De proefinstallatie voor korrelslibtechnologie Harkos op de afvalwaterzuivering in de Harnaschpolder in Den Hoorn is gisteren in gebruik genomen. De perspectieven van het continu aerobe korrelslibproces zijn veelbelovend. Als de proef een succes wordt en de technologie full scale kan worden geïmplementeerd in de afvalwaterzuivering, kan de AWZI aan een tweede leven beginnen. Die update zou ook op soortgelijke afvalwaterzuiveringen kunnen worden toegepast.
Afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder heeft een zuiveringscapaciteit van 1,3 miljoen vervuilingseenheden (v.e.’s) en is de grootste van Nederland en een van de grotere in Europa. Het afvalwater van ruim 1 miljoen inwoners en zo’n veertigduizend bedrijven in de Haagse regio worden in de installatie gezuiverd. De AWZI van Hoogheemraadschap Delfland is een biologische afvalwaterzuivering wat betekent dat miljarden bacteriën de afvalstoffen in het water in een gecontroleerd proces opeten.
Stabiel proces
Het aerobe korrelslibproces is bekend geworden onder de naam Nereda, dat nu wereldwijd wordt geïnstalleerd door advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV dat over de patenten van de biologische waterzuivering beschikt. Nereda werkt evenwel op basis van een semi-continue bedrijfsvoering, met de proef in Den Hoorn wordt geprobeerd de aerobe korrelslibtechnologie in een volledig continue bedrijfsvoering te implementeren en stabiel werkend te krijgen. Viktor Haaksman, die op het vierjarig onderzoek naar het korrelslibproces promoveert, legde uit dat de belangrijkste onderzoeksvraag is hoe het proces stabiel te krijgen.
De voordelen zijn significant: lager energieverbruik en minder ruimtebeslag waardoor er ruimte vrijkomt voor verdere nabehandeling van het afvalwater, waarmee de kwaliteit van het effluent kan worden verbeterd. De korrelslibtechnologie levert ook de mogelijkheid om grondstoffen als biopolymeren te winnen uit het afvalwater. Professor Mark van Loosdrecht van TU Delft, de ontwikkelaar van de Nereda-technologie en tevens betrokken bij het onderzoek in de Harnaschpolder, schetste bij de opening van de pilotinstallatie de kansen van biopolymeren, maar ook van andere grondstoffen zoals cellulose.
De pilot en het onderzoek zijn een initiatief van TU Delft, de hoogheemraadschappen van Delfland en van Rijnland, Evides Industriewater, Royal HaskoningDHV en Delfluent Services B.V.
Geen capaciteitsprobleem
Voor Delfland past de pilot in de ambitie om de afvalwaterzuivering om te bouwen tot een fabriek waar grondstoffen worden gewonnen en afvalwater weer bruikbaar wordt gemaakt. Joyce Rombouts, manager team waste water chain legde uit: “We hebben géén capaciteitsprobleem, we willen wel een meer duurzame bedrijfvoering. Dus meer grondstoffen en minder CO2 uitstoot.”
In dat kader zei hoogheemraad Han van Olphen bij de opening van de pilotinstallatie: “Wij pompen jaarlijks tachtig miljoen kuub gezuiverd afvalwater zo de zee in. Dat is eigenlijk van de gekke, gezien de problemen van verzilting en de noodzaak om tot zoetwaterbuffering te komen door de steeds langere droge periodes.”
Zoetwaterlozing in zee
Die zoetwaterlozing op zee past niet meer in de circulaire missie van het hoogheemraadschap. De hoogheemraad vertelde zijn toehoorders bij drinkwaterbedrijf Dunea te hebben geopperd het afvalwater te leveren voor drinkwater, zodat het bedrijf een derde bron heeft. “Ik heb gezegd: zet met ons een zoetwaterfabriek neer.” Aanvankelijk kreeg hij geen positieve respons, maar nu zijn het hoogheemraadschap en het drinkwaterbedrijf toch in gesprek, lichtte de bestuurder van Delfland desgevraagd toe.