De warmste zomer ooit gemeten, langdurige hittegolven, enorme bosbranden en heftige regenval met als gevolg grote overstromingen. Voor Europa was 2021 een jaar met heel wat extreme weersgebeurtenissen, blijkt uit een overzicht van de Copernicus Climate Change Service.
Het rapport European State of the Climate 2021 verscheen afgelopen vrijdag op de Dag van de Aarde. Dit is een publicatie van Copernicus Climate Change Service (C3S), een van de thematische informatiediensten van het EU-programma Copernicus voor aardobservatie.
C3S-directeur Carlo Buontempo noemt 2021 een jaar van extremen voor Europa en wijst daarbij op de heetste zomer, hittegolven in de Middellandse Zee en overstromingen en winddroogte in West-Europa (zie de infographic). Hieruit blijkt volgens haar dat het begrip van weers- en klimaatextremen steeds relevanter wordt voor maatschappelijke sectoren. "Nauwkeurige klimaatinformatie is belangrijker dan ooit om ons te helpen weloverwogen beslissingen te nemen.”
Mauro Facchini, hoofd aardobservatie bij de Europese Commissie, haalt de waarschuwing van de wetenschappelijke experts van het IPCC aan dat er bijna geen tijd meer is om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad Celsius. “Dit rapport benadrukt de dringende noodzaak om op te treden, aangezien klimaatgerelateerde extreme gebeurtenissen zich al voordoen in Europa.”
Europees hitterecord gebroken op Sicilië
Uit het rapport van C3S blijkt dat Europa een warm jaar achter de rug heeft, al valt 2021 net buiten de top tien van warmste jaren. De jaargemiddelde temperatuur was door de bank genomen wat lager dan die van recente jaren en zeker van 2020. Wel was de zomer warmer dan ooit eerder gemeten, met 1 graad Celsius boven het gemiddelde in de afgelopen dertig jaar.
De temperaturen waren door wekenlang durende hittegolven ongebruikelijk hoog in Noordoost-Europa in juni en in het Middellandse Zeegebied in juli en augustus. Op Sicilië werd een nieuw – wel nog voorlopig – Europese hitterecord gevestigd: 48,8 graad Celsius. De lente was daarentegen wat aan frisse kant in Europa. Begin april was er zelfs een snelle verandering van erg warm naar zeer koud voor de tijd van het jaar.
In Italië en Griekenland en op de Balkan was het in de zomermaanden ook bijzonder droog. De combinatie van droogte en hitte zorgde in de zuidelijke landen voor verwoestende bosbranden. Daarbij ging in juli en augustus meer dan 800.000 hectare aan natuurgebied verloren.
Uitzonderlijke regenval in West-Europa
In West-Europa was het daarentegen half juli uitzonderlijk nat. Een langzaam bewegend lagedruksysteem bracht vochtige lucht uit een ongewoon warme Oostzee, wat leidde tot heftiger regenval dan ooit eerder gemeten (sinds 1950). Deze neerslag viel op reeds verzadigde bodems langs de Belgisch-Duitse grens. Dit leidde tot recordafvoeren van de Maas en Rijn (vanaf 1991 bijgehouden) en grote overstromingen in vooral België, Duitsland en Limburg, met als gevolg enorme schade en ruim tweehonderd dodelijke slachtoffers over de grens.
Volgens het rapport van C3S waren de windsnelheden in delen van Noordwest- en Centraal-Europa op jaarbasis aanzienlijk lager dan normaal. Dit probleem van winddroogte deed zich vooral voor in Denemarken, Duitsland, Ierland, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor viel de opbrengst van windenergie tegen.
MEER INFORMATIE
Informatie C3S over klimaatrapport