secundair logo knw 1

Gevolgen van de overstroming van de grensrivier Our in het Luxemburgse stadje Vianden (18 juli 2021) I foto: Anthony Dehez (Europese Commissie) via Wikimedia Commons

In het Europese project Flash Flood Breaker gaan dertien partijen waaronder het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg samenwerken bij het bestrijden van hoogwater en het vergroten van waterveiligheid. Een ander grensoverschrijdend initiatief is het wetenschappelijke samenwerkingsprogramma JCAR ATRACE op het gebied van overstromings- en droogtebeheer.

Het project Flash Flood Breaker is goedgekeurd door het EU-financieringsprogramma Interreg North-West Europe. Daarmee is 6 miljoen euro aan Europese middelen beschikbaar gekomen. Het project start begin 2024 en duurt drie jaar.

Er doen dertien partners uit Nederland, België, Duitsland, Luxemburg en Frankrijk mee. Het Emschergenossenschaft, een grote waterbeheerder in het Duitse Ruhrgebied, verzorgt de projectleiding.

De partijen gaan werken aan het beter voorbereiden van burgers en bedrijven op hoogwater, onder meer via specifieke voorlichtingscampagnes. Ook maken zij een overzicht van mogelijke maatregelen die burgers kunnen nemen. Verder worden voorspellingen van hoogwater verbeterd. De bedoeling is dat de instrumenten die worden ontwikkeld, internationaal kunnen worden ingezet.

Bijdrage door programma WRL
Het programma Waterveiligheid en Ruimte Limburg (WRL) is een van de partners in Flash Flood Breaker. Hierin werken Provincie Limburg, Waterschap Limburg, alle Limburgse gemeenten en het Rijk samen.

WRL gaat een bijdrage leveren aan drie werkpakketten:

  • het ontwikkelen en implementeren van een actieplan voor verbeterde overstromingsbestendigheid in steile stroomgebieden in de provincie Limburg;
  • het testen van innovatieve geïntegreerde modelleringstools en de innovatieve op kunstmatige intelligentie gebaseerde voorspellingstool valleigebied;
  • het opzetten en implementeren van pilotactiviteiten voor gemeenschappen op lokaal niveau, zodat zij snel kunnen reageren op plotselinge overstromingen in rivierbeddingen in steile valleien.

Het programma WRL is onder andere bezig met een boekje met uitgebreide informatie over mogelijke maatregelen, advies aan huis, een stimuleringsregeling en draaiboeken om met de buurt zich voor te bereiden op wateroverlast. Deze producten zullen nu gedeeltelijk internationaal worden ontwikkeld. WRL ontvangt hiervoor ongeveer 670.000 euro vanuit het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling.

Toegepast onderzoek naar overstromingsbeheer
In het nieuwe samenwerkingsprogramma JCAR ATRACE gaat het om toegepast onderzoek naar het beheer van overstromings- en droogterisico’s in regionale stroomgebieden. Kennisinstituten uit België, Duitsland, Luxemberg en Nederland nemen eraan deel.

Het programma is officieel van start gegaan tijdens de Benelux-Waterdag op 29 november. Deltares heeft de coördinerende rol. Verder zijn onder andere de TU Delft, Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit Twente van de partij.

Het doel is om met onderzoek de grensregio’s weerbaarder te maken tegen de gevolgen van extreem nat of droog weer. De kennisinstellingen willen samen de gemeenschappelijke kennisbasis over grote overstromingen en droogtes verstevigen en beschikbaar stellen. Daarmee kunnen overstromings- en droogtestrategieën van regionale overheden worden onderbouwd. De eerste studies van het programma worden begin volgend jaar gepubliceerd.

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.