Nederland is volgens de Europese Commissie een van de braafste jongetjes van de klas, als het gaat om de behandeling van stedelijk afvalwater. Ook Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk houden zich voor de volle honderd procent aan de Europese richtlijn. België blijft licht in gebreke.
Dat staat in schril contrast met hoe Bulgarije, Hongarije, Ierland, Malta en Roemenië het doen. Deze lidstaten leven de regels niet goed na in meer dan de helft van de stedelijke gebieden. Dat blijkt uit nieuwe gegevens van het Europees Milieuagentschap die tijdens Wereld Toilet Dag (19 november) zijn gepubliceerd. De informatie is gebaseerd op gegevens die de lidstaten zelf inleverden en gaat tot en met 2018.
100 procent score voor Nederland, 95 procent voor België
Op basis van de Europese richtlijn voor de behandeling van stedelijk afvalwater moet Nederland voldoen aan drie doelen: inzameling van 19,7 miljoen inwonerequivalenten (i.e.), biologische zuivering tot 19,7 miljoen i.e. en biologische zuivering met stikstof- en fosforverwijdering tot 19,3 miljoen i.e. Al deze doelen zijn gehaald. Dit is overigens niet nieuw; ook in eerdere jaren deed ons land het goed.
België heeft als drie doelen voor afvalwater: inzameling van 9,2 miljoen i.e., biologische zuivering tot 9,2 miljoen i.e. en biologische zuivering met stikstof- en fosforverwijdering tot 8,1 miljoen i.e. Elk doel wordt net niet bereikt: de zuiderburen blijven er respectievelijk 0,1, 0,3 en 0,7 procent onder. Dat levert een totaalscore van 95 procent op.
Ruim 90 procent Europees afvalwater naar behoren behandeld
Volgens de Europese Commissie heeft de richtlijn uit 1991 een cruciale rol gespeeld bij het verbeteren van de kwaliteit van rivieren, meren en zeeën. Ook gaat er van de EU-richtlijn een gunstig effect uit op de gezondheid en levenskwaliteit van Europese burgers, evenals op de toegang tot goede sanitaire voorzieningen. Inmiddels wordt meer dan 90 procent van het afvalwater in de Europese Unie behandeld conform de regels. De lidstaten zijn deze in het algemeen nog iets beter gaan naleven tussen 2016 en 2018.
Virginijus Sinkevičius, de Eurocommissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij, vindt dat Europa trots kan zijn op wat er is bereikt. Er is echter ook een maar: “Er blijven verschillen tussen landen bestaan en het verwezenlijken van de ambities van de Europese Green Deal en het Zero Pollution Action Plan vereist nieuwe antwoorden. Daarom kijken we volgend jaar naar verbetering van de EU-regels.” De bedoeling is om onder andere de vervuiling in kleinere stedelijke gebieden en de aanwezigheid van microverontreinigingen beter te verwerken in de richtlijn.
MEER INFORMATIE
Bericht Europese Commissie
Landenprofiel Nederland
Landenprofiel België