Nederland vraagt met vijf andere Europese landen om herziening van de richtlijn waarmee wateren worden beoordeeld of ze aan de Kaderrichtlijn Water voldoen. Ze willen dat er naast het nu geldende ‘one-out-all-out’-principe een tweede indicator in de KRW-beoordeling wordt opgenomen waarmee inzicht wordt gegeven in de voortgang die is geboekt om de ecologische en chemische toestand van de wateren te verbeteren.
Nu krijgt een KRW-water alleen de beoordeling ‘goed’ als aan álle ongeveer 140 parameters wordt voldaan. AIs een KRW-waterlichaam op 1 parameter onvoldoende scoort, dan krijgt het water het stempel ‘niet goed’, ook als de waterkwaliteit volgens de overige variabelen in orde is. “Dit is niet uit te leggen, niet aan de politiek en niet aan het publiek”, schrijven de landen in een zogeheten non-paper. Dat zijn naast Nederland, Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Finland en Luxemburg.
Het one-out-all-out principe geeft alleen aan of het KRW-doel wel of niet is bereikt, maar geeft geen informatie over de werkelijke toestand van waterlichamen, stellen de landen, die in de rigide goed/fout beoordeling ook een gevaar zien voor het draagvlak om maatregelen nemen om de doelen van de KRW te halen. Ze willen daarom een tweede indicator waarmee de voortgang wordt vastgesteld.
Achteruitgang
In een tweede document vragen Nederland, Duitsland, Denemarken, Finland en Luxemburg om verduidelijking van het begrip ‘achteruitgang’, zoals dat in door de Europese Commissie voorgestelde aanpassing van de KRW is opgenomen.
Aanleiding is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie die in 2022 bepaalde dat de tijdelijke achteruitgang van de toestand van een waterlichaam verboden is op grond van de KRW. Blijkens het non-paper willen de landen aanscherping van het begrip achteruitgang, zodat tijdelijke achteruitgang zonder langetermijngevolgen of verplaatsing van verontreiniging geen gevolgen hebben voor de KRW-beoordeling.
Met beide non-papers markeren de landen de standpunten waarmee ze de onderhandeling ingaan over de herziening van de Kaderrichtlijn Water, de Grondwaterrichtlijn en de Richtlijn Prioritaire Stoffen.
Motie
Aan de Tweede Kamer schrijft demissionair Mark Harbers dat hij hiermee uitvoering geeft aan de motie van Hidde Heutink (PVV) waarin de bewindsman wordt opgeroepen om in Brussel te gaan pleiten voor afschaffing van het ‘one out, all out’-principe in de Kaderrichtlijn Water. Heutink diende de motie in bij het Wetgevingsoverleg Water eind januari en kreeg steun van een meerderheid in de Kamer.
Harbers maakt zich in Brussel niet sterk voor het afschaffen van het ‘one out, all out’-principe, blijkt uit de Kamerbrief. “Het geheel schrappen is onwenselijk, omdat alle parameters die de toestand van een waterlichaam bepalen nodig zijn ter bescherming en verbetering van de waterkwaliteit. Voor Nederland als benedenstroomse lidstaat is het bovendien extra van belang dat al deze parameters worden nageleefd in onze buurlanden.”
Ook is er bij andere lidstaten geen steun voor afschaffen van het principe, schrijft de minister, die dat ook verwoordde in het Wetgevingsoverleg Water.