In de strijd tegen de klimaatverandering kan de opslag van CO2 een belangrijke rol spelen. Volgens Ralph Temmink, ecoloog en universitair docent bij de Universiteit Utrecht, kunnen zout- en zoetwatermoerassen enorme hoeveelheden CO2 opslaan. Dit komt door de manier waarop deze landschappen zijn opgebouwd.
Over de manier waarop moerasplanten CO2 opslaan en welke lessen geleerd kunnen worden als het gaat om natuurherstel van moeraslanden publiceerde Temmink, samen met collega’s van verschillende universiteiten en bijvoorbeeld het Koninklijk Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
“Natuurlijk is de energietransitie van belang om de uitstoot van CO2 te beperken, maar ook het vasthouden én vastleggen van CO2 is cruciaal om de opwarming van de aarde tegen te gaan”, stelt Temmink. “In bossen en oceanen ligt de meeste CO2 opgeslagen. Kijken we echter naar de hoeveelheid opgeslagen CO2 per vierkante meter, dan blijkt dat moeraslanden zo’n vijf keer meer CO2 opslaan dan bossen en wel 500 keer meer dan oceanen.”
In totaal slaan moeraslanden als hoog- en laagvenen, kwelders, mangrovebossen en zeegrasvelden meer dan 20% van alle CO2 op. Dit terwijl deze gebieden slechts 1% van het totale aardoppervlak beslaan. “De koolstofdichtheid van deze gebieden is opvallend. Nemen we hoogveen: een hoog en nat landschap. Het is goed in staat regenwater vast te houden. Het veen blijft nat en organisch materiaal vergaat minder snel. De veenmossen die groeien scheiden zuren uit, ook dat vertraagt de afbraak van stoffen en leidt tot veenvorming en CO2 vastlegging.”
In laagvenen en kustmoerassen gaat het net iets anders. Daar houden planten resten organisch materiaal vast met hun wortels. Hierdoor komen voedingsstoffen vrij en kunnen de planten steeds beter groeien. Tegelijkertijd ontstaat er, net als bij hoogveen, een dikke bodemlaag die veel CO2 vast kan houden. “In al die moerasgebieden zie je dat er een zichzelf versterkend effect optreedt. Als we gaan kijken naar het natuurherstel van deze gebieden, is het dus de crux om goed te begrijpen waardoor dit zelfversterkende effect optreedt.”
Temmink is er van overtuigd dat het belangrijk is om de pogingen om moeraslanden te herstellen te intensifiëren. “Dit overigens niet alleen vanwege de CO2-opslag, maar ze spelen ook en grote rol als het gaat om biodiversiteit, kustbescherming of waterkwaliteit. Maar van de pogingen die worden ondernomen om moeraslanden te herstellen, mislukt meer dan de helft. Dit komt omdat er te weinig rekening gehouden wordt met de landschapsvormende eigenschappen van de planten.”
De aanpak van natuurherstel van moerasland is volgens Temmink gebaseerd op die van bosherstel: schakel concurrentie uit door de bomen op ruime afstand van elkaar te plaatsen. “Dat werkt bij moeraslanden niet. Daar moeten de planten juist dicht op elkaar staan zodat de positieve effecten van moerasplanten optimaal benut kunnen worden.”
MEER INFORMATIE
Recovering wetland biogeomorphic feedbacks to restore the world’s biotic carbon hotspots