secundair logo knw 1

Graslandbevloeiing op Lankheet bij de oplevering van het project Buurserbeek | Foto Rijn en IJssel

De eeuwenoude techniek van graslandbevloeiing is bijzonder genoeg om door te geven aan volgende generaties. Dat vindt de Nederlandse overheid, die de techniek daarom samen met een aantal andere landen heeft voorgedragen voor de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed.

In Nederland wordt graslandbevloeiing al sinds de middeleeuwen toegepast. Tegenwoordig gebeurt dat nog in twee gebieden: Het Lankheet in Overijssel en De Pelterheggen in Noord-Brabant.

De kennis gaat daar over van generatie op generatie en er zijn internationale contacten met beoefenaars in Oostenrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Luxemburg en Italië. Met deze landen heeft Nederland daarom gezamenlijk besloten de techniek voor te dragen voor de Unesco-lijst.

gunay uslu 180 vk. Günay Uslu"Graslandbevloeiing is niet alleen een beproefde techniek die nuttig is voor landbouwers en natuur, maar ook een traditie die mensen verbindt in Nederland en daarbuiten", zegt staatssecretaris Günay Uslu (Cultuur en Media). "De beoefenaars bezitten een schat aan kennis en vaardigheden. Met deze voordracht wordt dit immateriële erfgoed doorgegeven aan toekomstige generaties."

Omleiden
Graslandbevloeiing houdt in dat water uit een rivier, beek of bron op zo’n manier wordt omgeleid dat het over een weide stroomt (‘vloeiweide’). Door het stromende water komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het land vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan.

Het omleiden is een ingenieus proces dat veel expertise en samenwerking vereist. Er moeten sluizen bediend, dammen aangelegd en geulen gegraven worden. Daarnaast stimuleert graslandbevloeiing de flora en fauna op het land en in de bodem en is het een manier om verdroging – een van de gevolgen van klimaatverandering - tegen te gaan, aldus de overheid.

Waterschap Rijn en IJssel heeft vorig jaar samen met andere partijen de Buurserbeek in en om het landgoed Lankheet (bij Haaksbergen) ingericht als een natuurlijk beekdal met een waterbergingsgebied en vloeiweiden. Die laatste worden beheerd door vrijwilligers van het landgoed, vertelt woordvoerder Mark Ketelaar.

"Wij wilden de beek klimaatrobuuster maken, maar daar hadden we wel grond van het landgoed voor nodig. De doelen kwamen heel mooi samen, er is één ontwerp gemaakt waar we heel trots op zijn. En deze voordracht vinden we natuurlijk ontzettend leuk."

Nederlandse lijst
De 'Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid' is in 2012 in het leven geroepen om immaterieel erfgoed te beschermen. Dat bestaat uit tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die mensen niet verloren willen laten gaan en die ze willen doorgeven aan volgende generaties.

Voordat tradities voorgedragen kunnen worden voor de internationale lijst, moeten ze al op de Nederlandse lijst voor immaterieel erfgoed staan. De coördinatie van deze ‘Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland’ is in handen van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.

Op de internationale Unesco-lijst staan op dit moment drie Nederlandse tradities: het ambacht van molenaar, de corsocultuur en de valkerij. Afgelopen zomer werden de Hollandse Waterlinies op de materiële werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. Die telt daarmee twaalf Nederlandse highlights.

 

MEER INFORMATIE
Informatiepagina Rijksoverheid over erfgoed
H2O-bericht: Hollandse Waterlinies op Werelderfgoedlijst Unesco

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.