Peter Glas gaat eind dit jaar met pensioen. Dan heeft hij er bijna 5 jaar opzitten als regeringscommissaris voor het Deltaprogramma. Glas slaagde erin om in die 5 jaar als deltacommissaris gehoord te worden; zijn adviezen over onder meer waterveiligheid en klimaatbestendig bouwen klinken door in het kabinetsbeleid voor de ruimtelijke herinrichting van Nederland.
Met ingang van 1 december draagt Glas zijn werkzaamheden over aan een nieuw te benoemen deltacommissaris. De werving van de nieuwe regeringscommissaris start komende maand, schrijft het Deltaprogramma.
Glas (Hoorn, 1956) begon 1 januari 2019 als regeringscommissaris voor het Deltaprogramma. Hij volgde Wim Kuijken op die in dat jaar met pensioen ging. Glas was watergraaf van ht Brabantse Waterschap De Dommel toen bekend werd dat hij de nieuwe deltacommissaris zou worden. De provincie dankte hem kort voor zijn vertrek naar het Deltaprogramma met de hoogste provinciale onderscheiding, zodat hij als ereburger van Noord-Brabant aan zijn nieuwe klus in Den Haag begon.
Glas werkt inmiddels veertig jaar in het waterdomein. Na studies biologie en Nederlands recht begon hij in 1983 als onderzoeker-consultant bij het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, tegenwoordig Deltares. Als bestuurder was hij onder meer voorzitter van de Unie van Waterschappen (2010 tot 2015). Tot vorig jaar was hij internationaal voorzitter van het OECD Water Governance Initiative en hij is nu voorzitter van de governing board van IHE Delft.
Schep bovenop
In december vorig jaar begon hij aan zijn tweede termijn als deltacommissaris. In die rol heeft Glas zich hard gemaakt voor extra geld voor nieuwe waterveiligheidsprojecten in het Deltafonds en heeft hij aandacht gevraagd voor de noodzaak om klimaatbestendig te bouwen in Nederland, schrijft het Deltaprogramma.
“Er moet een schep bovenop, we moeten versnellen en intensiveren”, schreef Glas zelf bij de presentatie van het Deltaprogramma voor 2021. Dat was de eerste herijkte versie van het programma, een moment van bezinning dat elke zes jaar plaatsheeft.
Toen moest de extreme regenval die in de zomer van 2021 tot grote wateroverlast leidde in Limburg, nog komen. De ramp was een bepalende gebeurtenis voor de waterveiligheidsvisie van Glas. Hij zei kort nadat het water weer zakte in een interview met H2O: “Het zal nog allemaal geanalyseerd worden, maar de eerste les die ik eruit trek is deze: de natuur, in dit geval de regenval, kan nog altijd extremer dan we hadden bedacht”.
En: “Als we ruimte voor de rivier willen en veiligheid langs de rivier met kades, dijken, muren et cetera dan is de vraag terecht: maar hoe staat het met de ruimte langs de beek? En met de ruimte in de binnenstad, in de woonwijken en in de dorpen en met de ruimte voor water in het buitengebied?”
Water en bodem sturend
Als onafhankelijke regeringscommissaris voor het nationaal Deltaprogramma waren zijn adviezen van waarde voor het kabinet, zo bleek uit de Kamerbrief eind vorig jaar over de uitwerking van het beleidsprincipe ‘water en bodem sturend’ voor de ruimtelijke herinrichting van Nederland. Minister Mark Harbers en staatssecretaris Vivianne Heijnen schreven aan de Tweede Kamer de adviezen van deltacommissaris Peter Glas en ook van stikstofbemiddelaar Johan Remkes te volgen bij de uitwerking van het beginsel water en bodem als sturend element.
“De deltacommissaris beveelt aan voldoende ruimte te reserveren voor waterveiligheid, te zorgen voor voldoende zoetwater, strategische grondwatervoorraden te beschermen, ruimtelijke adaptatie, meerlaagsveiligheid en transitie van het landelijk gebied. De deltacommissaris benadrukt daarbij dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is”, aldus de ministers in de Kamerbrief.
Ook is er, zo stelt het Deltaprogramma, inmiddels een maatlat ontwikkeld zodat gemeenten en bouwers bij nieuwe woonwijken en woningen beter rekening kunnen houden met de gevolgen van klimaatverandering en weersextremen, zoals stevige plensbuien en langere droge en hete periodes.