Rijkswaterstaat gaat de Maas natuurvriendelijker inrichten op zeven locaties ten noorden en zuiden van Roermond. Zo worden er nieuwe geulen aangelegd, kwelgeulen hersteld en stenen verwijderd op delen van de oever. De uitvoering is gepland in 2026 en 2027.
Hiervoor heeft Rijkswaterstaat een Ontwerp-Projectbesluit gemaakt dat nu ter inzage ligt. Reageren is mogelijk tot uiterlijk 10 maart. Voor geïnteresseerden worden twee inloopavonden georganiseerd in Stevensweert (11 februari) en Beesel (12 februari).
Ecologisch herstel van leefgebieden
Het plan past in de inspanningen van Rijkswaterstaat voor het ecologische herstel van leefgebieden in en rond de Maas, met tal van projecten vanaf Zuid-Limburg tot aan de Biesbosch. Het oorspronkelijke karakter van de rivier is grotendeels verdwenen in de afgelopen 150 jaar door allerlei menselijke ingrepen zoals het plaatsen van sluizen en stuwen, het afsnijden van bochten en het dempen van geulen.
Dat was goed voor de economie maar slecht voor het waterleven. Veel waterplanten, vissen en kleine waterdiertjes die vroeger vaak voorkwamen, zijn nu niet meer aanwezig of slechts in kleine aantallen.
Meebewegen met het water als uitgangspunt
Met gerichte maatregelen wil Rijkswaterstaat daarin verandering brengen. Het uitgangspunt is meebewegen met het water, geleid door de karakteristieke kenmerken van de Maas. De Europese Kaderrichtlijn Water is daarvoor een belangrijke basis.
In het nu gepresenteerde plan voor een deel van Midden-Limburg worden de noordelijke Grensmaas en de zuidelijke Zandmaas natuurvriendelijker ingericht. Rijkswaterstaat heeft dit afgestemd met onder meer Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de betrokken gemeenten en Waterschap Limburg.
De snelstromende en onbevaarbare Grensmaas is de enige grindrivier in Nederland. In de buurt van Roermond volgt de overgang naar de Zandmaas. Hier is het rivierdal diep uitgesleten met kenmerkende terrassen op de flanken.
Grindwinplassen verbonden met Maas
Rijkswaterstaat wil in de noordelijke Grensmaas bij de plaatsen Ohé en Laak en Stevensweert stromend water terugbrengen in de uiterwaarden. Vier oude grindwinplassen worden via nieuwe geulen aangetakt op de Maas.
Hierdoor ontstaat een gunstig leefgebied voor planten en dieren die van stromend water houden, bijvoorbeeld de barbeel en de rivierprik. Ook gaat de waterkwaliteit in de plassen zelf erop vooruit. Er komen oversteekvoorzieningen in de nieuwe geulen in de vorm van aarden dammen met duikers.
Verder worden stenen verwijderd op enkele stukken van de Maasoever, om te zorgen voor een meer natuurlijke overgang van water naar land. De harde stenen oeververdediging wordt weggehaald tot onder de waterlijn.
Maatregelen op vijf locaties in noordelijk Grensmaas
Rijkswaterstaat treft maatregelen op deze vijf locaties van de noordelijke Grensmaas:
- Oever Brandt-Visvijver: realisatie van een natuurvriendelijke oever. Er worden twee stukken Maasoever ontsteend ten noorden van deze plas.
- Geul Brandt: realisatie van stromend water. De visvijver Brandt wordt aan twee kanten aangetakt aan de Maas door middel van nieuwe geulen.
- Geul Molensteen: aanleg van een stromende geul door de Molensteense plas aan twee kanten aan te takken aan de Maas via nieuw te graven geulen.
- Oever Laak: realisatie van een natuurvriendelijke oever door twee stukken Maasoever te ontstenen ten westen van Ohé en Laak.
- Geul Laakerweerd: aanleg van een meestromende geul door de Dilkensplas en Teggerseplas aan elkaar te koppelen via een nieuwe verbindingsgeul. Beide plassen worden vervolgens aangetakt aan de Maas, ook met nieuwe geulen.
Kwelgeulen hersteld in zuidelijke Zandmaas
In het zuidelijke deel van de Zandmaas (ten noorden van Roermond) worden kwelgeulen hersteld. Het gaat om geulen die geïsoleerd onderaan de terrasranden liggen. Zij zijn belangrijk voor bijzondere planten en dieren die van stilstaand, zuiver en mineraalrijk water houden.
Op twee locaties worden maatregelen genomen:
- Geul De Weerd-Reuver: verlenging en verbreding van de bestaande kwelgeul en verleggen van de riooloverstort.
- Geul Hansummerweerd-Oude Maasarm: aanleg van drie kwelgeulen ten zuiden van de oude Maasarm. Ook komt er een nieuwe uitmonding van de Swalm rechtstreeks op de Maas, om de ‘optrekbaarheid’ voor vissen te verbeteren. Daarnaast worden enkele kleinschalige ecologische verbeteringen in de meander zelf doorgevoerd, waaronder het aanbrengen van rivierhout en een ballenlijn als invaarblokkade voor bootjes.
Als we verdroging aanpakken (let op: Nederland heeft daartoe een verplichting) kán inderdaad grondwateroverlast de kop opsteken. Je spreekt over ‘totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit’. Dat snap ik niet. De infiltraties zijn juist uitermate gecontroleerd, ook kwantitatief. Overlast en droogte op de flanken ontstaan zeer snel door overvloedige regen of juist het gebrek daaraan. Overlast door infiltraties in de hoge delen – als het al optreedt - ontstaat echter niet ‘over night’, dat duurt jaren. Als - en voor zover - infiltraties de oorzaak zijn, dreigende overlast kunnen we perfect monitoren en heel effectief bestrijden door het sturen van de infiltraties of door zeer lokaal grondwater te onttrekken. Dat maakt ook nog eens prima bronnen beschikbaar. Het waterbedrijf zou water moeten winnen waar overlast dreigt, bij voorkeur niet daar waar verdroging het gevolg is.