secundair logo knw 1

Afgelopen week werd met een nepstorm de de grasmat van de zeedijk in de Carel Coenraadpolder getest. Vanaf woensdag is het de beurt aan de Emmapolderdijk, ten westen van Eemshaven en daarna volgt de Slachterdijk in Friesland. De testen zijn nodig om te kijken of het gras op de waddenzeedijken ook in de toekomst sterk genoeg is.

De golfoploopproeven die deze weken worden uitgevoerd, zijn nulmetingen waarmee de kracht en het uithoudingsvermogen van het huidige gras op de dijken wordt getest. In het voorjaar zullen vier verschillende dijkvakken worden ingezaaid met nieuwe grasmengsels, die door wetenschappers van de Radboud Universiteit Nijmegen en de WUR zijn samengesteld. Na een proeftijd van vijf jaar wordt dan gekeken welk grasmengsel het meest erosiebestendig is en het meeste bijdraagt aan de biodiversiteit.

Jan Lammers, projectleider POV Waddendijken namens waterschap Hunze en Aa's, noemt de proeven nodig omdat de meeste grasmengsels zijn samengesteld op basis van een rekenmodel. “Terwijl we vermoeden, op basis van de resultaten in de praktijk, dat de grasmat veel meer invloed heeft op de sterkte van de dijk dan tot nu toe aangenomen. Dat sluit ook goed aan in ons streven om van de waddenzeedijken brede, groene dijken te maken. Met deze groene dijken creëren we een zo natuurlijk mogelijke overgang tussen Wad en land.”

Intensief monitoren
De komende vijf jaar zullen de nieuw ingezaaide dijkvakken worden meegenomen in het reguliere beheerprogramma en na vijf jaar zullen ook hier golfoploopproeven worden uitgevoerd. Lammers: “We zullen de stroken natuurlijk intensief monitoren. Zeker in het begin om te bekijken of de grasmengels zich snel vast zetten en of het gras zich goed wortelt. Dat is voor de kracht van de dijk het belangrijkste. De grasmat zelf houdt bij stormen immers niet lang stand, het afweervermogen komt uit de wortels.”

Hoewel de proef in de Carel Coenraadpolder al na 9 uur, in plaats van de verwachtte 18 uur werd afgebroken, is Lammers tevreden. “Precies op de plek van de proef was de grasmat beschadigd door een trekker. Om die zwakkere plek te beschermen, zijn we er ietsje eerder mee opgehouden. Maar het gras heeft het goed gehouden. Die zwakkere plek is waarschijnlijk ook een gevolg van de extreem droge zomer. We zijn nu dan ook met de WUR en de Radboud aan het bekijken of we in de nieuwe grasmengsels nog soorten toe moeten voegen die nog beter tegen de droogte kunnen.”

Eind december zijn de geplande golfoploopproeven afgerond. Naar verwachting verschijnt het rapport met de bevindingen in april 2019.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie
Is dit niet wat eenzijdige berichtgeving? Op Wikipedia staat te lezen: "Op 29 mei 2024 werd bekend dat door The Ocean Cleanup voor de 100e keer plastic afval uit de Grote Oceaan gehaald is. In totaal werd er met die 100 keren 385.000 kilogram opgevist" waarbij wordt verwezen naar nu.nl. Zelfs als de 11,5 miljoen kilo gehaald is (30 keer zo veel als in het geciteerde bericht) dan is dat nog steeds geen 1 procent van de geschatte hoeveelheid plastic in de oceanen (2-8 miljoen ton, volgens schattingen VN). Maar wat voor ons technologen denk ik zeer interessant is en ook in dit vakblad aandacht verdient, zijn de onbedoelde mogelijke schadelijke effecten voor het zeeleven. Hierover is een congres in Liverpool geweest in 2020. Mogelijk is er inmiddels meer onderzoek naar gedaan. In een artikel uit 2020 legde De Correspondent bloot welke keerzijdes er aan een goedwillende techniek als de Ocean Cleanup kunnen zitten en het spanningsveld tussen iets willen oplossen en de vraag voldoende breed in kaart hebben (https://decorrespondent.nl/11379/niemand-weet-welk-probleem-the-ocean-cleanup-eigenlijk-oplost/4ab9e62f-1927-0845-3b42-426dba6ac6b3). Een hoekje ethiek der techniek zou niet misstaan in een vakblad als H2O, lijkt me.