In Nederland is versterking via waterkeringen al snel kosteneffectief ten opzichte van andere maatregelen achter de dijken. Daarmee reageert het kabinet op de kritiek van de Algemene Rekenkamer dat een bredere aanpak binnen het waterveiligheidsbeleid niet goed van de grond is gekomen.
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat stuurde hierover op 7 mei een brief aan de Tweede Kamer. Hierin staat de inhoudelijke reactie van het kabinet op het rapport Voorbij de dijk, dat de Algemene Rekenkamer in oktober 2023 publiceerde.
Het controleorgaan is kritisch over met name de verbreding van het waterveiligheidsbeleid. Daartoe is 15 jaar geleden besloten maar een bredere aanpak is sindsdien niet goed van de grond gekomen. Er is geen concreet beleid uitgewerkt.
Volgens de Rekenkamer heeft minister Harbers een beperkte blik, gericht op dijken zo goedkoop mogelijk versterken tot 2050. De meerlaagsveiligheid, het uitgangspunt van het waterveiligheidsbeleid, wordt in de praktijk nauwelijks meegenomen. Maatregelen voor, op en achter de dijk zijn nodig om het landschap zo in te richten dat het ‘waterkerend’ is, aldus de Rekenkamer.
Inzichten van Rekenkamer gezien als ondersteuning
In het rapport is al een bestuurlijke reactie van de minister bijgevoegd. De toonzetting en inhoud zijn overgenomen en aangevuld in de Kamerbrief met de kabinetsreactie, volgens de meegestuurde beslisnota.
Harbers gaf in het in januari gehouden wetgevingsoverleg over water van de Tweede Kamer aan niet te willen tornen aan de principes van sober en doelmatig bij de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dat is ook een rode draad door de brief.
De minister schrijft dat het kabinet de inzichten van de Rekenkamer ziet als een ondersteuning van het beleid op het gebied van klimaatadaptatie, wateroverlast en waterbewustzijn. Hij wijst erop dat er veel onderzoek is gedaan naar meerlaagsveiligheid in relatie tot waterveiligheid.
“Hieruit blijkt dat voor het beheersen van het risico van overstromingen vanuit het hoofdwatersysteem, preventie via primaire waterkeringen (laag 1) vrijwel altijd aanzienlijk (kosten)effectiever is dan ruimtelijke maatregelen (laag 2) en crisisbeheersing (laag 3). Maatregelen uit laag 2 en 3 kunnen wel helpen de gevolgen van overstromingen te beperken, afhankelijk van de specifieke gebiedssituatie.”
Stevige inzet op preventie via primaire waterkeringen
In vergelijking met het buitenland heeft Nederland veel laaggelegen en dichtbevolkt gebied met een hoge economische waarde en een historisch gegroeid en bewust gekozen hoog beschermingsniveau dat wettelijk is vastgelegd. “Versterking via waterkeringen is daarmee al snel kosteneffectief ten opzichte van andere maatregelen achter de dijken. Daarom wordt hier ook stevig op ingezet in het nationale waterveiligheidsbeleid. Op plekken elders in de wereld met een veel lager beschermingsniveau, zoals in de Verenigde Staten en Engeland, wordt daarom veel uitgebreider ingezet op ruimtelijke maatregelen en organisatorische noodmaatregelen, zoals evacuatieroutes.”
De Beleidstafel wateroverlast en hoogwater heeft op basis van de gebeurtenissen in Limburg in 2021 diverse aanbevelingen gedaan die relevant zijn in verband met de inzichten van de Algemene Rekenkamer, meldt Harbers. De beleidstafel raadt aan om meerlaagsveiligheid toe te passen in het regionale en lokale watersysteem waar ruimtelijke maatregelen juist effectief kunnen zijn. Ook is het nodig om te werken aan de verbetering van de crisisbeheersing en de samenwerking met de veiligheidsregio’s en om extra in te zetten op vergroten van het waterbewustzijn van bewoners. “De aanbevelingen van de beleidstafel worden nu door verschillende waterpartners uitgewerkt.”
De Rekenkamer roept op om verder te kijken dan 2050. Dat doet het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat al langere tijd, aldus de minister. “Waterveiligheid is voor Nederland een continue opgave nu en in de (verre) toekomst. Voor de bescherming tegen overstromingen vanuit de zee, grote rivieren en meren is het op orde brengen en houden van de primaire waterkeringen voor de lange termijn de basis.”
Meer rekening houden met waterbelangen
In verband met laag 2 (beperking van de gevolgen) constateert het kabinet, 'in lijn met' de Algemene Rekenkamer, dat het steeds belangrijker wordt om in de ruimtelijke ordening en inrichting meer rekening te houden met water(veiligheids)belangen. Niet in plaats van maar aanvullend op het bieden van bescherming door waterkeringen. De klimaatverandering vraagt daarbij om scherpere keuzes.
Harbers hierover: “Als coördinerend bewindspersoon voor klimaatadaptatie heb ik de afgelopen jaren al stappen gezet om laag 2 van meerlaagsveiligheid concrete en doelgerichte uitwerking te geven, zoals met de structurerende keuzes voor Water en bodem sturend, het ruimtelijk afwegingskader, de maatlat klimaatadaptief bouwen en de verdere uitwerking van de aanbevelingen van de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater. Dit zal bijdragen aan één van de hoofdambities van het waterbeleid: een veilige en klimaatbestendig delta.”