Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor het oppervlaktewater in de Maasregio te kunnen halen, moet de landbouw in de regio flink aan de bak om de emissie van stikstof en fosfor terug te dringen. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research. Als er een eind wordt gemaakt aan overbemesting wordt al een forse stap gezet.
Het onderzoeksinstituut van Wageningen University deed het onderzoek in opdracht van de ministeries van LNV en I&W en het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas. De onderzoeksvraag: verken de manier waarop de landbouw in de Maasregio (Noord-Brabant en Limburg) aan de KRW-doelen in 2027 kan voldoen. De onderzoekers onderzochten de effectiviteit van de huidige maatregelen in de landbouw en hebben richting 2027 zes scenario’s opgesteld.
Reden voor het onderzoek zijn de hoge concentraties stikstof en fosfor in het oppervlaktewater in de Maasregio. In het gebied wordt onder landbouwgronden de norm van 50 milligram nitraat per liter in het bovenste grondwater nog overschreden en wordt in een substantieel aantal waterlichamen nog niet aan de KRW-doelen voor N- en P-concentraties voldaan, aldus het onderzoek.
De hoge concentraties worden veelal veroorzaakt door uit- en afspoeling van stikstof en fosfor als nutriënten uit landbouwgronden, lozingen van rioolwaterzuiveringen en toestromend water uit het buitenland, aldus het rapport. Om de KRW-doelen voor oppervlaktewateren te halen, moet de belasting met stikstof en fosfor flink verminderen.
Overbemesting
In het rapport wordt ingezoomd op de bijdrage van de landbouw aan het probleem. De onderzoekers stellen vast dat er in het referentiejaar 2018 sprake was van overbemesting in grote delen van Noordoost-Brabant en Noord-Limburg. Er is in die gebieden 20 tot 30 procent meer dierlijke mest op het land uitgereden dan toegestaan, zo is de constatering.
In het onderzoek plaatsen de onderzoekers wel een voorbehoud bij deze berekening, namelijk de aanname dat niet te plaatsen mest in de regio blijft en wordt afgezet. Andere factor: stikstofemissies uit stallen. Onzekerheden daarover zijn van invloed, want hoe groter de stalemissies, hoe lager de stikstofbodembelasting. Toch stellen de onderzoekers dat de door hen berekende overbemesting aansluit bij recentelijk uitgevoerde onderzoeken.
De overbemesting is een cruciaal element in de analyse van de onderzoekers. “Als er geen overbemesting meer is, wordt de opgave voor de landbouw al een stuk kleiner. Maar in veel oppervlaktewateren resteert ook dan nog een belangrijke landbouwopgave om aan de KRW-doelen te kunnen voldoen”, zegt onderzoeker Peter Schipper in een persverklaring bij het onderzoek.
“Ook als in die gebieden de nitraatnorm van 50 mg/l in het ondiepe grondwater niet meer wordt overschreden. Het voldoen aan het concentratiedoel van de Nitraatrichtlijn voor ondiep grondwater is dus lang niet overal voldoende om de KRW-doelen voor oppervlaktewater te halen.”
Vrijwel geen effect
Maatregelen in het kader van de stikstofaanpak, zoals aanpassing van stallen en weidegang, verminderen de ammoniakemissie, maar hebben vrijwel geen effect op de uit- en afspoeling naar water, aldus de onderzoekers. “De uitspoeling van nitraat neemt dan zelfs iets toe.”
Maatregelen uit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer kunnen effectief zijn om de nutriëntenbelasting van de landbouw te verminderen, vooral voor stikstof. Daarbij is echter wel meer deelname en meer monitoring van effecten van maatregelen noodzakelijk, aldus de onderzoekers.
Als voorbeelden van maatregelen die wel de nutriëntenbelasting op een effectieve manier kunnen verminderen, noemen de onderzoekers brede bufferzones, bodemverbetering door inzet van meer zogeheten rustgewassen (gewassen die de bodemconditie weer op peil brengen) en het weren van uitspoelingsgevoelige gewassen in beekdalen. “Als op natte gronden dichtbij natuurlijke wateren gras wordt geteeld in plaats van uitspoelingsgevoelige teelten zoals aardappels of vollegrondsgroenten, is het risico op uit- en afspoeling van de meststoffen naar het water veel kleiner, ook voor fosfaat”, stelt Schipper.
SCHOUTEN: FORSE AANSCHERPING BELEID NODIG
De conclusies uit het onderzoek naar de waterkwaliteit in de Maasregio neemt het ministerie van Landbouw mee in de uitwerking van het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn. Daar wordt nu aan gewerkt. Nederland moet het actieprogramma eind dit jaar indienen bij de Europese Commissie.
Het programma moet erop gericht zijn om stappen te zetten in het mestbeleid die ervoor zorgen dat de waterkwaliteit in Nederland verbetert, de nitraatconcentratie onder de 50 mg/l komt in het bovenste grondwater, er geen verslechtering van de waterkwaliteit optreedt en een goede landbouwpraktijk wordt bedreven.
In de praktijk blijkt dat deze doelen niet worden gehaald, zoals het Maasregio-onderzoek ook aantoont. “Uit de Nationale Analyse voor de waterkwaliteit blijkt ook dat de normen voor het oppervlaktewater voor totaal stikstof en totaal fosfor nog veelvuldig overschreden worden”, schrijft demissionair minister van landbouw, Carola Schouten, deze week in een brief aan de Tweede Kamer.
Er ligt er nog een stevige opgave voor grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit die vrijwel landsbreed noopt tot ingrijpen, schrijft de bewindsvrouw. “Sinds 2017 stijgt de concentratie nitraat in het uitspoelings- en slootwater bij deze bedrijven. Ook blijkt dat de nitraatconcentratie in het bovenste grondwater onder landbouwbedrijven na 2017 in alle regio’s is gestegen. Daarbij wordt de Europese norm van 50 mg NO3/l gemiddeld overschreden in de löss- en zandregio.”
Het actieprogramma is belangrijk voor de landbouw, want bepalend voor de vraag of Nederland van de Europese Unie opnieuw toestemming krijgt om af te wijken van de Europese uitrijregels voor stikstof uit dierlijke mest. Deze zogeheten derogatie, die dit jaar voor Nederland afloopt, is toegewezen onder de voorwaarde dat de verruimde uitrijnormen voor dierlijke mest geen risico opleveren voor de waterkwaliteit.
De landbouw hecht grote waarde aan de derogatie, want als deze niet wordt gegeven moeten veehouders zich houden aan strengere uitrijregels, wat, zo is de redenering, een grote impact heeft op de gewasopbrengst en daarmee op de bedrijfsvoering van hun landbouwbedrijven. Schouten is er niet gerust op dat de uitzonderingsregel opnieuw veilig wordt gesteld, zo blijkt uit haar brief aan de Kamer. Er is een forse aanscherping van het mestbeleid nodig, aldus de minister.
MEER INFORMATIE
Onderzoeksrapport waterkwaliteit Maasregio
Kamerbrief 7e actieprogramma minister Schouten