Het Nederlandse spoor is niet bestand tegen extreme hitte en hevige regenval, laat ProRail weten. De spoorbeheerder brengt in kaart welke maatregelen genomen moeten worden om het spoor klimaatbestendig te maken en zoekt voor de aanpak samenwerking met waterschappen, gemeenten en provincies.
Er zijn grote investeringen nodig, zeggen Onno Hazelaar en Stefan Jak van ProRail in een gesprek met dagblad Trouw. Beiden houden zich bezig met de gevolgen van de klimaatverandering voor het spoor. "Als we het spoor volledig klimaatbestendig willen maken, dan ben je met één miljard euro nog lang niet klaar", zeggen ze. Gebeurt er niets dan zal het aantal storingen op het spoor toenemen.
Voor ProRail is klimaatverandering sinds een jaar of vijf een thema, vanaf begin 2019 wordt klimaatverandering meegenomen in bouw- of onderhoudsprojecten. Zo is bij het nieuwe station Driebergen-Zeist een bassin gebouwd om overtollig water op te vangen.
Electriciteitskasten
Hevige regenbuien zorgen nu al voor problemen. “Denk bijvoorbeeld aan een bui, waarbij er in twee uur tijd 70 millimeter regen valt. Lokaal kan heftige regenval leiden tot wateroverlast in onze elektriciteitskasten, die de beveiliging van de overwegen en treinen regelen. Die installaties werken dan niet meer”, zegt Jak tegen Trouw.
Als maatregel plaatst ProRail elektriciteitskasten voortaan hoger. Verplaatsen van de 10.000 bestaande kasten is nog niet aan de orde, aldus beide ProRail-medewerkers. “Vooralsnog grijpen we alleen in op kwetsbare plekken. Het is lokaal maatwerk.”
Ook langdurige periodes van droogte zijn van invloed. Door dalend grondwaterpeil kunnen zich verzakkingen voordoen in het zandlichaam waarop het spoor ligt, legt Hazelaar uit. “Dat kan leiden tot lange buitendienststellingen.”
Kamervragen
De uitspraken van beide ProRail-medewerkers hebben tot Kamervragen geleid. Rutger Schonis (D66) wil van minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) weten hoe zij de gevolgen van de klimaatverandering inschat voor het spoor, welke onderdelen extra gevoelig zijn voor extreme weersomstandigheden en op welke wijze het ministerie deze delen van het spoor met het huidige beleid toekomstbestendig wil maken.