secundair logo knw 1

Kaart van Rijnland en Amstelland door Nicolaas Visscher (1698) I Beeld uit Historische wateratlas NL

Technisch vernuft, aanpassingsvermogen en organisatietalent. Deze drie factoren zijn volgens Martin Berendse en Paul Brood bepalend voor het succes van het Nederlandse watermanagement. “Samen vormen ze de ‘drijvende kracht’ van Nederland.” De archivarissen behandelen in de Historische wateratlas NL onze relatie met water vanaf de oertijd tot nu.

Berendse en Brood schetsen in deze nieuwe publicatie in ruim 200 pagina’s de hoofdlijnen van het verhaal van Nederland Waterland, aan de hand van 285 oude kaarten en andere afbeeldingen. Daarbij komen zulke uiteenlopende onderwerpen langs als de Doggerbank, de Allerheiligenvloed van 1170, de eerste waterschappen, de oudste sluizen, de ‘wandelende’ Waddeneilanden, water als strategisch wapen tijdens de Tachtigjarige Oorlog, de Haarlemmermeer en andere droogmakerijen, de eerste drinkwaterleidingen anderhalve eeuw geleden, watersnoodrampen in de twintigste eeuw, het programma Ruimte voor de Rivier en, tot slot, de Wageningse visie op een natuurlijkere toekomst van Nederland in 2120.

Water vriend en vijand
Het werd volgens de twee archivarissen de hoogste tijd om een historische atlas volledig te wijden aan de Nederlandse relatie met het water. “In Nederland Waterland is het water vriend en vijand tegelijk en kan het voor van alles en nog wat worden ingezet: energie, transport, landsverdediging en nog veel meer. De techniek en de organisatie van onze waterstaat lopen als twee rode draden door deze atlas. We beschikken in onze archieven over zoveel schitterende historische waterstaatskaarten en andere bronnen, dat we er wel vijf atlassen mee zouden kunnen vullen.”

Cover wateratlas

Berendse en Brood vertellen dat de waterstaatskaart een genre op zichzelf is in de historische cartografie. “Tussen ongeveer 1865 en 1990 was er zelfs zoiets als de Waterstaatskaart van Nederland, een volledig geüniformeerde, landelijk dekkende inventarisatie van de waterhuishouding van (en vooral: de afwatering in) Nederland.” Aardig detail: de drukker kreeg op de Parijse wereldtentoonstelling van 1881 een eervolle vermelding van de jury. Tegenwoordig is alles gedigitaliseerd in het Waterstaatkundig Informatie Systeem (WIS).

Land van aan- en afvoerders
De auteurs sluiten het schrijfwerk aan de atlas af op 18 juli 2022. “Een bijzondere dag, want het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden neemt het opmerkelijke besluit om het gemaal De Aanvoerder in werking te stellen. Het gemaal in Utrecht is speciaal aangelegd om zoet water uit het Amsterdam-Rijnkanaal in het Groene Hart te pompen. Bij uitzonderlijke droogte is dat nodig en daarmee hebben we in 2022 te maken.”

Deze maatregel is volgens Berendse en Brood tekenend voor het gegeven dat de strijd met het water een belangrijk deel van de Nederlandse identiteit uitmaakt . Wat ervan kan worden geleerd? “Dat we tot in lengte van jaren een beroep op onze drijvende kracht - ons vernuft, aanpassingsvermogen en organisatietalent - zullen moeten doen. Nu eens om van het water af te komen, dan weer om er voldoende van beschikbaar te hebben. We zijn nu eenmaal een land van aan- en afvoerders van water. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven.”

De Historische wateratlas NL van Martin Berendse en Paul Brood is verschenen bij uitgever WBOOKS en kost 39,95 euro. Ga voor een voorproefje naar het inkijkexemplaar.
 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.