Bijna 6.700 hectare nieuwe natuur en een vooruitgang bij de biodiversiteit. Dat is de oogst van het programma Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG). Het door Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer uitgevoerde programma is na ruim 25 jaar afgerond.
Hierin werd het herstel van de soortenrijkdom in de Nederlandse delta gecombineerd met het verhogen van de waterveiligheid. Het programma NURG was een wegbereider voor veel vergelijkbare projecten, programma’s en plannen die daarna kwamen, schrijven de ministers Cora van Nieuwenhuizen en Carola Schouten in het voorwoord van de publicatie 25 jaar kansen pakken en volhouden. “NURG-projecten brachten iets van de wildernis terug. Door grond te verzetten, maar vooral door met een duwtje in de juiste richting de natuur weer haar gang te laten gaan.”
Het gezamenlijke programma van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ging in 1993 van start. Verantwoordelijk voor de uitvoering waren Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer. De bedoeling was om nieuwe natuur in het rivierengebied te ontwikkelen. Dat is gelukt: er is bijna 6.700 hectare aan natuurgebieden bijgekomen langs de bedijkte gedeelten van de Rijntakken (Waal, Nederrijn-Lek en IJssel) en de bedijkte Maas.
Toename van biodiversiteit
Soortenarme weilanden en akkers zijn omgevormd in gebieden met stromende nevengeulen, zandige oevers, rietmoerassen, glanshaverhooilanden en bloemrijke graslanden. Het rivierengebied is hierdoor een van de weinige Nederlandse gebieden waar de biodiversiteit toeneemt. De NURG-gebieden vormen samen volgens het boekje een robuust natuurnetwerk voor talloze karakteristieke riviersoorten, zoals stroomdalplanten, libellen, sprinkhanen en andere insecten, talloze broedende trekvogels, bevers en otters.
Het bijzondere verschijnsel van zomersneeuw – grote aantallen eendagsvliegen – is weer te zien. Ook toppredatoren als de zee- en visarend zijn teruggekeerd. Kuddes runderen en paarden grazen het hele jaar door, waardoor nieuwe milieus in de uiterwaarden zijn ontstaan: zandgaten, grazige stukken en schone mest, met ieder eigen biotopen.
Combinatie met wateropgaven
Het was vaak mogelijk om de inrichting van een nieuw natuurgebied samen te laten gaan met dijkversterking of meer ruimte voor de rivier. Zeven NURG-projecten leverden een daling van de waterstand in de rivier op, variërend van 5 tot 18 centimeter per project. Ook is het water in de rivieren ondertussen schoner geworden. In de meeste projecten in het kader van het programma NURG zijn nevengeulen aangebracht, vaak in combinatie met zand- of kleiwinning. De geulen dragen bij aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water.
Als belangrijke succesfactor wordt genoemd dat de hoofdlijnen van het beleid op het gebied van de ecologische hoofdstructuur en het integraal waterbeheer elkaar versterkten. Ook zijn Rijkswaterstaat en Staatsbeheer adaptief te werk gegaan. Het einddoel stond vast, maar de weg ernaartoe bood ruimte om in te spelen op nieuwe kansen en omstandigheden. Er waren veel combinaties mogelijk met andere opgaven zoals recreatie. Dat heeft de financiële haalbaarheid en het draagvlak voor het programma sterk vergroot.
Het programma NURG is afgerond, maar enkele projecten zijn nog niet klaar en worden de komende jaren voltooid. Rijkswaterstaat en Staatsbeheer willen het daarbij niet laten. Zij verkennen de mogelijkheden voor samenwerking in het beheer op elkaars gronden, grotere gezamenlijke beheereenheden, langere nevengeulen en verdere vernatting van overstromingsvlakten. De twee partijen willen hiermee de riviernatuur robuust maken voor de gevolgen van klimaatverandering.
MEER INFORMATIE
Rijkswaterstaat over de resultaten
Boekje over 25 jaar NURG