Laura Bromet kwam in 2018 tussentijds de Tweede Kamer in en tekent als nummer vier op de kandidatenlijst van GroenLinks graag nog vier jaar bij. De afgelopen jaren maakte ze als ‘waterwoordvoerder’ een initiatiefwet voor het afschaffen van de geborgde zetels bij de waterschappen. Ook zette ze het verzakkende veenweidegebied op de agenda.
door Pauline van Kempen
Waarom wilde u speciaal een portefeuille water?
“Dat was een bewuste keuze! Ik doe ook landbouw en natuur en dat heeft alles met water te maken, dus daar heb ik hard mijn best voor gedaan. Ik woon zelf in de gemeente Waterland, waar meer water is dan land, en ben daar gemeenteraadslid en wethouder geweest. De verdroging in het veenweidegebied, met bodemdaling als gevolg, speelt hier heel erg. Maar wat mij opviel, was dat de discussie vooral op lokaal niveau plaatsvond. Het Rijk bleef afzijdig, terwijl een derde van Nederland uit veenweidegebied bestaat. Dus toen ik Kamerlid werd, wilde ik die rijksverantwoordelijkheid meer gaan pakken. Samen met Tjeerd de Groot van D66 heb ik daarom de initiatiefnota ‘Veen red je niet alleen’ geschreven. Want bodemdaling kún je tegengaan, namelijk door het waterpeil te verhogen.”
Wat heeft uw inspanning opgeleverd?
“De minister heeft geld uitgetrokken voor experimenten om het waterpeil omhoog te krijgen. Daardoor vermindert ook de CO2-uitstoot; die noodzaak is er de afgelopen jaren nog bijgekomen en daar gaat het Klimaatakkoord ook over. En het is goed voor de weidevogels.”
Maar veel boeren zijn minder blij met die natte grond...
“Daarom vinden wij ook dat zij andere mogelijkheden moet krijgen, bijvoorbeeld als landschaps-, natuur- en waterbeheerder. En dat zal de overheid moeten betalen.”
Met uw initiatiefwet voor het afschaffen van de geborgde zetels bij de waterschappen maakt u zich evenmin populair bij boeren.
“Wij vinden dat de boerenbelangen nu te veel nadruk krijgen, temeer omdat die belangen ook al in de gekozen zetels vertegenwoordigd worden. De waterschappen hebben een veel bredere verantwoordelijkheid gekregen, onder andere vanwege hun rol in de klimaatadaptatie en bij de verdeling van water in tijden van droogte. Daar hoort volgens ons een democratische vertegenwoordiging bij.”
'Wij zijn democraten: wij vinden niet dat je automatisch recht op een zetel hebt'
Sommigen zeggen: laten we dan de waterschappen gelijk maar integreren in de provincies.
“Ik houd het graag een beetje simpel. Het gaat ons om het te zware belang van de agrarische sector. Dat los je op door de geborgde zetels af te schaffen. Vroeger kenden de waterschappen alleen maar geborgde zetels, dit is het laatste stapje in het proces. Wij zijn democraten: wij vinden niet dat je automatisch recht op een zetel hebt.”
Maar hebben boeren juist ook niet een goede inbreng omdat zij verstand van zaken hebben? Net als die andere geborgde zetels: bedrijven en natuurorganisaties?
“Dat vind ik dus een minachting van elke gekozen waterschapsbestuurder, dat werp ik echt verre van mij! Ik ben juist voor meer betrokkenheid van iedereen. Het gaat om enorm ingrijpende besluiten die iedereen aangaan. Over het klimaat, maar ook over bodemdaling. Dat raakt veel huiseigenaren, die schade gaat echt in de miljarden lopen. Wij vinden dat je het probleem bij de bron moet aanpakken.”
Dit onderwerp is, na het advies van de commissie Boelhouwer en een Kamerdebat hierover vorig jaar juni, doorgeschoven tot na de verkiezingen. Wat betekent dat voor uw wetsvoorstel?
“Wij gaan niet wachten op het nieuwe kabinet. Het wetsvoorstel is inmiddels goedgekeurd door de Raad van State, met nog enkele opmerkingen. Daar kijken we nu naar en op enig moment sturen we het dan naar de Kamer. Veel partijen zijn voor, met andere partijen praten we nog, alleen het CDA en de SGP zijn expliciet tegen. Het zal dus afhangen van de verkiezingsuitslag. Voor de VVD was het de vorige keer vreemd genoeg wel een onderwerp in het verkiezingsprogramma, maar nu niet. Niet alle partijen vinden het even belangrijk.”
Een ander wetsvoorstel dat u indiende, over stikstof, werd niet aangenomen.
“Dat ben ik zelf maar gaan maken omdat het kabinet het niet deed. Later kwamen zij er alsnog mee, maar dat is minder ingrijpend en wat ons betreft niet genoeg. De stikstofproblematiek is voor GroenLinks niet nieuw. Alles wat er mis is met ons landbouwbeleid komt hierin samen. Wij pleiten daarom al heel lang voor een halvering van de veestapel. We moeten weer terug naar een landbouw die in balans is met de natuur. Dat is trouwens ook hard nodig voor de kwaliteit van ons drinkwater, want dat is het volgende probleem dat voor de deur staat. Zoals we nu bezig zijn, gaan we de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water niet halen.”
Dat kunnen we toch niet alleen op het bordje van de landbouw schuiven?
“Zeker niet, maar mest en bestrijdingsmiddelen uit de landbouw zijn wel grote vervuilers. Het kost steeds meer moeite en energie om die uit ons drinkwater te halen. Daar moet iets aan veranderen, want nu zijn we onszelf aan het vergiftigen. Wij willen daarom een heffing op bestrijdingsmiddelen en op kunstmest en we vinden ook dat de werkelijke prijs in de supermarkt afgerekend moet worden, dus inclusief de klimaat- en natuurschade.”
'In Den Haag worden wel veel mooie woorden gesproken over de klimaatopgave, maar er gebeurt nog weinig'
Stel, u wordt de nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat, wat kunnen we dan nog meer verwachten?
“We staan voor een enorme klimaatopgave en daar hebben we nog ongeveer tien jaar voor. In Den Haag worden wel veel mooie woorden gesproken, maar er gebeurt nog weinig. We moeten nu echt de omslag gaan maken naar het vasthouden van water in plaats van het zo snel mogelijk afvoeren. Dat is nodig voor de mens, maar de natuur zal ook floreren. Dat betekent ook dat we de wildgroei aan pompen tegengaan en in bepaalde gebieden bijvoorbeeld geen maïs meer telen, want dat vraagt te veel water.”
“Daarnaast moet er gewerkt worden aan de waterveiligheid in verband met de zeespiegelstijging. Daar moeten we ook veel meer rekening mee houden in de afweging waar in Nederland we investeren: kijk naar de lange termijn. Dat is in de Kamer niet vanzelfsprekend. De minister lacht het weg en noemt het bangmakerij. De VVD pleit voor een pauze in de klimaatdiscussie, maar wij zeggen: we zijn nog niet eens begonnen! Internationaal gezien doet Nederland het heel slecht, daar moet verandering in komen.”
“Ik wil niets afdoen aan de coronacrisis, maar die valt echt in het niet bij de klimaatcrisis die ons te wachten staat. En onze kinderen gaan dat meemaken. Ik zit ook in de politiek om de wereld voor mijn kinderen leefbaar te houden. Maar ik ben een optimist: er zijn een heleboel plannen te realiseren en daar gaan we voor.”
LAURA BROMET
Laura Bromet (51) staat als vierde op de kandidatenlijst voor GroenLinks voor de komende Tweede Kamerverkiezingen. Ze volgde in juni 2018 Rick Grashoff op. Binnen de partij geldt Bromet als een ‘groene’ GroenLinkser, maar ook als een pragmatisch politicus. Ze behartigt de portefeuilles Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Water en Economische Zaken.
Bromet was van 2006 tot 2014 tot gemeenteraadslid voor GroenLinks in de gemeente Waterland en van 2014 tot 2018 wethouder in diezelfde gemeente. Eerder werkte ze als journalist, docent en als beleidsmedewerker van GroenLinks in het parlement. Ze is de dochter van televisiemaker Frans Bromet, die haar ook opvoerde in zijn recente documentaire ‘Rechts in beeld’, en heeft vier kinderen.