Wereldwijd zijn meren in de toekomst 1,5 tot 4 graden warmer, vergeleken met het niveau van vóór de industriële revolutie. Ook zullen de meren korter met ijs bedekt zijn: tussen 14 en 46 dagen minder. Wat het wordt, hangt af van hoe goed het lukt om de uitstoot van broeikasgassen te beperken.
Dit blijkt uit een internationaal onderzoek dat onder leiding stond van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en waaraan Wageningen University & Research (WUR) meedeed. De wereldwijde veranderingen in de temperatuur en ijslaag van meren kunnen volgens de onderzoekers alleen worden verklaard door de massale uitstoot van broeikasgassen sinds het aanbreken van het industriële tijdperk.
Hiermee hebben zij voor het eerst aangetoond dat deze veranderingen bij meren beïnvloed zijn door klimaatverandering die door de mens is veroorzaakt en niet eventueel enkel kan liggen aan natuurlijke klimaatvariabiliteit. Over de studie is deze week een artikel verschenen in het tijdschrift Nature Geoscience.
De onderzoekers trekken de conclusie op basis van een analyse van historische trends en toekomstige ontwikkelingen. Zij hebben daarvoor een reeks klimaatscenario’s losgelaten op een groot aantal tijdens het onderzoek ontwikkelde computersimulaties met modellen van meren op wereldwijde schaal. Bij deze databank is de onderzoeksmethodologie van het wetenschappelijke VN-klimaatpanel IPCC toegepast.
Unaniem stijgende trends
De voorspellingen over de temperatuur en de ijslaag van meren geven unaniem stijgende trends voor de toekomst aan. Voor elke graad Celsius waarmee de luchttemperatuur wereldwijd stijgt, zullen meren naar schatting met 0,9 graad opwarmen en 9,7 dagen ijsbedekking verliezen.
In het meest optimistische scenario met een lage uitstoot van broeikasgassen worden meren wereldwijd met gemiddeld ongeveer 1,5 graad Celsius warmer in vergelijking met het niveau van het pre-industriële tijdperk. Zij zijn hierdoor 14 dagen korter met ijs bedekt. In het meest pessimistische scenario met een hoge uitstoot zou de temperatuur van meren gemiddeld zelfs 4 graden hoger kunnen zijn. Dat zorgt wereldwijd voor gemiddeld 46 dagen minder ijs.
Nederlandse winters vrijwel ijsvrij
Dit is slecht nieuws voor Nederlandse schaatsliefhebbers. De kans op een Elfstedentocht wordt wel erg klein volgens onderzoeker Annette Janssen van Wageningen University & Research, die co-auteur van de studie is. “In Nederland hebben we een gemiddelde van 6 ijsdagen per jaar, wat zou betekenen dat de winters in de toekomst vrijwel ijsvrij zullen zijn.” In de zomer kunnen door de opwarming blauwalgen beter groeien, wat weer niet ten goede komt van de kwaliteit van zwemwater.
Hoofdauteur Luke Grant van de Vrije Universiteit Brussel wijst erop dat de stijgende temperaturen in meren en het later vormen en eerder smelten van ijslagen een aanzienlijke invloed kunnen hebben op waterdieren en -planten. “Deze fysische eigenschappen zijn fundamenteel voor de ecosystemen in meren. Aangezien de impact naar de toekomst toe steeds groter zal worden, lopen we het risico dat we de ecosystemen in meren zwaar beschadigen, inclusief de waterkwaliteit en populaties van inheemse vissoorten. Dat zou desastreus zijn voor de vele manieren waarop lokale gemeenschappen afhankelijk zijn van meren, gaande van drinkwatervoorziening tot visvangst.”
Volgens de onderzoekers blijkt uit de studie weer het belang van het Akkoord van Parijs en de naleving daarvan. Zij stellen dat de ergste gevolgen voor meren wereldwijd nog kunnen worden vermeden, als het lukt om de komende decennia de uitstoot van broeikasgassen drastisch te verminderen.
MEER INFORMATIE
Toelichting door VUB
Bericht van WUR
Artikel in Nature Geoscience