Vanaf volgend jaar willen ministeries en waterschappen via Blue Deals investeren in internationale waterprojecten. Nederland onderhoudt al sinds 2013 intensieve waterbetrekkingen met Zuid Afrika via het Kingfisher programma. Dat programma kan als blauwdruk dienen voor toekomstige Blue Deals.
Kingfisher begon in 2004 met pilots van twee waterschappen en groeide in 2013 uit tot een programma waarbij elf waterschappen, de Unie van Waterschappen en VNG International bij betrokken zijn. De Nederlandse experts assisteren in Zuid Afrika bij de introductie van decentraal waterbeheer in de vorm van Catchment Management Agencies (CMA's). Het is verreweg het grootste internationale samenwerkingsprogramma waarbij Nederlandse waterschappen betrokken zijn.
Samenhangende projecten
“De Blue Deals zullen – net als Kingfisher – programma’s met verschillende, samenhangende projecten zijn. Dat vraagt een projectorganisatie met een grote coördinerende rol. Wij hebben al doende veel geleerd, de Blue Deals kunnen daar hun voordeel mee doen,” zegt Rob Uijterlinde, Projectleider Internationaal bij de Unie van Waterschappen. “Het vraagt een goede organisatie en veel geduld om relaties op te bouwen.”
En dat is nodig om de Blue Deals te laten slagen. Via zulke deals willen waterschappen en de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tot 2030 75 miljoen euro investeren in internationale projecten en langdurige partnerschappen tussen waterbeheerders in Nederland en het buitenland opbouwen. Twintig miljoen mensen in veertig stroomgebieden wereldwijd beter beschermen tegen water en een betere toegang te geven tot voldoende, schoon water. Dat is het doel van het programma. De Blue Deals zijn gericht op het bieden van hulp, het creëren van kansen voor het bedrijfsleven en het leren van andere landen.
Interne organisatie
“Reserveer genoeg capaciteit binnen de organisatie,” adviseert Uijterlinde. Een programmatische opzet met verschillende, gelijktijdige projecten vraagt redelijk veel management en overhead. “Sowieso wil je natuurlijk voorkomen dat er dubbel werk wordt gedaan. Daarom hebben wij binnen onze eigen projectorganisatie zogeheten Champions aangewezen. Dat zijn voortrekkers op een bepaald onderwerp waarbij collega’s te raden kunnen gaan. Zo hebben wij de organisatie kunnen stroomlijnen.”
Het kost tijd om relaties op te bouwen. Omdat Kingfisher al vijf jaar bestaat en een nog langere voorgeschiedenis kent, was er binnen dit project ook daadwerkelijk de gelegenheid om relaties tussen Nederlandse en Zuid Afrikaanse waterprofessionals op te bouwen. “Vertrouwen opbouwen gaat echt van collega tot collega. Bij trainingen en workshops leer je elkaar kennen en krijg je de kans om een meerwaarde te bieden voor de Zuid Afrikaanse collega’s. Dan kan je leren van elkaar.”
Stabiele relatie
Pas als er sprake is van een stabiele relatie, ontstaat de mogelijkheid om aan het andere doel van de Blue Deals – kansen creëren van het bedrijfsleven – te werken. “Wij zijn erin geslaagd om verschillende Nederlandse bedrijven aan tafel te brengen met Zuid Afrikaanse beslissers en daar zijn ook meerdere grote opdrachten uit voortgekomen.”
Dat is een succesvol aspect van Kingfisher. Uijterlinde heeft in de loop der jaren geleerd dat het stellen van programmadoelen en budgetten in het buitenland een andere waarde heeft als in Nederland. “Wat je leert tijdens zo’n project is dat de werkelijkheid weerbarstig is. We hebben veel mooie dingen bereikt, maar water is ook altijd politiek gevoelig. Politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika hebben gevolgen voor onze lokale partners daar. Die hebben dan andere dingen aan hun hoofd dan samenwerking met Nederland over decentraal waterbeheer. Voor de doelstelling van de Blue Deals is het daarom goed om je te realiseren dat het opbouwen van internationale relaties en het behalen van internationale doelen moeilijk in het tijdspad van een subsidieaanvraag te dwingen zijn.”