Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekendgemaakt dat in 2020 extra geld wordt uitgetrokken voor het onderhoud van de infrastructuur. De vaarwegen krijgen een flinke impuls door een bedrag van 100 miljoen euro uit het Infrastructuurfonds.
Er is dit jaar al veel te doen geweest over het onderhoud en de renovatie van de Nederlandse infrastructuur. Zo kraakte de Algemene Rekenkamer tijdens de Verantwoordingsdag in mei een aantal kritische noten over de onderhoudsachterstand van sluizen en bruggen. Minister Cora van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat lieten vandaag weten dat ruim 2,6 miljard euro uit het Infrastructuurfonds apart wordt gezet voor het onderhoud aan wegen, waterwegen en spoor.
In 2020 wordt een bedrag van 100 miljoen euro uit het Infrastructuurfonds beschikbaar gesteld voor maatregelen aan de vaarwegen. Dit is een aanvulling op de grote reservering voor het onderhoud aan de infrastructuur. Er gaat 14,5 miljoen euro naar de aanpak van sluizen op de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl en 10 miljoen euro naar verbeteringen aan de aanlegplaatsen van de veerdiensten op de Waddenzee. Verder wordt 10 miljoen euro uitgetrokken voor het Maas-Waalkanaal, onder meer om de oude sluis Weurt op te knappen. Deze maatregelen moeten de vaarwegen een flink impuls geven. De bedoeling is dat schippers sneller door de sluizen kunnen en er minder oponthoud op de vaarwegen is.
Beperken van klimaatschade
Het kabinet steekt ook volgend jaar geld in maatregelen tegen de gevolgen van extreem weer, naast de uitgaven die hiervoor al vanuit het Deltafonds worden gedaan. In 2020 is weer ongeveer 10 miljoen euro beschikbaar voor kennisprogramma’s en lokale projecten om klimaatschade te beperken. Het gaat bijvoorbeeld om initiatieven in verband met het onderlopen van stadswijken bij hevige buien. De bedoeling is dat vanaf 2021 een impulsregeling decentrale overheden helpt bij de transitie naar een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting. Hiervoor is een wetswijziging in voorbereiding, waardoor een bijdrage uit het Deltafonds kan worden ingezet voor maatregelen van decentrale overheden voor wateroverlast.
In de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt opgemerkt dat de zomer van 2018 heeft laten zien dat Nederland goed voorbereid is op ernstige droogte. Overheden en drinkwaterbedrijven bekijken aan de Beleidstafel Droogte waar het nog beter kan. In het Deltaprogramma Zoetwater zijn tot en met 2021 voor ruim 400 miljoen euro aan maatregelen opgenomen. Het gaat onder andere om de uitbreiding van de klimaatbestendige wateraanvoer naar West-Nederland, maatregelen op de hoge zandgronden in Oost en Zuid-Nederland om water beter vast te houden en het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen waterbeheerders onderling onder de noemer Slim Watermanagement. Eind 2020 worden de nationale en regionale voorkeursmaatregelen voor de periode 2022-2027 vastgesteld.
De begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bevat een bedrag van 53,5 miljoen euro voor de uitgaven voor integraal waterbeheer. Wat betreft waterkwaliteit gaat het ministerie samen met de betrokken partijen eind volgend jaar de aansturing via de drie bestuurlijke versnellingstafels (landbouw, stoffen en brede tafel) evalueren en indien nodig aanpassen. Onder leiding van het Planbureau voor de Leefomgeving vindt een nationale analyse van de Delta-aanpak Waterkwaliteit plaats. Deze analyse moet eind 2019 inzicht geven in hoeverre op de verschillende plekken de doelen van de Kaderrichtlijn Water kunnen worden gehaald. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stelt volgend jaar 38,8 miljoen euro extra beschikbaar voor het stimuleren van maatregelen die agrarische ondernemers binnen de Delta-aanpak Waterkwaliteit kunnen nemen.
Bakens verzet
Koning Willem-Alexander ging in de troonrede in op het klimaatbeleid en haalde daarin kort waterveiligheid aan. Volgens hem verzet Nederland met het klimaatakkoord (en het pensioenakkoord) de bakens voor de middellange en lange termijn. “Ook de generaties na ons hebben recht op een goed pensioen, schone lucht en een leefbaar land. De grote veranderingen die nodig zijn, vragen een vooruitziende blik - zoals ooit de ingrijpende besluiten om Nederland veilig te houden met de Afsluitdijk en de Deltawerken. Dat waren investeringen uit noodzaak, die ons de kennis en ervaring hebben opgeleverd om nu in eigen land en wereldwijd te werken aan waterveiligheid voor de 21e eeuw. De keuze voor een klimaatneutraal Nederland in 2050 is even noodzakelijk en even kansrijk. Schone lucht en nieuwe vormen van energie kunnen hand in hand gaan met duurzame landbouw, schone mobiliteit en kansen voor een innovatief bedrijfsleven.”
De koning vertelde dat de uitvoering van het klimaatakkoord dit parlementaire jaar start. “Voor het klimaatakkoord geldt dat de doelen worden gehaald, terwijl de rekening eerlijk wordt verdeeld en niet alles ineens anders hoeft. We zetten nu de eerste stappen. Voor de industrie komt er een CO2-heffing. Huishoudens worden in staat gesteld de energietransitie stap voor stap mee te maken. De energiebelasting daalt en er komt een warmtefonds als stimulans voor huiseigenaren om te investeren in klimaatmaatregelen.”
Klimaatvriendelijkheid fiscaal gestimuleerd
Het kabinet maakt naar eigen zeggen direct werk van het Klimaatakkoord. Hiervoor wordt circa 200 miljoen euro in 2020 uitgetrokken en 295 miljoen euro in 2021. In het Belastingplan 2020 worden belastingmaatregelen opgenomen die klimaatvriendelijk gedrag stimuleren. Zo zal de belasting op aardgas geleidelijk omhooggaan en de belasting op elektriciteit omlaag.
Het doel is om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren met 49 procent in 2030 (vergeleken met 1990) op een manier die voor iedereen haalbaar en betaalbaar is, meldt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het kabinet wil de huishoudportemonnee zoveel mogelijk ontzien en zorgen voor een eerlijke verdeling van lasten tussen huishoudens en bedrijven. Daarbij wordt wel rekening gehouden met een gelijk internationaal speelveld voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Er komen instrumenten om de industrie te verduurzamen en een ambitieus programma voor waterstof. Ook gaat het kabinet de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) verbreden. Dit maakt het mogelijk om CO2-reducerende technieken die nu nog niet rendabel zijn, sneller uit te rollen. Het kabinet stelt een extra bedrag van 60 miljoen euro beschikbaar voor de verduurzaming van de industrie. Dit is bedoeld voor investeringen in onder andere de versnelling van waterstofprojecten en in pilotprojecten en innovatie op het gebied van afvang, opslag, transport en hergebruik van CO2.
Centrum voor watervraagstukken
Het kabinet heeft in de Internationale Waterambitie uitgesproken om Nederland internationaal te profileren als centrum voor watervraagstukken. Dit streven wordt gedeeltelijk ingevuld door middel van memoranda van overeenstemming met twee internationale watercentra van UNESCO. Het gaat om IHE Delft Institute for Water Education International en Groundwater Resources Assessment Centre, ook gevestigd in Delft.
MEER INFORMATIE
Bericht ministerie van IenW
Begroting ministerie van IenW
Troonrede
Prinsjesdagstukken
Bericht ministerie van EZK
Kritiek Rekenkamer op onderhoud
Reactie Unie van Waterschappen
Lobby-agenda Vewin