secundair logo knw 1

Terwijl de energievraag van de waterschappen groeit, bijvoorbeeld door de inzet van aanvullende zuiveringen, staat de energievoorziening anderzijds onder druk. STOWA onderzocht de impact van ontwikkelingen op energiegebied voor de waterschappen en concludeert dat er behoefte is aan een strategische aanpak, in samenwerking met de energiesector.

“We praten niet over problemen van morgen”, zegt Cora Uijterlinde, programmamanager bij STOWA. “We zien al dat het niet altijd meer mogelijk is om voorzieningen van de waterschappen aan te sluiten op het energienet. Dat komt met name door algemene ontwikkelingen op energiegebied, bijvoorbeeld netcongestie en geopolitieke ontwikkelingen. Als watersector moeten we ons daartoe verhouden.”

Cora UijterlindeCora UijterlindeDe urgentie van de problematiek wordt volgens Uijterlinde gevoeld door de waterschappen. “Daarom hebben we samen met de Unie van Waterschappen deze verkenning ook uit laten voeren. Centraal in de twee rapporten, een achtergrondrapport en een versie voor bestuurders, staat daarbij de vraag wat er nodig is voor een betrouwbare, betaalbare en beschikbare energievoorziening?”

Elektriciteit – zo staat te lezen in het rapport – kan in de toekomst een beperkende factor worden voor waterschappen bij het uitvoeren van hun taken. “Kijk alleen al wat er op de waterschappen afkomt op het gebied van de waterkwaliteitseisen. Aanvullende zuivering vraagt ook aanvullende energie. Maar een intensiever gebruik van het elektriciteitsnet, of het verzwaren van de aansluitingen, is vrijwel nergens mogelijk.”

Het decentraal opwekken van zon- of windenergie is volgens de opstellers van het rapport niet altijd een even betrouwbaar alternatief, maar kan wel een rol spelen in het zorgen voor prijsstabiliteit. “De afgelopen jaren waren kostenstijgingen van 200 procent geen uitzondering. Het politieke voornemen om fossiele subsidies af te schaffen zou voor de waterschappen enkele tientallen miljoenen euro’s extra kosten per jaar betekenen.”

Om deze problemen het hoofd te bieden, is een strategische aanpak nodig, denkt Uijterlinde. “Het onderwerp zal geborgd moeten worden binnen de organisaties, zowel qua uitvoering als bestuurlijk. Dat is de eerste stap. We raden ook aan de huidige netaansluitingen van rwzi’s en gemalen tegen het licht te houden, om toekomstige knelpunten vast te stellen.”

Verder is samenwerking met de energiesector van groot belang. “Dat lijkt weliswaar een open deur”, zegt Uijterlinde, “maar we zullen ons echt moeten beseffen dat we dit niet alleen kunnen. Het voorstel in het rapport is daarom ook om regelmatig te zorgen voor regelmatig overleg tussen waterschappen, netbeheerders en de directe omgeving om toekomstige bottlenecks weg te nemen. We moeten er echt nu mee aan de slag en als het niet lukt, zal dat betekenen dat waterschappen niet altijd meer alle voorzieningen kunnen garanderen. Dan zitten we met z’n allen met een probleem.”

 

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Vorig jaar 50m3 verbruikt dus mijn best gedaan en terug naar 30m3. Rekening 157.50 waarvan 31 voor water en de rest belasting en rechten. Denkt u nu echt dat ik dit jaar op een kuub meer of minder kijk. Ik geef t gras weer lekker water van de zomer.
Helemaal eens met deze opinie van Herman van Dam. Ik zou de totale onbeheersbaarheid van de grondwaterkwantiteit bij grootschalige infiltratie nog willen toevoegen als tegenargument. Vanwege de enorme reponstijd vergroot je het risico op grootschalige grondwateroverlast gigantisch als je in het grootste deelsysteem van de Veluwe gaat infiltreren. De enorme schade die afgelopen jaar is opgetreden (en nog steeds oploopt) rond de Veluwe door excessieve natuurlijke infiltratie (alle neerslagrecords verbroken) mag daarvoor in mijn beeld als empirische waarschuwing worden opgevat.
Goed verhaal Herman, vanuit de hydrologie en het belang van de vegetatie
Is dit niet wat eenzijdige berichtgeving? Op Wikipedia staat te lezen: "Op 29 mei 2024 werd bekend dat door The Ocean Cleanup voor de 100e keer plastic afval uit de Grote Oceaan gehaald is. In totaal werd er met die 100 keren 385.000 kilogram opgevist" waarbij wordt verwezen naar nu.nl. Zelfs als de 11,5 miljoen kilo gehaald is (30 keer zo veel als in het geciteerde bericht) dan is dat nog steeds geen 1 procent van de geschatte hoeveelheid plastic in de oceanen (2-8 miljoen ton, volgens schattingen VN). Maar wat voor ons technologen denk ik zeer interessant is en ook in dit vakblad aandacht verdient, zijn de onbedoelde mogelijke schadelijke effecten voor het zeeleven. Hierover is een congres in Liverpool geweest in 2020. Mogelijk is er inmiddels meer onderzoek naar gedaan. In een artikel uit 2020 legde De Correspondent bloot welke keerzijdes er aan een goedwillende techniek als de Ocean Cleanup kunnen zitten en het spanningsveld tussen iets willen oplossen en de vraag voldoende breed in kaart hebben (https://decorrespondent.nl/11379/niemand-weet-welk-probleem-the-ocean-cleanup-eigenlijk-oplost/4ab9e62f-1927-0845-3b42-426dba6ac6b3). Een hoekje ethiek der techniek zou niet misstaan in een vakblad als H2O, lijkt me.