Vanaf september zal het kabinet plannen presenteren om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. Dat schrijft minister Harbers (IenW) in een brief aan de Tweede Kamer waarin de bewindsman reageert op de aanbevelingen van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) hierover.
In de Kamerbrief herhaalt minister Harbers dat er extra stappen nodig zijn om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen. In het vormgeven van die stappen wil het kabinet de aanbevelingen van de Rli meenemen.
Met zijn brief geeft Harbers de kabinetsreactie op deze hoofdaanbevelingen en belooft hij na de zomer de Kamer te informeren over de verdere uitwerking van het impulsprogramma, dat al van start is gegaan, om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water te halen.
Vergunningsplicht
In mei pleitte de Rli, in het advies Goed water goed geregeld, ervoor alle onttrekkingen uit grond- en oppervlaktewater vergunning- of meldingsplichtig te maken en te zorgen voor voldoende fysieke ruimte voor drinkwater. Minister Harbers stelt dat al in 2021 is vastgesteld dat het niet uitvoerbaar is om een vergunningplicht voor alle grondwateronttrekkingen in te stellen. Wel schrijft de minister ‘dat een landelijke meldingsplicht voor alle onttrekkingen, en mogelijk regionaal zelfs vergunningsplicht, wordt overwogen.’
Voor wat betreft de fysieke ruimte voor drinkwatervoorziening, wijst Harbers op het ‘Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023 tot 2030’. Over de voortgang van dit programma verwacht de minister de Tweede Kamer in het najaar te kunnen informeren.
Het Rli pleit ook voor aanscherping van de mestregelgeving, inkrimping van de veestapel en verbetering van de zuiveringsprocessen op rwzi’s om de nutriëntenconcentratie in het grond- en oppervlaktewater te verminderen.
Nutriënten
Waar het gaat om het verminderen van de nutriëntenconcentratie in het grond- en oppervlaktewater, verwacht het kabinet dat de veestapel zal inkrimpen door de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ook wijst minister Harbers op de derogatiebeschikking, waarin is opgenomen dat Nederland de mestproductieplafonds tot en met 2025 geleidelijk zal verlagen.
In reactie op het Rli-advies om uiterlijk in 2027 verbeterde zuiveringstechnieken toe te passen op RWZI’s waarvan het effluent te veel nutriënten bevat, stelt Harbers dat de meeste waterschappen nu al inzetten op extra nutriëntenreductie bij RWZI’s vanwege aanvullende eisen op grond van de KRW. ‘Momenteel wordt nagegaan of er nog een versnelling plaats kan vinden, zodat tijdig aan de KRW -normen wordt voldaan.’
Stikstof
In het rapport maakt de Rli een vergelijking met het stikstofdossier. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur is er een risico dat activiteiten in Nederland stil kunnen komen vallen als de KRW-doelen niet tijdig worden gehaald. Het kabinet noemt het onwaarschijnlijk dat dit gebeurt ‘omdat de KRW-doelen meer divers zijn, het doelbereik verschilt per waterlichaam en effecten van economische activiteiten veelal lokaal zijn.’
LEES OOK
H2O Redactioneel: De KRW-impuls van Harbers: too little, too late