De glastuinbouwsector heeft als ambitie in 2027 emissievrij te zijn. Steeds meer water wordt daarbij hergebruikt. De gevolgen voor de waterkwaliteit in de kassen – en de relatie met de plantgezondheid – worden nu onderzocht in het project Grenswaarden Waterkwaliteit.
“Op zich is het natuurlijk goed dat het water recirculeert in de kassen”, stelt Joep van den Broeke, als Senior onderzoeker Innovatie & Valorisatie bij KWR Water betrokken bij het Grenswaarden-project. “Maar je kunt je voorstellen dat stoffen en pathogenen zich ophopen in water dat wordt hergebruikt. We weten eigenlijk nog veel te weinig over de effecten van deze concentraties op de planten.”
Het ontbreekt volgens Van den Broeke aan een goede manier om de waterkwaliteit vast te stellen en de consequenties van die kwaliteit voor de plantgezondheid vast te stellen. “Juist daarom ging vorig jaar het project Grenswaarden Waterkwaliteit - gefinancierd door onder andere de Topsector Water & Maritime en de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen – van start.”
Het project Grenswaarden Waterkwaliteit onderzoekt de relatie tussen wat met sensoren meetbaar is aan waterkwaliteitsparameters en de prestaties van de plant. “We monitoren de waterkwaliteit en maken gebruik van sensoren die fotosynthese efficiëntie, of de sapstroom meten om iets te kunnen zeggen over de optimale toestand van het water voor de planten. Problematisch is daarbij dat niet alleen de waterkwaliteit invloed heeft op de prestaties van de planten. Dat geldt ook voor de lichtintensiteit of temperatuur.”
Op dit moment zijn in drie kassen, bij drie verschillende bedrijven, meetopstellingen opgezet. “Dat levert heel veel data op. Dit zijn zoveel data dat we gebruik maken van ‘machine learning’ om de correlatie tussen waterkwaliteit en plantgezondheid vast te stellen. Uiteindelijk verwerken we die data in modellen. De eerste modellen zijn inmiddels ontwikkeld, die zijn in staat tot korte termijn voorspellingen.”
En de onderzoekers willen meer. Door het verband tussen de kwaliteit van het water en de gezondheid van de plant te analyseren, hopen Van den Broeke en zijn collega’s ook bij te dragen aan de optimalisering van de werkwijze in de kassen. “Denk aan de hoeveelheid water die in de kas gebruikt wordt of het voorkomen van schade aan gewassen.”
Uitkomst van het project, dat nog tot 2024 zal lopen, moet volgens Van den Broeke in elk geval een overzichtelijk dashboard zijn dat in de kas gebruikt kan worden, waarmee agrariërs zicht krijgen op de waterstromen in de kas. Ik zou tevreden zijn als we aan het eind van dit project een model hebben dat op basis van waterkwaliteitsindicaties iets kan zeggen over de plantgezondheid, het liefst generiek voor meerdere soorten planten.”