Het kabinet heeft de schaderegeling voor de Limburgse overstromingen vastgesteld. De regeling die geldt als tegemoetkoming voor onverzekerbare schade, is in nauwe samenwerking met de regio tot stand gekomen en zal zo spoedig mogelijk in werking treden, laat het kabinet weten.
In juli verklaarde het kabinet de extreme wateroverlast in Limburg tot ramp. Met dat besluit werd de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) van kracht. Die wet is een vangnet voor schade die ‘niet verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is’.
Dat betekent dat alle getroffenen eerst hun verzekering moeten aanspreken. Dat is gebeurd. Nederlandse verzekeraars kregen in totaal 12.658 claims binnen wegens schade als gevolg van de hevige regenval en het hoogwater in Limburg, meldde het Verbond van Verzekeraars vorige week na een eerste inventarisatie. De claims lopen opgeteld in de miljoenen euro’s. De verzekeraars zijn inmiddels gestart met het vergoeden van de schade, zo meldt het kabinet.
Het kabinet verklaarde eerder al burgers, bedrijven, organisaties en overheden in Limburg en een deel van Noord-Brabant financieel bij te zullen staan met een tegemoetkoming in onverzekerbare schade. De tegemoetkomingen zijn nu per categorie vastgesteld. Zo krijgen particulieren 90 procent van de schade aan de woning vergoed, eenzelfde percentage geldt voor de inboedel. Ook bedrijven die onverzekerbare, onvermijdbare en niet verhaalbare schade hebben, kunnen een tegemoetkoming aanvragen.
De gemeenten Valkenburg aan de Geul, Gulpen-Wittem, Meerssen ‘en en mogelijk nog een aantal andere’ krijgen een specifiek bedrag uitgekeerd, omdat ze zwaar zijn getroffen door de wateroverlast, schrijft het kabinet. Andere overheden krijgen voor ‘onverzekerbare onvermijdbare en niet verhaalbare schade’ een tegemoetkoming van 58,5% van de schade aan openbare infrastructuur en vlottende en vaste activa en 65% van de kosten om op te ruimen of om ergere schade te voorkomen.