secundair logo knw 1

De afgelopen zomers stapelden de droogteproblemen zich razendsnel op in Brabant. Kees Jan de Vet, dijkgraaf van het waterschap Brabantse Delta, gaf publiekelijk aan dat dit een wake-up call moest zijn voor de politiek. Aan De Vet de vraag of men inmiddels wakker is geschud in Den Haag.

door Rens Nijholt

Logo stemmen De Vet Kees Jan de Vet“Ik merk dat we de afgelopen jaren in Brabant met de waterschappen, provincie, drinkwaterbedrijven, landbouw en natuurorganisaties anders aan tafel zitten. In Brabant wordt water in de diepe ondergrond gewonnen en maken we nog geen gebruik van oppervlaktewater. Doorgaans wordt hier water onder kwetsbare natuurgebieden gewonnen. Vaak in Natura 2000-gebieden, terwijl dat juist stikstofgevoelige gebieden zijn.

Je ziet dat de natuur daar steeds droger wordt. Het is natuurlijk heel gek dat we in Nederland een stikstofprobleem hebben en we dat geïsoleerd benaderen van het droogtevraagstuk. Daarom zou ik heel graag zien dat in de volgende kabinetsperiode deze dossiers sterker aan elkaar worden gekoppeld. Ik denk dat er een strategie ontwikkeld moet worden, waarin staat dat er op andere plaatsen grondwater onttrokken moet worden.

Maar daar zijn zeer stevige investeringen voor nodig. En dan ben ik dus niet de dijkgraaf die zegt: dat is huiswerk voor de drinkwaterbedrijven. Nee, ik vind dat de contacten tussen de drinkwaterbedrijven, waterschappen en Den Haag geïntensiveerd moeten worden, om zo de toekomstige investeringsbehoefte voor nieuwe drinkwaterwinningen met het Rijk te onderzoeken.

'Ik pleit ervoor dat we kritisch naar onze rollen kijken, want de huidige rolverdeling is uit een voorbije tijd'

In het nieuwe regeerakkoord zou je kunnen afspreken dat een deel van de belasting op drinkwater wordt ingezet om investeringsprogramma’s voor waterbedrijven te financieren. Als het gaat over klimaatverandering is in Nederland iedereen verantwoordelijk voor een stukje van de oplossing. Dat vind ik niet optimaal om een crisis te bezweren. Ik pleit ervoor dat we kritisch naar onze rollen kijken, want de huidige rolverdeling is uit een voorbije tijd en niet optimaal voor zo’n ernstig vraagstuk.”

U uitte eerder al uw onvrede over de ‘vrijblijvendheid’ van de maatregelen tegen klimaatverandering.
“Voordat een crisis echt op tafel ligt zijn de vakmensen daar al vaak volop mee bezig. De bewustwording en de impact naar de samenleving zie ik wel ontstaan, maar de ernst is op dit moment onvoldoende doordrongen. We zagen de afgelopen zomer dat de temperatuur in sommige verzorgingshuizen wekenlang tegen de 40 graden was. Als dat de nieuwe werkelijkheid wordt, heeft dat gevolgen voor de gezondheid en zullen sterftecijfers toenemen.

In delen van steden zag je steeds ernstigere gevolgen van hittestress en dat er ernstige watertekorten ontstonden. Je ziet dat de crisis wel iets breder wordt beleefd, maar we zitten echt nog in die - bijna klassieke - prefase. De fase voordat de ernst van de crisis echt op tafel komt. Dat zag je ook bij andere crises. Bij de bankencrisis had je ook zo'n fase, alvorens de banken omvielen. Je zag het bij corona; ‘dat was iets in China en niet hier’.

Bij de klimaatvraag leeft ook het sentiment van: het zal hier niet zo’n vaart lopen. Ik noem deze fase een ‘vooretappe’. Het is ook tekenend voor de verkiezingsprogramma’s in Den Haag. Dit is ernstiger dan een bijzin in een verkiezingsprogramma.”

Samen met de andere Brabantse waterschappen wilt u een ‘adviescommissie droogte 2030’ instellen. Waarom is dit nodig?
“Het is nodig omdat we te veel van jaar tot jaar afzonderlijk naar de ernst van de droogte kijken. Met behulp van de wetenschap willen we in Brabant een projectie maken voor de komende tien jaar, waarin het de afgelopen drie jaar als maatstaf neemt. Als we daar de uitkomsten van hebben, gaan we denk ik heel anders kijken naar de grote watertekorten in de ondergrond.

'Ik denk dat we droogte niet als een jaarlijks verschijnsel moeten beschouwen, maar als een structurele crisis'

Maar ook naar de belasting op de bodem, de effecten op de landbouw en natuur en de toenemende hittestress in steden. We willen onder leiding van gezaghebbende partijen, zoals het KNMI en RIVM, richting 2030 kijken met het vraagstuk: stel dat deze droogte van de afgelopen drie jaar de nieuwe werkelijkheid is? We hebben nu drie gecumuleerde jaren van droogte gehad. Ik denk namelijk dat we droogte niet als een jaarlijks verschijnsel moeten beschouwen, maar in het perspectief van de middellange termijn en beschouwen als een structurele crisis.

Met zo’n benadering krijg je denk ik fundamentelere antwoorden op de gevolgen van hittestress in steden. In Breda en Tilburg lopen die enorm op. In Tilburg is het verschil tussen een versteende en een groene wijk soms 6-8 graden. Dus zo'n verzorgingstehuis, waar we het eerder over hadden, zou maar in een versteende wijk liggen.”

U maakt hiermee uw eigen model van de klimaatverandering.
“Bestaande modellen van de klimaatverandering moeten we benutten, maar gaan vaak over langere termijn tot 2050. Voor Brabant hebben we, gezien de ernst, modellen nodig die ervan uitgaan dat de afgelopen drie jaar hier het nieuwe normaal zijn. En ik maak me vooral zorgen over de gecumuleerde effecten op de natuur en het landschap wanneer de grondwaterhoeveelheid niet wordt aangevuld.

Het is de bedoeling om de jaren 2021 tot 2030 in een projectie te zetten en op basis daarvan een onafhankelijke commissie te vragen met adviezen te komen, die bij zo’n langere termijn aanpak passen. Zo ontwikkel je hoop ik een paradigmashift, waarin we onze manier van werken fundamenteel moeten zullen veranderen.”

Hoe gaat u deze commissie onder de aandacht krijgen in Den Haag?
“Wat mij betreft is de problematiek hier vergelijkbaar met de ernst van het stikstofprobleem - daarvoor hadden we de commissie Remkes. Ook de droogte, zo verwacht ik, wordt een nationaal vraagstuk. Ik denk dat een onafhankelijke commissie in Brabant met een gezaghebbend iemand, zoals Remkes bij stikstof, dit thema weet te agenderen. Hiervoor is het wel belangrijk dat Gedeputeerde en Provinciale Staten de ernst onderschrijven. Zij moeten zeggen: dit wordt zo’n groot vraagstuk dat we hier een aantal onafhankelijke mensen voor aan het werk zetten. Dit moet je vervolgens vanuit de provincie zo opschalen dat de boodschap in Den Haag doorkomt.”

Welke kansen ziet u met de commissie voor Brabant?
“Primair moet de commissie de ernst van de situatie in Brabant in kaart brengen en daar aanbevelingen voor formuleren. De oplossingen zullen we grotendeels zelf binnen Brabant ter hand moeten nemen. Maar er zijn zaken die landelijk opgepakt moeten worden. In Brabant halen we bijvoorbeeld alleen maar water uit de ondergrond. Waarom doen we dit niet uit het oppervlaktewater?

Eerder had ik het over de investeringen voor de waterbedrijven. Voor dat soort vraagstukken is een hele andere aanpak nodig. Dat kun je slechts ten dele in Brabant oplossen, maar voor de financiering heb je ook de medewerking nodig van het Rijk. In de oplossingensfeer zoek ik ook een grotere bewustwording buiten de watersector.

'Als je Nederland klimaatadaptief wilt maken, moet je in het regeerakkoord direct de koppeling maken met de omvangrijke woningbouwopgave'

Als je Nederland klimaatadaptief wilt maken, moet je in het regeerakkoord direct de koppeling maken met de omvangrijke woningbouwopgave waar we voor staan. Dat moeten we, vanuit het belang van klimaatadaptatie, veel slimmer koppelen. Je kunt in de volgende kabinetsperiode niet geïsoleerd spreken over het bouwen van een miljoen huizen vanuit volkshuisvesting.

Water en de bouwopgave is nog geen gebruikelijke combinatie, maar met dat soort coalities kun je werk met werk maken. Er liggen kansen. In Rotterdam zie ik goede voorbeelden vanuit het Resilient Cities Program. Internationaal zie ik ook veel beweging ontstaan. Ook vanuit de Europese Commissie worden ambities geformuleerd. Maar we zitten echt nog in die prefase. Het wordt wel onderkend, maar het is nog te vrijblijvend. Dus we moeten met het volgende kabinet daar een grotere stap in maken.”

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.