De meeste waterschappen hebben hun zaakjes voldoende op orde bij de invulling van de zorgplicht voor primaire waterkeringen, maar bij vijf waterschappen zijn er nog tekortkomingen. Hetzelfde geldt voor drie regio’s van Rijkswaterstaat. Dat stelt de Inspectie Leefomgeving en Transport op basis van de situatie op 1 januari 2019. Volgens de inspectiedienst kunnen deze partijen nog dit jaar alle noodzakelijke verbeteringen hebben doorgevoerd.
Bij de zorgplicht gaat het om de manier waarop waterschappen en regio’s van Rijkswaterstaat het beheer en onderhoud van de dijken, duinen en stormvloedkeringen uitvoeren. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) kijkt naar hoe het zit met de processen en organisatie: voldoen die op alle punten aan de minimale eisen voor de zorgplicht? Dat wordt geborgd genoemd. De ILT heeft hierover twee rapportages gemaakt, die minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat gisteren aan de Tweede Kamer aanbood.
Tekortkomingen bij vijf waterschappen
De ILT stelt op basis van inspecties in 2017 en 2018 vast dat de waterschappen ver gevorderd zijn met de inrichting van de zorgplicht. Het aantal aandachtspunten (oranje) en tekortkomingen (rood) is relatief laag, wordt opgemerkt. Bij veertien waterschappen die primaire waterkeringen beheren, zijn er geen tekortkomingen geconstateerd. Wel hier en daar een aantal aandachtspunten, als het gaat om ambities, besturing en (werk)processen.
Vijf waterschappen blijven nog op enkele punten in gebreke. Het gaat om Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Hoogheemraadschap van Delfland, Waterschap Hollandse Delta, Waterschap Scheldestromen en Wetterskip Fryslân. Bij deze waterschappen zijn er in totaal twintig tekortkomingen aangetroffen. De ILT zette veertien rode stippen bij de uitvoering, namelijk bij het beheren van de dagelijkse gegevens, het onderhoud, de bediening van waterkerende kunstwerken en de calamiteitenzorg. De ILT voert bij de vijf waterschappen in 2019 en 2020 herinspecties uit.
Rijkswaterstaat ver gevorderd
De inspectiedienst schetst ook een vrij positief beeld van de situatie bij Rijkswaterstaat. Deze organisatie is eveneens ver gevorderd met de inrichting en uitvoering van de zorgplicht. Het aantal geconstateerde aandachtspunten en tekortkomingen is tamelijk laag, al zijn de aantallen wel relatief hoger dan bij de waterschappen. De zorgplicht was op de peildatum van 1 januari 2019 niet volledig geborgd in drie van de zeven regio’s: Midden-Nederland, West-Nederland Zuid en West-Nederland Noord.
Hier zijn nog verbeteringen nodig. Zo constateert de ILT dat het in een van de regio’s onzeker is of de sluiting van de waterkering volgens protocol verloopt. Een ander voorbeeld is het ontbreken van een bedieningsinstructie bij een sluis. Deze tekortkomingen zijn niet zo ernstig dat zij leiden tot een risico voor de leefomgeving.
Al verbeteringen doorgevoerd
De waterschappen en Rijkwaterstaat hebben vorig jaar in bestuurlijke reacties aangegeven zich te herkennen in de bevindingen en conclusies van de ILT. Zij hebben inmiddels de nodige verbeteringen doorgevoerd bij zowel tekortkomingen als aandachtspunten. Volgens de ILT kunnen alle beheerders van primaire waterkeringen nog dit jaar de invulling van de zorgplicht hebben geborgd.
MEER INFORMATIE
Kamerbrief minister plus rapporten ILT