Ongeveer de helft van de wereldbevolking krijgt jaarlijks minstens een maand te maken met waterstress. Dat kan oplopen tot zo’n 60 procent in 2050. België behoort tot de landen met extreem hoge waterstress, terwijl Nederland aanzienlijk beter scoort.
België staat op de 18e plaats, om precies te zijn. Nederland neemt de veel lagere plek 89 in en dat is juist positief (zie kader). Dat blijkt uit nieuwe gegevens van de Aqueduct Water Risk Atlas van het World Resources Institute (WRI).
De eerste 25 landen in de ranglijst worden gekenmerkt door extreem hoge waterstress waarbij regelmatig de volledige watervoorraad wordt gebruikt (zie kader). Hierin woont een kwart van de wereldbevolking.
Voor minstens 50 procent van de wereldbevolking – circa 4 miljard mensen – is er ten minste een maand per jaar sprake van waterstress. De WRI-onderzoekers verwachten dat het percentage in 2050 is opgelopen naar ongeveer 60 procent.
Watervraag sinds 1960 verdubbeld
Bij waterstress is er weinig water van voldoende kwaliteit om te voorzien in de behoeften van mens en milieu. Hoe kleiner het verschil tussen vraag en aanbod in een land is, des te kwetsbaarder zijn de inwoners. De meest getroffen regio’s zijn het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Zuid-Azië.
De vraag naar water is wereldwijd sinds 1960 ruim verdubbeld, terwijl investeringen vaak achterblijven en water op een niet-duurzame manier wordt gebruikt. Dat vormt volgens het WRI een risico voor levens, voeding, banen en energiezekerheid van mensen. Zonder adequaat ingrijpen zal de waterstress alleen maar toenemen, stelt de internationale niet-gouvernementele organisatie.
De verwachting is dat de watervraag in 2050 met gemiddeld 20 tot 25 procent is gegroeid. Voor een uitschieter zorgt het deel van Afrika beneden de Sahara (nu nog geen extreme waterstress): een stijging met 163 procent. De watervraag in de rijkere landen van Europa en Noord-Amerika blijft daarentegen nagenoeg gelijk.
Watercrisis is te vermijden
Waterstress hoeft volgens het WRI niet te leiden tot een watercrisis. De organisatie noemt als voorbeelden de stadsstaat Singapore en de Amerikaanse stad Las Vegas. Ondanks omstandigheden van grote waterschaarste floreren deze steden, omdat zij technieken toepassen voor de verwijdering van gras dat veel water nodig heeft, ontzilting, zuiveren van afvalwater en terugwinnen van stoffen.
Het oplossen van de mondiale wateruitdagingen is goedkoper dan vaak wordt gedacht, stelt het WRI. Hiervoor is 29 dollarcent per persoon per dag nodig. Dat komt neer op iets meer dan 1 procent van het mondiale BBP.
De politieke wil en de financiële ondersteuning om kosteneffectieve maatregelen te realiseren, ontbreken echter. Het WRI geeft aan dat alle regeringsniveaus en ook gemeenschappen en bedrijfsleven hun inspanningen moeten vergroten, om te komen tot een breed pakket aan zowel algemene als specifieke maatregelen.
RANGLIJST
De 25 landen met een extreem hoge waterstress zijn:
1. Bahrein 2. Cyprus 3. Koeweit 4. Libanon 5. Oman 6. Qatar 7. Verenigde Arabische Emiraten 8. Saudi-Arabië 9. Israel 10. Egypte 11. Libië 12. Jemen 13. Botswana 14. Iran 15. Jordanië 16. Chili 17. San Marino 18. België 19. Griekenland 20. Tunesië 21. Namibië 22. Zuid-Afrika 23. Irak 24. India 25. Syrië
In deze landen wordt jaarlijks meer dan 80 procent van de hernieuwbare watervoorraad gebruikt voor irrigatie, vee, industrie en huishoudelijke activiteiten. Zelfs een kortstondige droogte kan ertoe leiden dat het water opraakt. De eerste zeven landen scoren het maximum van 5,00. België heeft een waterstress van 4,41. Nederland staat ergens in de middenmoot: op plaats 89 met 1,58 (laag-gemiddeld). Er zijn 14 landen met 0,00: de meeste uit Afrika en uit Europa alleen IJsland.