Krap een half jaar liep in de sector waterschappen de Groen op weg Challenge, een initiatief van A&O fonds Waterschappen en het cao-overleg. Doel was de bewustwording rondom duurzaamheid te vergroten, ideeën op te halen voor een groene cao en een inschatting te maken van de mogelijkheden voor CO2-besparing op het gebied van duurzame mobiliteit.
“In onze sector is veel aandacht voor duurzaamheid”, zegt Bart de Zwart, fondsmanager van A&O fonds Waterschappen. “In ons werk hebben we te maken met effecten van klimaatverandering als zeespiegelstijging en droogte. Daar reageren we als waterschappen niet alleen op door het nemen van mitigerende maatregelen, maar ook door aandacht te hebben voor de bron van het probleem.”
Dat laatste is volgens De Zwart een sentiment dat duidelijk leeft onder de waterschapsmedewerkers. “Veel mensen kiezen voor deze sector omdat ze een bijdrage willen leveren aan de maatschappelijk rol die wij als waterschappen hierin vervullen. Vanuit de sociale partners, die onderhandelen over de collectieve arbeidsvoorwaarden, kwam het verzoek om ideeën op te halen bij de medewerkers voor een groene cao.”
Daarvoor werd gekozen voor een challenge met een drieledig doel. Het A&O fonds wilde het duurzame bewustzijn verder vergroten, concrete ideeën ophalen voor de CAO en een onderzoek doen naar reisgedrag, -behoefte en -potentieel op het gebied van woon-werkverkeer.
De bewustwordingschallenge viel uiteen in vier blokken van meerdere weken waarbij steeds andere onderwerpen werden aangesneden en de medewerkers werden uitgedaagd aan de gang te gaan met tips. “De medewerkers, of de teams van medewerkers, konden punten scoren door de ‘groene acties’ van de challenge uit te voeren.”
In totaal deden 759 medewerkers uit de sector waterschappen mee, verdeeld over 124 teams uit 26 organisaties. Samen voerden ze bijna 10.000 duurzame, groene acties uit. “Dit laat zien dat er een hele enthousiaste groep van medewerkers in de sector echt met dit onderwerp aan de gang wil gaan. Niet alleen in de privésituatie maar ook op het werk. Dit zijn echte ambassadeurs voor het onderwerp.”
Ook ideeën voor een groene cao werden volop aangedragen, alles bij elkaar 78 (46 over mobiliteit, 32 in de categorie ‘overig’). Een jury boog zich over de voorstellen. “De belangrijkste criteria waren impact, haalbaarheid en creativiteit. Bekroond werden de voorstellen om het werkgerelateerde ov-abonnement ook privé in te mogen zetten en het creëren van de mogelijkheid om met het thuiswerkbudget ook tweedehands spullen op Marktplaats of bij de kringloop te kopen.”
Alle voorstellen zijn na afloop van de challenge aangeboden aan het cao-overleg. “Die onderhandelingen lopen nu. De ingebrachte ideeën worden in het overleg meegenomen, zowel nu als bij volgende cao-onderhandelingen.”
Uit het onderzoek rondom het reisgedrag blijkt volgens De Zwart dat er nog veel potentieel is in de sector om de aan vervoer gerelateerd CO2-uitstoot te verminderen. “Dat kan in onze sector vooral door het gebruik van elektrische fietsen en emissieloze auto’s te stimuleren. Maar ook door de groep medewerkers die vrijwel elke dag naar het werk komt te stimuleren om ook af en toe eens een dag thuis te werken.”
Volgens De Zwart is de methode van een challenge effectief gebleken om de creativiteit van de medewerkers aan te spreken. “Je merkt dat de medewerkers veel kennis van zaken en ideeën hebben. De challenge heeft interessante suggesties opgeleverd, niet alleen voor het cao-overleg, maar ook voor de deelnemende organisaties. Dus ook bij andere onderwerpen waarvoor het belangrijk is om de wensen en behoeften van de medewerkers in kaart te brengen, kan ik me goed voorstellen dat deze vorm ingezet kan worden.”
Eerlijker voor de boeren en de maatschappij.
Het pleidooi voor meer overleg in het kader van grensoverschrijdend waterbeheer met Duitsland en België, maar ook met Luxemburg, Frankrijk en Zwitserland, is wel steekhoudend. Het stroomgebied van de Rijn beslaat naast Nederland immers Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Stroomgebied van de Maas beslaat naast Nederland ook Frankrijk, Luxemburg, België en Duitsland. Voor zover ik weet zijn er in waterschapverband slechts een aantal pilots hier momenteel concreet mee bezig o.a. via het ontwerpen en operationaliseren van grensoverschrijdend waterbeheer rondom de Overijsselse Vecht en ook voor delen van het Roer stroomgebied dat aansluit op de Maas. Ruimte voor de rivieren in Nederland gaat maar beperkte impact hebben als niet eenzelfde inhaalslag gaat plaatsvinden in de bovenstrooms genoemde landen.
Acht kennisinstituten uit Nederland, België, Duitsland en Luxemburg gaan daarom onder coördinatie van Deltares onderzoek doen naar beter beheer van grensoverschrijdende regionale stroomgebieden. De watersnood in juli 2021 heeft geleerd dat autoriteiten hier geen goed overzicht over hebben en dat kennis over de overstromings- en droogterisico’s langs de kleinere grensoverschrijdende zijrivieren van de Maas en Rijn nog heel versnipperd is.
Het artikel stelt terecht dat voor grensoverschrijdend waterbeheer nog te weinig urgentie is.