secundair logo knw 1

Minister Cora van Nieuwenhuizen is positief over de maatregelen van waterbeheerders om in 2027 aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Zij herhaalt in een brief aan de Tweede Kamer haar standpunt dat het niet haalbaar is om dan alle KRW-doelen te realiseren. Als maatregelen genomen zijn, kunnen door natuurlijke omstandigheden doelen later worden bereikt.

De waterkwaliteit zal de komende jaren verbeteren, maar met de huidige en voorgenomen maatregelen worden in 2020 niet alle doelen van de Kaderrichtlijn Water gehaald. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de eind april gepubliceerde Nationale analyse waterkwaliteit. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur reageerde gisteren in een brief aan de Tweede Kamer op deze analyse, die een onderdeel is van de Delta-aanpak Waterkwaliteit.

Zij deed dat mede namens staatssecretaris Stientje van Veldhoven en minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De Nationale analyse staat op de agenda van het algemeen overleg Water van de Tweede Kamer, dat op 22 juni plaatsvindt.

Minister Cora van NieuwenhuizenCora van Nieuwenhuizen

“De opgaven om de waterkwaliteit te verbeteren zijn divers, en alleen samen kunnen we de doelen realiseren”, schrijft de minister. Volgens Van Nieuwenhuizen bestaat bij velen de vrees dat de gezamenlijke inzet onvoldoende is om te voorkomen dat de Europese Commissie na 2027 juridische stappen zal zetten vanwege KRW-doelen die niet zijn bereikt. De bewindsvrouw zegt samen met haar collega’s alles in het werk te stellen om de doelen te halen.

“Daarbij wil ik herhalen dat het niet haalbaar is om in 2027 overal en voor iedere parameter de doelen te behalen. Als de maatregelen genomen zijn, dan kunnen natuurlijke omstandigheden een reden zijn dat doelen later bereikt worden. Natuurlijk blijft het streven om alle doelen zo snel als mogelijk te realiseren.”

Maatregelen voor stroomgebieden
De minister noemt de Nationale analyse waterkwaliteit een belangrijke bouwsteen voor het opstellen van de maatregelpakketten voor de nieuwe stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2022-2027. Haar indruk is dat de regionale overheden en Rijkswaterstaat goed op weg zijn om deze plannen adequaat in te vullen. “Ik ben daarom van mening dat alle partijen zich samen goed inzetten om in 2027 aan de eisen van de KRW te voldoen en om chemisch schoon en ecologisch gezond water te bereiken en te behouden.”

Tegelijkertijd laat het PBL-rapport zien dat er soms meer nodig is om KRW-doelen te bereiken, vindt de minister. “Het PBL schetst in de Nationale analyse handelingsopties voor de (deel)stroomgebieden. Samen met de regionale partijen betrek ik deze handelingsperspectieven bij de keuzes voor vervolgstappen.”

De stroomgebiedbeheerplannen zullen als bijlagen van het Nationaal Waterprogramma 2022–2027 de inspraakprocedure ingaan. Om de vertraging als gevolg van de coronacrisis in te kunnen lopen, kijkt Van Nieuwenhuizen nu naar mogelijkheden om het vaststellen van de ontwerpplannen met enkele maanden uit te stellen. “Ik ben hierover in overleg met regionale partijen en de Europese Commissie. Ik blijf er evenwel naar streven om eind 2021 de plannen af te ronden.”

Update van PBL-analyse
De Tweede Kamerbrief bevat als bijlage een addendum op de Nationale analyse waterkwaliteit. Daarin zijn aanpassingen op normen voor nutriënten en biologie verwerkt, die een deel van de waterschappen nog in mei hebben aangeleverd. Voor de berekeningen van nutriënten heeft dit slechts een beperkt effect, voor biologie is het beeld wel wat veranderd vergeleken met de oorspronkelijke analyse uit april. Het aandeel waterlichamen dat bij biologische aspecten goed scoort, is landelijk gemiddeld met 5 tot 10 procent toegenomen.

Het PBL concludeert dat met de voorgenomen maatregelen in 2027 in ongeveer 75 procent van de regionale waterlichamen wordt voldaan aan de norm voor nutriënten. Hierbij zijn grote regionale verschillen. In 50 tot 65 procent van de regionale waterlichamen worden de biologische doelen voor vis, algen en macrofauna gehaald; alleen bij waterplanten is dat wat minder. In de rijkswateren worden over zeven jaar vrijwel overal de biologische doelen gehaald.

Drinkwaterbronnen onder druk
In de PBL-analyse is ook aandacht voor de bronnen van drinkwater. Deze staan onder toenemende druk; bij ongeveer twee derde van de bronnen zijn maatregelen nodig om ze duurzaam veilig te stellen. Zo is grondwater tot steeds grotere diepten verontreinigd met veel verschillende stoffen.

Minister van Nieuwenhuizen betrekt de resultaten van de analyse bij de Beleidsnota Drinkwater 2020-2026. Die stelt ze dit jaar vast. “In de beleidsnota zal ik invulling geven aan de opgave om de bronnen van drinkwater duurzaam veilig te stellen.”

Kennisimpuls voor waterkwaliteit
De projecten in het kader van de Kennisimpuls Waterkwaliteit (KIWK) dragen bij aan het gezamenlijk vinden van oplossingen. Hierbij werken Rijk, provincies, waterschappen, drinkwaterbedrijven en kennisinstituten Deltares, KWR, WUR en RIVM samen. Het gaat om meer inzicht in de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden, zoals nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, medicijnresten en nog onbekende chemische stoffen.

Christa Groshart van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is voorzitter van de gebruikerscommissie. Zij heeft het over een kruisbestuiving tussen de Nationale analyse waterkwaliteit en de KIWK. “Enerzijds hebben projecten uit de Kennisimpuls al input geleverd aan de Nationale analyse. Omgekeerd zijn er uit de analyse kennishiaten naar voren gekomen die nu binnen de KIWK worden opgevuld.”

Groshart spreekt de verwachting uit dat de KIWK antwoorden oplevert waar water- en terreinbeheerders in de praktijk verder mee kunnen. “Ik heb er goede hoop op, want aan alle projecten is een gebruikerscommissie toegevoegd die dat moet waarborgen. Dat noem ik de inhoudelijke winst. Maar ik hoop ook dat we ‘organisatorische winst’ kunnen boeken. In de Kennisimpuls dagen we kennisinstellingen en adviesbureaus uit om samen te werken en alle in ons land aanwezige expertise te bundelen voor de best mogelijke antwoorden. Ik hoop dat deze winst blijvend is.”

 

MEER INFORMATIE
Tweede Kamerbrief van minister
Addendum Nationale analyse waterkwaliteit
H2O-bericht over PBL-analyse
Nieuwsbericht Kennisimpuls Waterkwaliteit

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.