Dat hittegolven, droogte en een combinatie van deze twee weersextremen wereldwijd kunnen leiden tot druk op het watersysteem is al langer duidelijk. Voor het eerst probeerden wetenschappers nu in kaart te brengen hoe het watergebruik van verschillende sectoren reageert op zulke weerfenomenen.
Voor vijf sectoren – veehouderij, huishoudens, irrigatie, productie en energievoorziening – bekeken de onderzoekers de beschikbare data om de globale, nationale en lokale reactie in de watervraag vast te stellen in tijden van droogte, hittegolven of een combinatie van deze weerssituaties.
resultaten van dit onderzoek werden door onderzoekers van het departement Fysische Geografie van de Universiteit Utrecht gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Research Letters. De
Volgens hoofdauteur Gabriel Cardenas Belleza gaat er te veel aandacht uit naar droogte alleen. “Juist in de combinatie van weerfenomenen zien we de grootste impact op het watergebruik. Bij langere extreme droogte is er vaak simpelweg geen water meer. Hittegolven en samengestelde gebeurtenissen kunnen leiden tot een tijdelijk hoger watergebruik, maar daar kan vanwege de korte duur dan nog wel aan worden voldaan.”
“We weten dat de groeiende wereldbevolking en de toename van het aantal extreme weersomstandigheden voor problemen in de watervoorziening zorgen”, vervolgt Cardenas Belleza. “Maar juist om een antwoord te kunnen formuleren, is het ook van belang te weten hoe de verschillende sectoren reageren. Dat kan een basis leggen onder het toekomstige waterbeheer.”
Volgens Cardenas Belleza verschilt de reactie per regio en sector op weerfenomenen als droogte en hittegolven. “Je ziet bijvoorbeeld dat het watergebruik van huishoudens en voor landbouw toeneemt tijdens hittegolven in het oosten van Europa of delen van de Verenigde Staten.”
Zichtbaar is bijvoorbeeld ook, stelt Cardenas Belleza, dat het watergebruik voor de energieproductie daalt in Europa en stijgt in het noorden en oosten van Azië. "Dit is een gevolg van de verschillende socio-economische omstandigheden en de verschillen in waterbeleid.”
Opvallend is volgens Cardenas Belleza ook dat de resultaten tonen dat watergebruik van huishoudens en irrigatie in de meeste regio’s de hoogste prioriteit krijgen, maar dat strenge maatregelen meestal genomen worden om de huishoudens te beschermen. “Dit klinkt misschien vanzelfsprekend, maar het is voor beleidsmakers goed om te weten wat de prioriteiten zijn in tijden van waterschaarste en welke maatregelen daar dan bij passen.”
Cardenas Belleza ziet het onlangs verschenen onderzoek slechts als een eerste stap. “Er is echt nog veel research nodig. Over sommige delen van de wereld, denk aan delen van Afrika, Azië en Midden Amerika, hebben we nog te weinig data."
De Utrechtse onderzoeksgroep wil daar de komende jaren iets aan veranderen. "We werken aan een globaal model over watergebruik dat ingezet kan worden door beleidsmakers als het er omgaat de strijd tegen waterschaarste vorm te geven.”