De huidige strategie om met zandsuppleties de kust op sterkte te houden, kan nog lang worden volgehouden. Ook kan het duurzamer. Het is dus niet nodig om voor een andere aanpak te kiezen. Dat stelt kennisinstituut Deltares op basis van twee onderzoeken.
Voor het Kennisprogramma Zeespiegelstijging keek Deltares naar de hoeveelheden zand die nodig zijn om bij een stijgende zeespiegel de kustlijn op zijn plaats te houden. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de zandbehoefte in de meeste scenario’s niet veel groter wordt dan twee à drie keer de huidige hoeveelheid.
"De zandbehoefte groeit niet evenredig mee met de stijgende zeespiegel”, zegt Marcel Taal, hoofdauteur van het rapport in een artikel op de site van het Nationaal Deltaprogramma. “Door goed te kijken naar hoe je precies suppleert en waar, kun je met veel minder zand veel meer doen.”
Het gaat nog wel om grote hoeveelheden, miljarden kubieke meters zand, maar uitgesmeerd over de periode van zeespiegelstijging ontstaat het beeld van een suppletiestrategie die nog heel lang mee kan, stellen de onderzoekers. “Elke mm per jaar dat de zeespiegel sneller stijgt vraagt ongeveer één miljoen m3 zand per jaar extra om de kustlijn op zijn plaats te houden.”
12 miljoen kuub
Sinds 1990 voert Rijkswaterstaat de suppleties uit met zand uit de Noordzee. Niet alleen om de kustlijn op zijn plaats te houden, maar ook om andere functies veilig te stellen, zoals natuur, recreatie en drinkwatervoorziening. Er wordt jaarlijks zo’n 12 miljoen kuub zand aangebracht.
“Zandsuppleties zijn vaak een kosteneffectieve oplossing”, stelt Taal. “De oplossing is zelf ook heel adaptief. Je kunt snel op- en afschalen. Met ‘harde’ oplossingen, zoals dijken en stormvloedkeringen, kan dat veel minder makkelijk.”
Om door te gaan met de zandsuppletiestrategie is er wel beleid nodig ten aanzien van de zandvoorraden, aldus de onderzoekers. Zo moet het belang van 'zand voor de toekomst’ zwaarder meewegen bij het beoordelen van andere claims op de Noordzee, zoals windmolenparken en bekabeling. “Dat vraagt ruimtelijke ordening van de Noordzee en terughoudendheid met grote projecten en kustuitbreiding die veel zand vragen.”
Tweede studie
Een tweede studie, uitgevoerd in een kennisalliantie met de TU Delft, Rijkswaterstaat, de Nederlandse Vereniging van Waterbouwers en Ecoshape, laat zien welke mogelijkheden er zijn om het suppleren te verduurzamen, schrijft Deltares.
“Gekeken is naar minder uitstoot van CO2 en stikstof en streven naar meer ecologische winst via het kustonderhoud. Een belangrijke aanbeveling is te kijken hoe de sprong naar duurzaamheid versneld kan worden door extra inspanningen in suppleties en kennis van de zandige Nederlandse kust.”
Uit de studie blijkt onder meer dat de stap naar emissievrij kustonderhoud het best kan worden gemaakt met het traditionele suppletieconcept, zijnde de hopper die wordt doorontwikkeld van een emissiearme naar een emissievrije aandrijving.