Op vijf meetlocaties verspreid door het land monitort het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden de bodemdaling. Om de geotechnische eigenschappen van het veen te bepalen, en die informatie te gebruiken om bodemdaling te voorspellen, worden nu extra grote veenmonsters gestoken.
Op de veenweidetestlocatie Zegveld in Woerden zijn vijf zogeheten ‘supersized veenmonsters’ gestoken met een 40 centimeter diameter en 50 centimeter hoogte. Zo kunnen de geotechnische eigenschappen van het veen worden bepaald, zoals de samendrukbaarheid, dichtheid en het organische stof- en koolstofgehalte.
Scenario’s
“Die gegevens hebben we nodig om met modellen te kunnen voorspellen hoeveel en hoe snel de veengrond nog kan dalen als gevolg van veensamendrukking, onder verschillende scenario’s van belasting en grondwaterstand”, zegt Sanneke van Asselen. Van Asselen is bodemdalingsexpert bij Deltares en bij het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden verantwoordelijk voor bodemdalingsmetingen.
Onverstoorde monsters
“Veen is ontzettend slap en bevat vaak grote stukken hout of riet. Dat maakt het lastig om onverstoorde grondmonsters van veen te nemen”, legt Van Asselen uit. Daarom ontwikkelde Deltares de Deltares Large Diameter Sampler. Dankzij deze meetmethode kunnen veenmonsters onverstoord worden gestoken en naar het laboratorium worden gebracht.
Diepere lagen
De monstersteekbus in Zegveld ging circa 5,5 meter de grond in. Daardoor is het volgens Van Asselen mogelijk om ook de eigenschappen van het dieper gelegen veen te bepalen. “Dat is interessant omdat de diepere veenlaag vaak een ander type veen is en andere geotechnische eigenschappen heeft. Als je bodemdaling wilt voorspellen, moet je natuurlijk ook weten hoe de diepere ondergrond er precies uitziet.”
Voorspellen
De komende weken zullen de veenmonsters uit Zegveld worden geanalyseerd in het laboratorium, gedetailleerd worden beschreven en zullen samendrukkingseigenschappen worden bepaald. “Het komend jaar zullen we ook op de andere vier meetlocaties supersized monsters steken. Dat helpt ons om landelijke scenario’s over de bodemdaling te ontwikkelen en te kunnen voorspellen wat er gebeurt als je bijvoorbeeld het grondwater verlaagt, de bodembelasting verandert of juist helemaal niets doet.”
Netto lange termijn effect
De metingen vinden plaats binnen het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOVB). In dit programma wordt de huidige uitstoot van broeikasgassen uit veenweidegebieden onderzocht en de bodemdaling gemonitord, bij verschillende maatregelen.
Van Asselen: “Door over een periode van meerdere jaren structureel en regelmatig te meten, willen we de bodemdaling niet alleen in kaart brengen, maar ook per gebied bepalen welke maatregelen geschikt zijn om de bodemdaling tegen te gaan. De periode van meerdere jaren is nodig omdat de seizoensinvloeden bij bodemdaling groot zijn en we juist het netto lange termijn effect willen bepalen.”