Aquathermie, thermische energie uit oppervlakte-, afval- en drinkwater, wint in de warmtetransitie steeds meer terrein. Het Netwerk Aquathermie voorziet dat in 2030 meer dan 200.000 woningen worden verwarmd en gekoeld met aquathermie. “We moeten nog een paar stappen zetten, maar dan gaat het echt wel lopen. Dan wordt een belangrijk deel van de warmtetransitie ingevuld met aquathermie”, zei Erik Kraaij, programmamanager Netwerk Aquathermie, gisteren op het NAT Festival ‘Aquathermie stroomt door’.
Op de bijeenkomst werden de opbrengst van de Green Deal Aquathermie (2019-2021) en de ambities voor de toekomst gedeeld. Het netwerk, met het Netwerkbureau Aquathermie als uitvoeringsorganisatie, is na de ondertekening van de green deal in mei 2019 flink gegroeid. Bij de aftrap conformeerden zich 22 partijen aan het doel om mogelijkheden van aquathermie in kaart te brengen om zo een versnelling te brengen in de warmtetransitie.
Inmiddels doen 60 partijen mee aan het project, dat na afronding van de green deal vorig jaar begonnen is aan een nieuwe fase met het programma 'Aquathermie stroomt door', dit met de ambitie om de toepassing van themische energie uit water verder uit te bouwen.
Programmaplan
Er zijn al meer dan 80 gerealiseerde projecten met aquathermie bekend. En op 100 locaties in Nederland worden de mogelijkheden aquathermie toe te passen onderzocht, schetste programmamanager Kraaij. Met deze ontwikkeling kan de toepassing van thermische energie uit water doorstromen naar 200.000 woningen in 2030, aldus Kraaij. "Het programmaplan hiervoor is in ontwikkeling."
Sandor Gaastra, directeur-generaal Klimaat en Energie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, noemde 200.000 een ‘indrukwekkend aantal’. “Als we in 2030 op anderhalf miljoen verduurzaamde woningen moeten zitten, dan is 200.000 een serieus aantal. Maar dan moet er nog wel wat gebeuren.”
Ook Kraaij sprak over te nemen hobbels voor versnelling en opschaling. Zo moet er meer duidelijkheid komen over kennisvragen als de ecologische impact van aquathermie op (oppervlakte)water. Het betrekken van meer marktpartijen bij aquathermie vraagt tevens aandacht, zoals ook moet worden ingezet op het informeren van gemeenten over de mogelijkheden van thermische energie uit water, zodat ze de inzet van aquathermie zorgvuldig kunnen afwegen tegen andere toepassingen in de warmtetransitie.
SDE++
Gaastra wees erop dat er in de subsidieregeling SDE++ meer plek wordt ingeruimd voor warmteopties, waaronder aquathermie. “Dat lukt dit jaar nog niet helemaal, maar dat gaat zeker vanaf volgend jaar wel gebeuren. Ik ben ook blij dat er uit het Nationaal Groeifonds fors wat geld komt voor verdere innovatie van warmteopties, zoals aquathermie."
"Maar daarmee zijn we er nog niet, want aquathermie is een bron en om de warmte bij de huizen te krijgen moet je netwerken hebben. Daar heb je een nieuwe warmtewet voor nodig. Op het departement wordt daar aan gewerkt en ik hoop dat we dit jaar met de nieuwe warmtewet naar de Kamer kunnen, zodat we de governance over de hele keten goed geregeld hebben.”
Kansrijke optie
Met de groeiende belangstelling voor thermische energie uit water, heeft de toepassing in enkele jaren flink aan belang gewonnen in de aanpak van de warmtetransitie. Aquathermie is gegroeid van onbekende bron naar kansrijke optie, stelt het netwerk. Meindert Smallenbroek sprak in zijn rol als voorzitter van de Stuurgroep Aquathermie over ‘een groot succes’, zeker als in ogenschouw wordt genomen dat TEO, TEA en TED enkele jaren geleden nog grote onbekenden waren, ook aan de zogeheten klimaattafels waar gesproken werd over het in juni 2019 gesloten Klimaatakkoord.
Smallenbroek, die toen nog niet was aangesteld als algemeen directeur van de Unie van Waterschappen, zat aan één van de tafels (‘bebouwde omgeving’) en herinnerde zich hoe er werd gedacht over aquathermie: “De vertegenwoordiger van de waterschappen benadrukte voortdurend hoe belangrijk aquathermie was. Ik weet nog dat mensen aan tafel in eerste instantie zeiden: wat is dit? En dat er ook wat gniffelend over werd gedaan. Maar toen we het akkoord moesten maken, is gezegd: we kunnen niets uitsluiten, we gaan hiermee aan de slag. En dat werd ook ingegeven door de ervaring dat als je iets aan waterschappen overlaat er echt actie wordt ondernomen. (...) Het is nu een groot succes. En in dit ‘zwaan kleef aan verhaal’ doen ook steeds meer marktpartijen mee. Daar word ik nog het meest vrolijk van.”