Het is een aanzienlijke opgave maar de drinkwatervoorziening is voor ten minste tien jaar geborgd, ook voor 900.000 nieuwe woningen. Daarvoor zorgen de leveringsplannen van de drinkwaterbedrijven en het toezicht hierop door de Inspectie Leefomgeving en Transport. Dat laat minister Mark Harbers weten in een brief aan de Tweede Kamer. Vewin vindt het positief dat het kabinet de urgentie van de problematiek onderschrijft, maar tegelijkertijd is het volgens de vereniging van waterbedrijven duidelijk dat er veel moet gebeuren.
De aanleiding voor het schrijven van de minister van Infrastructuur en Waterstaat is dat Vewin in maart waarschuwde dat drinkwater niet vanzelfsprekend is voor 900.000 nieuwe woningen tot en met 2030, het kabinetsdoel vanwege de woningnood. Daarop dienden de Tweede Kamerleden Fahid Minhas en Peter de Groot van de VVD vragen in. Die heeft Harbers nu beantwoord, mede namens minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
De vereniging van waterbedrijven uitte zijn zorgen nadat De Jonge op 11 maart de Nationale Bouw- en Woningagenda en het Programma Woningbouw aan de Tweede Kamer had gestuurd. Vewin ziet grote uitdagingen bij het garanderen van de tijdige beschikbaarheid van voldoende drinkwater voor alle nieuwe woningen. Dat lukt alleen als meer werk wordt gemaakt van het aanwijzen en beschermen van nieuwe bronnen voor drinkwater en als drinkwaterbedrijven de ruimte krijgen om die bronnen ook daadwerkelijk te benutten.
Vinden van nieuwe drinkwaterbronnen belangrijke opgave
In reactie hierop schrijft Mark Harbers dat het beschermen van bestaande drinkwaterbronnen en waar nodig het vinden en beschermen van nieuwe drinkwaterbronnen een belangrijke opgave is. Dat vraagt terecht om aandacht en die is er ook, aldus de minister. Hij wijst erop dat waterbedrijven op grond van de Drinkwaterwet de plicht hebben om aan huishoudens drinkwater te leveren. “De drinkwaterbedrijven stellen leveringsplannen op waarin vraag en aanbod per bedrijf is uitgewerkt. De ILT houdt hier toezicht op. Dit is wettelijk geregeld en daarmee is de levering voor ten minste de komende 10 jaar geborgd.”
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben samen onderzoek gedaan naar de drinkwatervraag en het aanbod van bronnen. “Provincies wijzen Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) aan, zodat er tot 2040 voldoende grondwater beschikbaar is voor het bereiden van drinkwater. Het Rijk wijst daarnaast Nationale Grondwaterreserves (NGR’s) aan.” Het aanwijzen van ASV’s is in een aantal provincies afgerond en in de rest gebeurt dat binnenkort. Ook wordt volgens de minister gekeken naar mogelijkheden voor waterbesparing en naar andere bronnen in de toekomst, zoals het ontzilten van brak water en het uitbreiden van oppervlaktewaterwinningen.
Maatregelen om verdere druk op watersysteem te voorkomen
Het RIVM houdt zich eveneens met het onderwerp bezig. In mei 2021 verscheen een rapport over de kwaliteit van de drinkwaterbronnen en medio dit jaar komt er nog een rapport over de beschikbaarheid van bronnen. “Het beeld uit de onderzoeken is dat klimaatverandering en sociaaleconomische ontwikkelingen de beleidsopgave voor de waterkwaliteit (zowel oppervlaktewater als grondwater) en waterbeschikbaarheid vergroten.”
Harbers erkent de ernst van de zaak. “De opgave om voor de ontwikkeling van de bevolking tot 2040 en de daaraan verbonden extra woningen drinkwater te leveren is aanzienlijk en vergt van alle betrokken partijen inzet. Met de genoemde acties van drinkwaterbedrijven, provincies en Rijk wordt hier hard aan gewerkt en met de betrokken overheden volgen we de voortgang via de Stuurgroep Water.”
De grenzen van het watersysteem worden op diverse locaties bereikt of al overschreden, merkt de minister op. Er worden verschillende maatregelen genomen om te voorkomen dat dit systeem nog verder onder druk komt te staan. “Met een meer verplichtende invulling van de watertoets, het uitwerken van water en bodem als basis voor ruimtelijke inrichting, het zuiniger omgaan met water, het stimuleren van hergebruik én het waterkwaliteitsbeleid wil de rijksoverheid ervoor zorgen dat er een duurzaam evenwicht komt tussen vraag en aanbod van zoet water. Daarnaast komen via de Studiegroep Grondwater de opgaven voor grondwaterkwaliteit en -kwantiteit in beeld en welke (extra) inzet op die opgaven nodig is.”
Reactie Vewin: moet nog veel gebeuren
Vewin laat weten de antwoorden met belangstelling te hebben gelezen. “Wij constateren met instemming dat de bewindslieden de urgentie van de door de drinkwatersector aangekaarte problematiek onderschrijven. Ook geven de ministers aan open te staan voor overleg over mogelijke oplossingen.”
Dat is winst, aldus Vewin. “Tegelijkertijd is duidelijk dat er veel moet gebeuren. Vewin vervolgt graag op korte termijn het gesprek met de ministeries om te komen tot concrete en tijdige oplossingen.”
MEER INFORMATIE
Brief van minister (21 april)
Waarschuwing Vewin (maart)