Lidstaten passen het Europese landbouw- en waterbeleid zodanig toe dat boeren niet worden gestimuleerd om zuiniger om te gaan met water. Sterker, er is sprake van verkwisting. Zo krijgen boeren vaak vrijstellingen voor grondwateronttrekkingen. Ook gaat meer subsidie naar irrigatie, die vaak een grote wissel trekt op het waterpeil, dan naar het vasthouden van water, constateert de Europese Rekenkamer.
Zoet water wordt schaarser in de Europese Unie door de klimaatverandering. Uit prognoses blijkt dat de waterstress in een aanzienlijk deel van de EU tegen 2030 zal toenemen. De impact van de landbouw op de watervoorraden is groot, een kwart van alle wateronttrekking in de Europese Unie vindt plaats ten behoeve van de landbouw. “Tot dusver heeft het EU-beleid niet voldoende geholpen om de impact van de landbouw op de watervoorraden te beperken”, stelt Joëlle Elvinger, het lid van de Europese Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor het verslag.
Het controleorgaan deed onderzoek in 11 lidstaten en bekeek in hoeverre de Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) duurzaam gebruik van water in de landbouw stimuleren. Nederland behoorde niet tot het onderzoeksterrein van de Rekenkamer, die wel inspectie deed in België, Spanje, Duitsland, Frankrijk, Italië, Bulgarije, Hongarije, Griekenland Cyprus en Portugal. De controle liep van april tot december 2020.
Vrijstellingen
In het verslag staat onder meer dat lidstaten aan landbouwers veel vrijstellingen toestaan voor het onttrekken van wateronttrekking, ook in regio’s met waterstress. Die vrijstellingen staan haaks op gezond watergebruik, aldus de Rekenkamer. Tegelijkertijd passen sommige nationale autoriteiten zelden sancties toe op illegaal watergebruik dat zij opsporen, aldus het controleorgaan.
Dit alles is in strijd met de Kaderrichtlijn Water, die in 2000 als beleidsinstrument is geïntroduceerd ook om duurzaam gebruik van water te realiseren. Het GLB heeft eveneens een belangrijke rol in het duurzaam waterbeheer en biedt instrumenten die de druk op watervoorraden kunnen verminderen, stelt de Rekenkamer. Maar ook het GLB wordt niet door lidstaten gebruikt om efficiënt watergebruik te stimuleren.
GLB
De inkomenssteun die aan boeren wordt verstrekt in het kader van het GLB is ‘niet bevorderlijk voor efficiënt watergebruik of waterretentie’. Sterker, met hun beleid onderteunen de lidstaten de teelt van waterintensieve gewassen in gebieden met waterstress door middel van vrijwillige gekoppelde steun, aldus de rapportage. Voorts worden plattelandsontwikkelingsprogramma's zelden gebruikt om de kwantiteit van water te verbeteren.
“Ook de aanleg van nieuwe infrastructuur waarmee het geïrrigeerde gebied wordt uitgebreid, zal waarschijnlijk de druk op de zoetwatervoorraden doen toenemen. Al met al heeft de EU zeker landbouwbedrijven en projecten gefinancierd die het duurzame gebruik van water ondermijnen”, aldus de auditors.
Als aanbeveling stelt de Rekenkamer dat de Europese Commissie lidstaten moet laten rechtvaardigen waarom ze vrijstellingen geven voor de uitvoering van de KRW. Voorts moet ze GLB-betalingen en plattelandsontwikkelingssteun koppelen aan de eis van duurzaam watergebruik.
MEER INFORMATIE
Verslag Europese Rekenkamer