In het Vlaamse ‘Massief van Brabant’, een historisch gesteente vol breuken en spleten, kan 100 miljoen liter drinkwater worden opgeslagen. Dat stelt de Vlaamse Waterunie na een test. Het drinkwater kan worden opgepompt als er tekorten dreigen in droge periodes. Met de waterbuffer kunnen 3.000 gezinnen 6 maanden lang van drinkwater worden voorzien, stelt het bedrijf.
De Waterunie, een dochteronderneming van de Vlaamse waterbedrijven Farys en De Watergroep, deed de proef in het Oost-Vlaamse Aalst. Hydrogeologen en ingenieurs onderzochten of de spleten in het gesteente geschikt zijn voor ondergrondse wateropslag.
Er werd een put van 220 meter diep geslagen. Via die put werden gezuiverde wateroverschotten in ondergrondse holtes geïnjecteerd. Dat water duwt het water dat er al van nature zit weg met als resultaat een bel van geïnjecteerd drinkwater, schrijft Waterunie.
“De eerste pompresultaten zijn positief. We kunnen maar liefst 25.000 liter drinkwater per uur in de ondergrondse waterputten injecteren. Als we dat gedurende de hele herfst en winter doen, zit er elk jaar een reserve van 100 miljoen liter drinkwater onder de grond als buffer voor de droge seizoenen.”
De positieve uitkomst van de test betekent niet dat er meteen een drinkwaterbuffer wordt aangelegd in het gesteente. “In een volgende fase onderzoeken we of de kwaliteit van het ingebrachte drinkwater na het oppompen nog voldoet aan alle vereisten. Als ook die resultaten succesvol zijn, kunnen we het concept van de ondergrondse wateropslag de komende jaren uitrollen naar verschillende plaatsen in Vlaanderen”, laat Marleen Porto-Carrero, algemeen directeur van Farys, weten.