Het Hoogwaterbeschermingsprogramma trekt 350 miljoen euro uit voor de versterking van het dijktraject Gorinchem-Waardenburg. Het gaat om 23 kilometer dijk, waarvan de versterking gevoelig ligt bij omwonenden. In juni van dit jaar gaat de schop de grond in, in 2026 moet de dijkversterking klaar zijn.
De versterking heeft betrekking op de dijk die loopt vanaf de Dalemsewal in Gorinchem (provincie Zuid-Holland) tot de kruising met de A2 bij Waardenburg (provincie Gelderland). De dijktrajecten zijn afgekeurd op een of meer van de faalmechanismen hoogte, binnenwaartse stabiliteit, buitenwaartse stabiliteit en piping.
In het gebied leven nog veel emoties en onbegrip over de snel uitgevoerde dijkverbeteringen na het hoogwater van 1995. Waterschap Rivierenland heeft er als opdrachtgever nu op ingezet om in de verkenningsfase bewoners in het gebied intensief te betrekken bij de versterking en de aanpak. Met deze participatie wil het waterschap ook ervaring opdoen met de integrale aanpak zoals die na de invoering van de Omgevingswet gemeengoed moet gaan worden bij dit soort projecten.
Vijf werkgroepen uit de omgeving hebben zich de afgelopen jaren gebogen over de vraag wat zij belangrijk vinden op en rond de dijk. Deze inbreng moet zijn weerslag krijgen in de aanpak van de dijkversterking. Deze omzichtige aanpak is ook geboden omdat de afgekeurde dijktrajecten nabij bebouwde kernen liggen. Op diverse plekken staat bebouwing dicht tegen de dijk aan. Er zijn verder raakvlakken met de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een Werelderfgoed van Unesco. Bij Fort Vuren ligt de dijk tegen de fortgracht aan.
De versterking wordt uitgevoerd door de Graaf Reinaldalliantie, een samenwerkingsverband van Rivierenland met de aannemers Heijmans, GMB en de Vries & van de Wiel en met Royal HaskoningDHV als adviserende partij.
Voor de verkennings- en planuitwerkingsfase en aankoop van gronden droeg HWBP al zo'n 80 miljoen euro bij. Daar komt nu een kleine 350 miljoen euro bovenop voor de uitvoering. Volgens de afgesproken HWBP-betalingsmethodiek neemt het waterschap zelf 10 procent van de totale kosten voor zijn rekening, wat neerkomt op een bedrag van 41 miljoen euro. Het algemeen bestuur van Rivierenland stemde daar vorige week vrijdag mee in.