege de droogte ook de strijd om water voeren. Hopelijk hebben we aan het eind van de volgende regeerperiode een aantal scenario’s voor de langere termijn bedacht over hoe we met de droogteproblematiek kunnen omgaan. Nu spreekt mijn ingenieurshart, maar ik vind het voor Nederlandse ingenieurs en andere professionals een mooie uitdaging om deze problematiek te tackelen en de opgedane kennis internationaal te gebruiken om levens te redden.” 

In zijn kamer in het Tweede Kamergebouw hangt het bordje van ambassadeur voor het duurzame ontwikkelingsdoel 6 van schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen voor iedereen. Stoffer trok hierbij samen op met Corrie van Brenk (50PLUS), die nu niet meer herkiesbaar is. “Wij keken met name of het Nederlandse bedrijfsleven kan worden ingezet voor bepaalde initiatieven. Ook hebben we regelmatig minister Cora van Nieuwenhuizen aangesproken over het thema. Zo dienden we de motie Iedereen de pot op in, om ervoor te zorgen dat Nederland wereldwijd in een bepaalde periode dertigduizend toiletvoorzieningen realiseert. Een druppel op de gloeiende plaat, maar wel essentieel voor mensen. Ik heb hiervan nog een Delfts blauw potje op mijn bureau staan.”

Taal van de boeren
Stoffer omschrijft zichzelf als een verbinder en is niet zo geïnteresseerd in politiek vliegen afvangen. Lukt het op waterterrein om goed samen te werken met partijen als D66 en GroenLinks die over sommige zaken heel anders denken? Daarvoor ziet Stoffer wel mogelijkheden. “Bijvoorbeeld Tjeerd de Groot van D66 heeft verstand van zaken en wil serieus thema’s oppakken. Tijdens het recente Waterdebat kreeg ik het gevoel dat we samen een heel eind de goede richting op kunnen.”

'Ik heb altijd grote waardering gehad voor de agrariërs in het waterschap en de kennis die ze meebrengen'

Overeenstemming lijkt echter uitgesloten bij het vraagstuk van het wel of niet afschaffen van de geborgde zetels voor boeren, natuurorganisaties en bedrijven in de algemene besturen van waterschappen. Stoffer ziet niets in het voorstel van de adviescommissie onder leiding van Jan Boelhouwer om te stoppen met deze zetels. “Nederlanders vergeten waterschappen soms een beetje, maar het is een zeer waardevolle bestuurslaag. Ik heb altijd grote waardering gehad voor de agrariërs in het waterschap en de kennis die ze meebrengen.”

Stoffer wijst erop dat veel in het waterschap gebeurt in het buitengebied. “Wordt het spannend, dan is het handig als een heemraad de taal van de boeren spreekt omdat hij er zelf een is. Dat heb ik bij Rijkswaterstaat gemerkt, toen er rond het Twentekanaal door een lek in de bodem kwelwater naar boven kwam en dat tot schade voor agrarische bedrijven leidde. Het optreden van de heemraad nam toen veel onvrede weg.”

Wat is eigenlijk het probleem, vraagt Stoffer zich af. “Zo groot is het aantal geborgde zetels niet.” De SGP’er denkt dat het idee achter afschaffing is dat boeren wellicht tegen alle plannen voor verduurzaming zijn. Dat klopt volgens hem niet. “Het grootste deel van de boeren heeft de intentie om duurzamer te werken, maar kijkt er realistisch tegenaan. De commissie Boelhouwer stelt dat de belangen van boeren voldoende worden gewaarborgd bij de algemene partijen. Er staan echter juist steeds minder agrariërs op politieke lijsten. Laten we daarom het kind niet met het badwater weggooien, want bij de uitvoering zijn de kennis en medewerking van agrariërs keihard nodig. Ik blijf de komende jaren echt knokken voor de geborgde zetels.”

Kansen voor ruimtelijke ordening
Stoffer wil zich ook inzetten voor een beter gebruik van de mogelijkheden voor ruimtelijke ordening bij maatregelen voor de waterveiligheid. Hij wijst op het programma Ruimte voor de Rivier. “Hierbij was er een mooi samenspel tussen enerzijds het oplossen van een waterprobleem en anderzijds het benutten van meekoppelkansen. Deze koppeling is de afgelopen jaren weer wat verdwenen. Binnen het Deltaprogramma is er eigenlijk alleen geld voor waterveiligheid. Overheden en andere partijen moeten zelf maar zoeken naar kansen voor andere doelen. In de politiek zie ik de beweging dat deze benadering wel erg mager is. Ruimtelijke ordening moet weer meer meewegen. Daar wordt ons land uiteindelijk beter van.”

In het verkiezingsprogramma van de SGP is opgenomen dat de doelen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) snel zodanig moeten worden aangepast dat ze rekening houden met de achtergrondbelasting en de haalbaarheid. “Het voordeel van de huidige normering is dat je iets goed moet afmaken”, licht Stoffer toe. “Dat heeft tot mooie projecten geleid. Het lastige is dat als je één stukje van een KRW-norm net niet haalt, eigenlijk alles wat je hebt gepresteerd teniet wordt verklaard. We zouden er gedifferentieerder naar moeten kijken. Tel je zegeningen en waardeer wat er is bereikt. Dat gebeurt in andere landen ook.”

'Het Volkerak-Zoommeer moet zoet blijven, omdat dit een basisvoorziening voor Zeeuwse akkers is'

Zuinig op zoetwatervoorzieningen 
Verzilting is een ander probleem waarover Stoffer zich zorgen maakt. De beschikbaarheid van voldoende zoetwater verdient zijn inziens meer aandacht. “Ik heb in Zeeland akkerbouwers bezocht, die vertelden dat de boel aan het verzilten is. Misschien dat op enkele plekken andere gewassen kunnen worden geteeld, maar het is belangrijk dat er waar mogelijk een goede zoetwatervoorziening aanwezig is.” 

De SGP en het CDA dienden in november 2020 een motie in om een omstreden verziltingsplan voor het Volkerak-Zoommeer te schrappen. De meerderheid van de Tweede Kamer stemde voor. “Het Volkerak-Zoommeer moet zoet blijven, omdat dit een basisvoorziening voor Zeeuwse akkers is. Op zulke zoetwatervoorzieningen dien je zuinig te zijn. Wat dat betreft kijken we er in de politiek anders tegenaan dan enkele jaren geleden.”

De partij van Stoffer heeft van oudsher het belang van de scheepvaart goed op het netvlies staan. “De binnenvaart zit een beetje in de verdrukking, terwijl het een duurzame vervoerssector is. De huidige minister heeft daarvoor gelukkig aandacht. Ik hoop de volgende minister ook, als Van Nieuwenhuizen niet blijft.” Stoffer vindt dat het onderhoudsbudget voor natte kustwerken omhoog moet. “De sluizen en stuwen hebben keihard een onderhoudsbeurt nodig.”

Alarmisme ongewenst bij klimaatbeleid
Er is bijna geen onderwerp waarbij de gemoederen zo verhit kunnen raken, als het klimaatbeleid. De mening van de partijen in de Tweede Kamer varieert tussen onzinnige linkse hobby en de grootste uitdaging van deze tijd. De SGP vindt dat de huidige manier van leven van mensen een enorme aanslag pleegt op de leefomgeving en natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen, waardoor negeren niet alleen onverstandig maar ook onverantwoord is. Tegelijkertijd is het klimaatthema zo complex dat dit zich niet leent voor gemakkelijke kreten, gevaarlijke eenzijdigheid en extreem alarmisme. 

“Er wordt zeer sterk ingezet op CO2-reductie in 2030”, merkt Stoffer op. “We moeten met name bij de energievoorziening niet te hard van stapel lopen, wanneer dat niet per se nodig is. Laten we niet proberen om tegen de klippen op zaken voor elkaar te krijgen, waarbij met boerenverstand al te zien is dat het niet gaat lukken. Dan kunnen we beter aanpassingen iets later doorvoeren om geen geld te vermorsen.”

Stoffer vindt dat klimaatadaptatie en -mitigatie in het algemeen goed worden opgepakt, maar er zijn wel uitdagingen. Hij haalt een recent rapport van ingenieursbureau Sweco aan, waarin wordt gesteld dat Nederland bij de vijf grootste investeringsopgaven tot 2050 nauwelijks rekening houdt met de toekomstige effecten van zeespiegelstijging. “Daarop moeten we alert zijn. Ik heb liever dat we wat meer investeren en later de zeespiegel toch iets minder hard blijkt te zijn gestegen, dan andersom. Dit is gewoon cruciaal voor de veiligheid van ons land.”


CHRIS STOFFER
Chris Stoffer 180 vk Bijna drie jaar zit Chris Stoffer (46 jaar) in de Tweede Kamer, nadat hij in april 2018 tussentijds aantrad. Hij houdt zich bezig met een breed scala aan onderwerpen, waaronder de thema’s op het beleidsterrein van Infrastructuur en Waterstaat. Gezien zijn tweede plaats op de verkiezingslijst van de SGP is het vrijwel zeker dat hij na 17 maart er een termijn van vier jaar aan mag plakken.

Stoffer studeert in de jaren negentig civiele techniek aan de Universiteit van de Twente in een verkeerskundige variant. Hij werkt eerst als trainee bij Arcadis en maakt in 1999 de overstap naar Rijkswaterstaat, waar hij tot zijn Kamerlidmaatschap blijft. Zijn laatste functie is directeur netwerkmanagement in Oost-Nederland, waarbij Stoffer onder andere de verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van de grote rivieren. Hij is namens de SGP zestien jaar lid van de gemeenteraad van Nunspeet en van 2009 tot 2013 algemeen bestuurslid van Waterschap Veluwe (tegenwoordig na een fusie Waterschap Vallei en Veluwe). Stoffer is getrouwd en heeft drie kinderen.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.