secundair logo knw 1

De lidstaten van de Europese Unie spannen zich nog altijd weinig in om de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) te halen. Zo geven ze onverminderd veel overheidsgeld uit aan beleid en sectoren die het behalen van een goede ecologische, chemische en kwantitatieve toestand van de wateren frustreren. Dat concludeert een coalitie van Europese Natuurbeschermingsorganisaties na bestudering van nieuwe ontwerp beheerplannen voor rivieren en hun stroomgebieden. Veel plannen scoren slecht. 11 van de 13 onderzochte stroomgebieden zullen ook in 2027 niet gezond zijn.

Het onderzoek ‘The final sprint for Europe’s rivers’ beoordeelt de concept stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) voor de periode 2022-2027. De plannen zijn van cruciaal belang, zeggen de natuurbeschermingsorganisaties, want ze hebben betrekking op de laatste termijn van de KRW. Het Europese beleidsinstrument dat gericht is op bescherming van ecosystemen en watervoorraden, loopt tot 2027. Nog 6 jaar te gaan en veel wateren zijn verre van schoon, zowel chemisch als ecologisch. 

De KRW bepaalt dat de EU-lidstaten voor elk stroomgebied gezamenlijk actieprogramma’s moeten opstellen waarin alle aspecten van water aan de orde moeten komen. Daarbij geldt de verplichting dat elke 6 jaar de stroomgebiedbeheerplannen worden geactualiseerd. Volgend jaar gaat een nieuwe periode in. Nederland is onderdeel van 4 internationale stroomgebieden, te weten Rijn, Maas, Schelde en Eems.

Stroomgebieden Beoordeelde concept stroomgebiedbeheerplannen | Bron The final sprint for Europe’s rivers

Slecht
De ngo’s onderzochten de conceptplannen die voor mei 2021 zijn gepubliceerd. Ook het concept beheerplan voor het Nederlandse stroomgebied van de Rijn is beoordeeld en dat plan valt in de categorie ‘slecht’, stellen de organisaties. Dat geldt ook voor 2 Italiaanse, 2 Duitse en het internationale Oderplan. Slechts 2 van de 13 beheerplannen scoren goed, beide in Finland.

In het algemeen hebben de lidstaten hun ‘inventarissen, instrumenten en criteria’ verbeterd, maar hun ambitieniveau blijft laag, aldus het onderzoek. “In sommige gevallen wordt er in de ontwerp-SGBP's van uitgegaan dat de doelstellingen niet vóór 2050 zullen worden gehaald.”

Het lage ambitieniveau blijkt uit de vele vrijstellingen en de beperkte middelen voor de uitvoering van de beheerprogramma’s. “Dit is te wijten aan het feit dat de kosten voor het milieu en de hulpbronnen niet worden verhaald op sterke economische sectoren zoals energie, landbouw en scheepvaart”, aldus het rapport. “Dit weerspiegelt de weerstand tegen verandering van gevestigde belangen.”

Sectoren
De lidstaten slagen er ‘in het algemeen’ niet in de beschermingsmaatregelen en de milieudoelstellingen van de Kaderrichtlijn Water voor de Europese wateren te integreren in andere beleidsgebieden, aldus het rapport. Dat geldt met name voor de energie-, landbouw- en infrastructuursector, precies de branches die het meest verantwoordelijk zijn voor de aantasting van het milieu en het verlies aan aquatische biodiversiteit. 

Die constatering sluit aan bij de evaluatie van het Europese waterbeleid in 2019, toen werd vastgesteld dat ‘trage uitvoering, ontoereikende financiering en onvoldoende integratie van milieudoelstellingen in het sectorale beleid’ de belangrijkste beperkingen zijn voor behoud en herstel van waterlichamen. De zwakke uitvoering van de stroomgebiedbeheerplannen zijn ‘zeer contraproductief’ voor de ambities van de Europese Green Deal, aldus het rapport.

De Nederlandse natuurorganisaties Natuurmonumenten, Waddenvereniging, Natuur & Milieu, LandschappenNL, Wereld Natuur Fonds, en Vogelbescherming Nederland grijpen het rapport aan om in een brief aan de Tweede Kamer te bepleiten om ‘met urgentie’ extra maatregelen te nemen om de doelen van de KRW wél te behalen. Dat moet worden gerealiseerd met het Nationaal Water Programma, Stroomgebiedbeheerplannen en het nieuwe Actieprogramma Nitraatrichtlijn.


VRIJSTELLINGEN
Nederland behoort tot de Europese landen die het meest gebruik maken van ontheffingen, aldus het rapport ‘The final sprint for Europe’s rivers’. Voor bijna alle 515 waterlichamen gelden vrijstellingen op grond van artikel 4, lid 4, waarbij in veel gevallen kortweg wordt verwezen naar ‘onevenredigheid van de kosten’ en ‘technische onhaalbaarheid’, aldus het rapport. De vrijstellingen op grond van artikel 4, lid 6, zijn alarmerend toegenomen, aldus het rapport. Die zijn gebaseerd op het 'oneigenlijke gebruik' van ‘droogte’ als een ‘natuurlijke omstandigheid’, zo wordt gesteld. 

 

MEER INFORMATIE
The final sprint for Europe’s rivers (pdf)

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.