Er komt 5000 m3 testwater vrij als een geothermieproject wordt opgezet. Dit zoute water moet worden opgeslagen en verwerkt. Advies- en Ingenieursbureau Royal HaskoningDHV onderzocht welke verwerkingswijze uit technisch, maatschappelijk, juridisch en milieutechnisch oogpunt het meest aantrekkelijk is. De herinjectie van het testwater en de inzet van RWZI’s zouden uitkomst kunnen bieden.
Bij de realisatie van een geothermieproject moeten de putten getest en schoongespoeld worden. Daarbij komt circa 5000 m3 testwater vrij. Dit water is zout, ongeveer drie keer zouter dan zeewater. “Vanuit de sector ontstond grote behoefte aan duidelijkheid over wat ze met dat water moesten doen,” vertelt Jan Appelman.
Als projectmanager Water & Industry bij Royal HaskoningDHV was hij betrokken bij het onderzoek dat werd verricht in opdracht van het Ministerie van LNV en het Programma Kennisagenda Aardwarmte. “Die duidelijkheid is niet volledig te geven. Er is niet één methode die altijd voldoet. Welke optie de meest aantrekkelijke is, hangt bijvoorbeeld af van de ondergrond en ook van de locatie ten opzichte van de zee.”
Vier manieren
De onderzoekers bekeken vier manieren om het testwater te verwerken: herinjectie, lozing op zoet en zout oppervlaktewater, verwerking op een RWZI en afvoer per as naar een externe verwerker. Appelman: “De opties scoren verschillend op het gebied van investeringskosten, operationele kosten en energieverbruik of CO2-emissies. De conclusie is dat het altijd maatwerk is. Maar kijken we vanuit de (milieu)wet- en regelgeving, dan is herinjectie van testwater de meest aantrekkelijke optie. Dan worden de stoffen namelijk teruggebracht naar de oorsprong.”
Huiverig
Omdat bij herinjectie de kans bestaat dat de injectiviteit van het reservoir wordt aangetast en daarmee nadelige financiële gevolgen op kan leveren, zijn veel operators huiverig voor herinjectie. “We praten over een diepte van drie tot vier kilometer. De kennis over de ondergrond op die diepte is nog niet toereikend.”
Mijnbouwhulpstoffen
Om te voorkomen dat putten verstoppen, is behandeling van het testwater hoe dan ook noodzakelijk. Mijnbouwhulpstoffen als zuurstofbinders en anticorrosiestoffen worden toegevoegd. Appelman meent dat nog onvoldoende duidelijk is op welke gronden stoffen bij herinjectie worden toegelaten. “Zeker is in elk geval dat het testkader van Rijkswaterstaat het niet zomaar toestaat dat testwater met toevoegingen op het oppervlaktewater geloosd wordt.”
RWZI
Volgens Appelman zouden de zouten uit het testwater, na eenvoudige behandeling, zonder grote problemen geloosd kunnen worden in de zee of in grotere wateren. Hij denkt dat ook verwerking op een RWZI uitkomst zou kunnen bieden. RWZI’s zijn echter eigenlijk niet bedoeld om bedrijfsafvalwaterstromen te verwerken. “De bestaande wet- en regelgeving is gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Dat kan er toe leiden dat het innovatie in de weg staat. Als we het erover eens zijn dat geothermie een duurzame energiebron is en een RWZI een oplossing kan bieden voor een tijdelijk probleem, zou daar toch anders naar gekeken kunnen worden.”
MEER INFORMATIE
‘Onderzoek naar de verwerking van testwater afkomstig van geothermie’ (pdf)