secundair logo knw 1

Nederland staat voor omvangrijke wateropgaven die in de toekomst alleen nog maar groter worden. Daarom is volgens het vastgestelde Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP) een integrale aanpak nodig met andere opgaven in de fysieke leefomgeving. Bij ruimtelijke planvorming wordt het water- en bodemsysteem meegenomen als leidend principe.

Het NWP bevat de hoofdlijnen voor het nationale waterbeleid voor de periode 2022-2027. Ook worden de uitvoering van dat beleid en het beheer van de rijkswateren en rijksvaarwegen beschreven. Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat heeft de definitieve versie van het programma – na vaststelling door het kabinet – vrijdag aan de Tweede Kamer gestuurd. Hierbij horen ook de Stroomgebiedbeheerplannen voor Rijn, Maas, Schelde en Eems, het Overstromingsrisicobeheerplan en het Programma Noordzee.

Drie hoofdambities voor de lange termijn
In het NWP worden drie hoofdambities voor 2050 en verder geformuleerd: een veilige en klimaatbestendige delta, een concurrerende, duurzame en circulaire delta en een schone en hoogwaardige delta. Deze ambities zijn uitgewerkt voor een aantal thema’s: klimaatadaptatie, waterveiligheid, zoetwaterverdeling en droogte, waterkwaliteit, grondwater en scheepvaart. Ook is vermeld wat dit alles betekent voor de bijbehorende beheer- en uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat.

De uitdagingen op waterterrein zijn volgens het Nationaal Water Programma 2022-2027 fors en worden bovendien in de toekomst steeds groter en complexer. Dat vraagt om een integrale aanpak. Harbers geeft in zijn begeleidende Kamerbrief deze toelichting. “De wateropgaven staan niet op zichzelf; een integrale aanpak met andere opgaven in de fysieke leefomgeving zoals de energietransitie, de woningbouw en de transitie landelijk gebied is noodzakelijk. Voor een integrale aanpak van de opgaven wordt het water- en bodemsysteem meegenomen als leidend principe.”

Het kabinet heeft de afgelopen jaren het waterbeleid en de uitvoering daarvan verder versterkt, schrijft de minister. Het NWP bouwt hierop verder voor de komende periode. Harbers geeft vervolgens een opsomming van belangrijke onderdelen van het programma (zie kader). Tevens geeft hij aan dat voor het waterbeleid het NWP een uitwerking is van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).

Vewin teleurgesteld
Waterkwaliteit is een onderwerp waarover momenteel veel te doen is. Preciezer gezegd: in hoeverre zullen de Nederlandse wateren in 2027 voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)? Het NWP voorziet voor de periode 2022-2027 deze mijlpaal: eind 2027 voldoet de inrichting van watersystemen aan de eisen van de KRW. Daarna wordt doorgewerkt met het oog op klimaatverandering en de doelen voor Natura 2000. Ook voor de overige bekende opgaven zijn uiterlijk eind 2027 maatregelen genomen. In 2024 wordt een tussenevaluatie uitgevoerd.

Vewin reageert teleurgesteld op wat in het programma aan plannen op dit terrein is opgenomen. De doelen van de KRW blijven buiten beeld volgens de vereniging van waterbedrijven. Over vrijwel de hele linie zijn extra maatregelen nodig en specifiek ligt er een forse opgave om de drinkwaterbronnen schoner te krijgen.

De vereniging heeft eerder aanscherping van de plannen bepleit en daarvan is onvoldoende sprake, wordt opgemerkt. “Het NWP geeft aan dat het voor het tijdig halen van de KRW-doelen voldoende is alle benodigde maatregelen uiterlijk in 2027 te nemen. De doelen mogen dan op een later moment worden gehaald. Hiermee wordt wat Vewin betreft niet voldaan aan de eisen van de KRW.” Daarom pleit de vereniging voor een maatregelenpakket om uiterlijk in 2027 de KRW-doelen voor de bronnen voor drinkwaterproductie te halen, zowel bij oppervlaktewater- als grondwaterwinningen.

Reactie Unie van Waterschappen
Het afstemmen op het bodem- en watersysteem is volgens de Unie van Waterschappen van groot belang. Voorzitter Rogier van de Sande pleit wel voor concretisering. “Om te zorgen dat water en bodem werkelijk sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting, is een nadere uitwerking en borging nodig van dit principe. Bij woningbouw moeten bijvoorbeeld ongunstige locaties voor waterhuishouding of bodemdaling worden vermeden. In het coalitieakkoord staat dat waterschappen eerder betrokken worden bij ruimtelijke planvorming en de watertoets een dwingender karakter krijgt. Dit moet nog wel handen en voeten krijgen.”


BELANGRIJKE ONDERDELEN NWP

Minister Harbers noemt in zijn Kamerbrief deze punten als belangrijke onderdelen van het NWP:

  • Werken aan klimaatadaptatie en zoetwaterbeschikbaarheid met stresstesten en adaptatiestrategieën, de impulsregeling klimaatadaptatie en het maatregelpakket zoetwater, een voorkeursvolgorde voor waterbeheer, de strategie klimaatbestendige zoetwatervoorziening hoofdwatersysteem en actief grondwatervoorraadbeheer.
  • Voortzetting van het beleid voor waterveiligheid en de uitvoering daarvan via onder andere het Hoogwaterbeschermingsprogramma, het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en het Overstromingsrisicobeheerplan.
  • Verankering van het rijksbeleid dat voortkomt uit de herijking van de Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën.
  • Werken aan schoon en ecologisch gezond (grond)water met de maatregelen in de Stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water, de Programmatische Aanpak Grote Wateren, het Deltaplan Agrarisch waterbeheer en het actieprogramma PFAS in water.
  • Het in samenhang bezien van water en scheepvaart en het versterken van een vlot, veilig, robuust en duurzaam goederenvervoersysteem over water.
  • Water en bodem als leidend principe bij ruimtelijke planvorming.
  • Een nationale watersysteemverkenning waarin lopende analyses op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening, ruimtelijke adaptatie, waterkwaliteit en scheepvaart in samenhang worden bezien, met als doel om voor het nationale watersysteem als geheel integraal afgewogen, lange termijn besluiten voor te bereiden.
  • Het Programma Noordzee stelt de kaders voor ruimtelijk gebruik van de Noordzee in relatie tot de toestand van het mariene ecosysteem, en voor het beleid gericht op het verbeteren van de milieutoestand. Het beschrijft ook de integrale aanpak die nodig is om een balans te bereiken tussen de verschillende maatschappelijke transities voor duurzame voedselvoorziening, natuurherstel en duurzame energie, en voldoende ruimte voor andere gebruiksfuncties op de Noordzee, zoals scheepvaart en zandwinning, passend bij de afspraken uit het Noordzeeakkoord. Tevens bevat het programma maatregelen om de milieutoestand van de Noordzee te verbeteren, als uitwerking van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. De windenergiegebieden zijn aangewezen waarmee invulling kan worden gegeven aan de klimaatdoelstellingen van het kabinet.
  • Een gebiedsgerichte aanpak van de wateropgaven voor de Zuidwestelijke Delta, de Rijn-Maasmonding, de grote rivieren (Programma Integraal Rivier Management), het IJsselmeergebied, de Waddenzee en Eems-Dollard en de kanalen in het beheer van het Rijk.

MEER INFORMATIE
Rapport NWP 2022-2027
Publieksversie NWP
Kamerbrief minister Harbers
Reactie Vewin
Reactie VEMW
Reactie Unie van Waterschappen

H2O Actueel: ontwerp NWP
H2O Actueel: NOVI

Typ je reactie...
Je bent niet ingelogd
Of reageer als gast
Loading comment... The comment will be refreshed after 00:00.

Laat je reactie achter en start de discussie...

(advertentie)

Laatste reacties op onze artikelen

Geachte redactie, ik ben verheugd dat eindelijk het besef is dat het klepelbeleid nu ter discussie is gesteld. Ik heb bij waterschap Hollandse delta al jaren als bestuurslid aangedrongen om het klepelen alleen als noodzaak te gebruiken. Ook heb ik div gesprekken gehad met SBB mbt klepelen in de duinen van Ouddorp waarbij de structuur volledig werd vernield. Dit jaar is eindelijk door beherende organisatie alleen maar gemaaid en wel in oktober waar mi de hele natuur in dit duingebied mee is geholpen. Het waterschap heeft nu ook bepaald dat klepelbeleid op de schop moet en in de toekomst alleen maar met maaibeleid mag worden uitgevoerd. Dus goed resultaat waar ik blij mee ben. Dit is natuurbehoud zoals het moet.
@JWBoehmerSommige desinformatie is te simplistisch om op te reageren. Zelfs citeren van een nieuwsbericht blijkt lastig (aanpak van dijken is lang niet altijd verhogen). Instabiliteit en kans op zettingsvloeiing worden ook aangepakt. Daarmee wordt ook de invloed van zee en maan beperkt, maar dan wel op basis van logische en bewezen relaties ipv dubieuze, onwaarschijnlijke en onbewezen hypotheses. Oei, toch gereageerd. Dom van me. Ik kan dit beter negeren.
Het zou me niet verbazen als ze me een keer komen halen omdat ik de verkeerde dingen beweer  - volgens de VLOEK van ZEE en MAAN en Jan Willem Boehmer..auteur Jongedijk Bijv.  op pag 5 over “Het ophogen van dijken (€15mln/km over 800 km vlgs HWBP) vergroot alleen maar het gevaar: Hoe hoger de dijk hoe groter het aantal slachtoffers”. Voor het uitdiepen van vaarwegen (meer Ruimte voor de Rivier) geldt hetzelfde: Hoe groter, (dieper én breder) de badkuip hoe groter het overstromings gevaar en hoe groter ook hierbij het aantal slachtoffers”. Ik vrees dat ik daarmee het gezag erger heb geïrriteerd dan Zwagerman deed met haar verkeerde opmerking over “de kerf”. Ik heb nooit gedacht dat het zou gebeuren: Nou zijn we klaar met je”
Even terug denken in de tijd: waarvoor waren dijken ook al weer uitgevonden? Dat was -vroeger- om ons tegen het water te beschermen. Nu gaan we buitendijks bouwen, dus is de vraag:  is dat water dan weg? Nee, dat moet juist nog komen , en,  als dat echt komt -misschien pas volgende eeuw- dan helpt dat dijkje toch ook niet meer, alle inspanningen van dijkversterkingen ten spijt.
Een goede actie van de UvW. Logisch zou nu ook zijn om een vergelijkbare brief naar de regering te sturen ten aanzien van het verbieden van bestrijdingsmiddelen en te veel aan mest.